100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Voortplanting En Embryologie $5.93   Add to cart

Summary

Samenvatting Voortplanting En Embryologie

 15 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting

Preview 3 out of 28  pages

  • January 17, 2023
  • 28
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Embryologie
Wat? Algemene principes
 Studie van het zich ontwikkelende, nieuwe organisme vanaf bevuchting tot geboorte
 Startkapitaal voor de morfologie (anatomie, histologie, pathologie en teratologie ‘studie van
geboorteafwijkingen’) –> stapsgewijs nieuwe inzichten in:
o Bouw vh organisme
o Basispatroon van zeer ingewikkelde structuren
o Interrelaties tussen structuren
o Resultaten van een verkeerde stap in de ontwikkeling –> malformaties/afwijkingen

Hoe het verkeerd kan gaan: thalidomide
 Geneesmiddel voor zwangere vrouwen die last hebben van vermoeidheid en misselijkheid
 Komt voor in de 1e 3 maanden vd zwangerschap –> gevoelige periode
 Bij geboorte blijken er vele afwijkingen te zijn hierdoor
 Interferreert met de uitgroei van het voorste lidmaat (bloedvaten worden aangevallen waardoor minder zuurstof
en voedingsstoffen in die regio komt en de armen zich niet gaan ontwikkelen)
o => focomelie = aangeboren afwijking waarbij ledematen ontbreken of verkort zijn
 Bij mens en dier

Morfologische verschijnselen: 5 basisprincipes van de embryonale ontwikkeling
 Celproliferatie (mitosen): celdeling/vermeerdering
 Groei: cellen moeten toenemen in volume
 Differentiatie: verschillende cellen voor verschillende functies (totipotent)
 Celmigratie: cellen het van ene weefsel naar het andere
 Celdood: geprogrammeerde celdood = apoptose = voorbestemd om te gebeuren

Periodes
 Prenatale periode (voor geboorte)
o Embryonale periode: bevruchting tot primitieve gemeenschappelijke lichaamsvorm
 Embryo’s voor alle diersoorten zien er ongeveer hetzelfde uit
 Einde organogenese = sluiten van het gehemelte (ontw van orgaanstelsels)
 Gevoeligste periode voor morfologische afwijkingen
 3 maanden bij mens
o Foetale periode: laatste tem geboorte
 Vnl groei
 Van belang bij functionele afwijkingen (bv CZ)
 6 maanden bij mens
 Postnatale periode: verdere ontwikkeling grote diersoortverschillen (na geboorte)
o Nestvlieders (bv prooien moeten snel kunnen functioneren om overlevingskans te vergroten)
o Nestblijvers (bv predatoren zijn nog erg afh van moeder –> weinig vrees)

De voortplanting
Gametogenese
 Altijd weergegeven als een cyclus
 Gametogenese volledig in gang tijdens pubertijd (bij mannen) (Gelijkaardig bij vissen, amfibieën, vogels en
zoogdieren)
 2 maturen individuen: fertilisatie/bevruchting
 Cleavage: klieven van de cel = celdeling
 Gastrulatie: proces waarbij we bekomen tot 3 kiembladen
 Organogenese: onw van de verschillende orgaansystemen
 Feutale periode bij zoogdieren en metamorfose bij amfibieën
 Puberteit/maturiteit

Spermato- en spermiogenese
 Testes/teelballen: sperma productie (bevruchting met dit sperma is niet mog)
 Epididymides/bijballen: belangrijk voor spermamotiliteit en bevruchtingscapaciteit + spermaopslag
 Zaadplasma: aangemaakt door accessoire geslachtsklieren (humaan: prostaat) + bescherming en voedingsstof
1

,  Tubuli seminiferi (zaadbuisjes)
o Kiemcellen: cellen die instaan voor de vorming van de spermatozoa
o Sertoliecel (voedstercellen): begeleiden rijping van zaadcellen –> bepaalde geneesmiddelen vallen deze
cel aan: trekt al zijn ‘tentakels’ in en de spermacellen worden afgestoten naar het lumen
o Leydigcel (hormoonproducerende cel): produceert testosteron: zeer belangrijk voor ontw tot spermacel
(geen testosteron = geen spermatogenense) –> zijn geen deel vd zaadbuisjes
o Opbouw wand tubulus seminiferus
 Basis: spermatogonium (stamcel vd spermacel)
 Omvormen tot primaire spermatocyt, die aanleiding geeft tot secundaire spermatocyt
 Vroege spermatiden vormen om tot late spermatiden (staartvorming) –> delen niet meer, maar
ondergaan een vormverandering
 Spermatozoa
o Spermatiden hebben oorspronkelijk een ronde vorm met grote ronde kern, er moet een grote
transformatie gebeuren om tot een spermatozoa te komen = spermiogenese (effectieve aanmaak
sperma) –> van ronde spermatide naar een rijpe mature spermatozoa
 Aanmaak van een flagel
 Sterk gecondenseerd DNA
 Golgi-apparaat –> granule –> groeit als een soort muts over de kern
 Cytoplasma wordt naar achterzijde geduwd en gereduceerd
 Mitochondria gaan zich concentreren
o Acrosoom, vesikel dat noodzakelijk is voor de bevruchting en bevat hydrolyische enzymes die ervoor
zorgen dat de zona pellucida (= beschermend omhulsels rond de eicel) kan worden gepenetreerd

Spermatogenese: gebruikt voor het volledige proces (spermatogonium –> spermatozoa) –> proces duurt 2 maanden

Opbouw van een rijpe zaadcel
 Niet alle spermacellen van de verschillende species ziet er hetzelfde uit
 2 centrale microtubuli omgeven door 9 doubletten (paar van microtubuli)
 Vgl structuur met cilia in de trachea

O(vo)genese
 = ontstaan van de rijpe eicel
 Eicel wordt aangemaakt in de ovaria
 Ovulatie: eicel wordt opgevangen in de eileider en gaat hier in contact komen met spermatozoa (bevruchting),
daarna komt het terecht in de baarmoeder waar het zich gaan nestelen
 Verschillen met zoogdieren
o Zona pellucida (rubbere ring rond eicel) in zoogdieren = vitelliene membraan in amfibieën en vogels
o Amfibieën: eikapsel in eileider (harde structuur als bescherming)
o Vogels voortplantingsstelsel:
 Enkel aan linker lichaamszijde
 5 verschillende regio’s: infundibulum (trechter: opnemen eicel bij ovulatie), magnum, isthmus,
schaalklier en vagina (geen uterus/baarmoeder)
 Externe vitelliene membraan (infund.), eiwit (magnum), in- en externe schaalmembranen
(isthmus), gecalcificeerde schaal (schaalklier)

Rijping eicel in ovarium
 Geboren met primodiale follikels die zich omvromen tot primaire follikels (eenlagig)
o Primodiale follikels: afgeplatte cellen
o Primaire follikels: kubische cellen
 Rond eicel komt een beschermband van glycoproteïnen (zona pellucida) door de follikels
 Overgang naar secundaire follikels: vorming van lumen met vocht in follikel (meerlagig)
 Tertiaire follikels: instulping
 Tijdens ovulatie migreert zowel de eicel, als de zona pellucida als de follikelcellen omdat zij de eicel gaan voeden
en beschermen tegen trauma en externe factoren
 De overblijvende follikelcellen gaan lutheïniseren (omvormen naar gelutheïniseerde cellen omdat ze niets anders
dan progesteron gaan bevatten (geel) –> nodig tijdens de zwangerschap)
 Geen bevruchting: structuur gaan afsterven en vormt littekenweefsel (wit lichaam)

2

, Folliculogenese en ovulatie
 Eerste meiotische deling is reeds gestart voor de geboorte en stopt op een bepaald moment (pauze)
 Pubertijd: eerste meiotische deling wordt hervat –> vorming van primaire follikels met zona pellucida
 1e meotische deling gaat zich voltrekken waarbij de primaire spermatocyt zich heeft gevormd en het 1 e polair
lichaampje
 2e meiotische deling kort voor ovulatie in gang zetten, maar weer gestopt en wordt pas voltrokken als er een
spermacel zich gaat gaan innestelen in de eicel. Als er geen bevruchting optreedt gaat deze deling niet worden
voltrokken
 Oudere vrouwen kunnen baby’s met afwijkingen kunnen voortbrengen en mannen niet: door complexe meiose
 Cumulus oophorus = groep van cellen die de eicel draagt –> gaat mee migreren bij ovulatie

Spermagonese en ogonese worden hormonaal geregeld, gebeurd in de hypothalamus. Deze gaat een bepaald hormoon
gaan vrijstellen, het heeft een effect op het primaire geslachtsorgaan (testis/ovarium) –> Gonadotropin-releasing
hormone (GnRH). Het gaat gesecreteerd worden en heeft dan een effect op de hypofyse die ook hormonen (LH/FSH) gaat
afgeven. Ze hebben een direct effect op de primaire geslachtshormonen. (Reactie van testes: aanmaak testosteron en
reactie ovarium: aanmaak oestrogeen en progesteron)


Endocriene assen
 Secundaire oocyte (grote deel)
 Polocyte 1 (kleinste deel met gecondenseerd DNA dat wordt afgescheiden bij de 1e meiotische deling), bij
volgende meiostische deling ontstaat er een polocyte 2
 Alles gebeurd binnen de zona pellucida

Oogenesis
 Oogonium = stamcel
 Wordt een primaire oöcyte (verdubbeling van het DNA)
 Eerste meiotische deling waarbij een secundaire oöcyte ontstaan en het eerste polair lichaampje
 Bij de 2e meiotische deling geeft de secundaire oöcyte aanleiding tot rijpe eicel = ovum en een polair lichaam
 Oogonium en primaure oöcyte gebeurd prenataal (dus nog in de baarmoeder)

Apoptose van gonocyten in ovarium
 Aantal eicellen dat de vrouw bezit begint al te dalen voor de geboorte
 ±2 miljoen primitieve eicellen op 6-7 maanden (piek = 7 miljoen op ±6 maanden) –> verklaring: door het feit dat
de proliferatie (groei vd cel/mitose) zo snel achter elkaar gebeurt, worden er enorm veel fouten gemaakt bij de
deling. Al de cellen met fouten sterven erna vanzelf af waardoor het aantal enorm zakt
 Aantal blijft dalen vanaf de piek
 Pubertijd: ±half miljoen eicellen
 Daling erna is minder sterk, per maand worden er 15-20 follikels geselecteerd voor de ovulatie (groeien) waarvan
er 1 gaat ovuleren. De resterende gaan afsterven = atretische follikels
 Dit gebeurt tot en met de menopause (± 50 jaar)
 Hoe langer de meiotische deling stilstaat, hoe groter de kans dat er iets fout is bij heropstart

De bevruchting
 Externe bevruchting (vis, amfibieën)
o Waterige omgeving
o Chemotaxis vereist: sperma aangetrokken naar secundaire oöcyten
 Interne bevruchting (vogels, zoogdieren)
o In 1e 1/3 van eileider (vogels in infundibulum, onmogelijk na productie van eiwitten in magnum)
o Zoogdieren: sperm capaciteit vereist (geloosde spermacellen zijn niet vruchtbaar, door vrouwelijk
individu wordt het kapsel rond de zaadcel verwijderd)
o Hyperactivatie en chemotaxis
 Acrosoom is nodig bij alle vertebraten (behalve bepaalde vissoorten): ballon over kop van spermatozoa, op
moment van bevruchting barst ballon en komen enzymes vrij die ervoor zorgen dat zona pellucida
binnengedrongen kan worden


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnetteVDB. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93  1x  sold
  • (0)
  Add to cart