100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Les 15 en 16 autisme spectrum stoornis school en pedagogische psychologie $4.34   Add to cart

Summary

Samenvatting Les 15 en 16 autisme spectrum stoornis school en pedagogische psychologie

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle lessen van school en pedagogische psychologie zijn geüpload. Grondige samenvatting van les 15 en 16: autisme spectrumstoornis. Jaar: 2020, door Vera Janssens

Preview 3 out of 17  pages

  • January 17, 2023
  • 17
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Les 15 & 16 – autisme spectrum stoornis




Inleiding

Stellingen:
- Mensen met autisme zijn niet in staat om emoties te ervaren.
o Niet waar. Ze hebben het moeilijk om hun emoties te begrijpen.
- Veel mensen met autisme zijn hoogbegaafd.
o Niet waar. De helft heeft zelfs verstandelijke beperking.
- Mensen met autisme maken geen oogcontact.
o Een aantal vind dat moeilijk


- Autisme spectrum:
o Kernproblemen uiten zich heel divers
o Komt voor op alle begaafdheidsniveaus
o Zeer moeilijke diagnose om vast te
stellen!


Classificatie en terminologie

Criteria DSM – 5

Al de 5 kenmerken (a, b, etc.) Moeten allemaal aanwezig zijn voor diagnose ASS!
A. Persistente tekorten in de sociale communicatie en de sociale interactie in verschillende
contexten, waarbij volgende 3 aanwezig moeten zijn:
o Tekorten in sociaal-emotionele wederzijdsheid (bv.: contactname met iemand)
o Tekorten in het non-verbale communicatieve gedrag voor sociale interactie
o Tekorten in het aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties (ze willen vaak
vrienden maar zijn soms niet geïnteresseerd in wat de ander voelt etc.)
B. Beperkte, repetitieve patronen van gedrag, interesses of activiteiten, zoals blijkt uit ten
minste 2 van de volgende (2 van 4 kenmerken moeten aanwezig zijn):
o Stereotiepe of repetitieve bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak (bv kind
dat herhaalt wat je zegt)
o Weerstand tegen veranderingen, inflexibel vasthouden aan routines of
geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag, buitensporige
weerstand tegen verandering
o Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal zijn inzake intensiteit of focus
(bv.: ‘the queens gambit)

, o Hyper- of hyposensitiviteit op sensorische prikkels of ongewone interesse in
sensorische aspecten van de omgeving (bv.: jongen is hypergevoelig aan zweetgeur
in kleedkamer. Hij kon niet vertellen wat er was omdat hij dacht dat de zweetgeur
voor iedereen zo moeilijk was, dat was niet speciaal)
C. De symptomen moeten reeds vanaf de vroege kindertijd aanwezig zijn.
D. De symptomen veroorzaken klinische significante beperkingen in het sociale of
beroepsmatige functioneren of op andere belangrijke domeinen van het huidige
functioneren.
E. Deze problemen worden niet beter verklaard door een verstandelijke beperking of een
globale ontwikkelingsvertraging.

Ernsttaxatie (gradatie van ernst)
- Houdt rekening met
o Ernst van symptomen
o Ernst van dysfunctioneren
o Zorgbehoefte
- Ernsttaxatie is dimensioneel opgevat, maar blijft een categoriale aandoening. Je hebt het of
je hebt het niet!
- Maar ASS = geen dimensie(s) geworden, en blijft een categoriale aandoening


Veranderingen van DSM – IV naar DSM – 5

(Gaat hier snel over)
- Eén categorie Autismespectrumstoornis
- Van drie symptoomdomeinen naar twee symptoomdomeinen
o Sociaal/communicatieve gebreken
o Gefixeerde interesses en herhaalde gedragingen
- Meer aandacht voor de sensorische gevoeligheden van personen met ASS (zorgt voor enorm
veel stress in dagelijkse leven)
- Onderscheid in mate van hevigheid van ASS  dimensioneel aspect
- Diagnoses kunnen ook op latere leeftijd gesteld worden (pubertijd, adolescentie,
volwassenheid)
- Nieuw in DSM-5: sociale (pragmatische) communicatiestoornis (zit in categorie van
taalstoornis. Gaat om mensen in het A-criterium die niet het B-criterium hebben)

EXAMENVRAAG: Noem de criteria waaraan volgens de DSM 5 voldaan dient te worden om een
diagnose autismespectrumstoornis te stellen.


Prevalentie

- ASS: tussen 0,06 % en 1%
- Verhouding tussen wel of niet verstandelijk beperkt binnen het gehele spectrum schuift
eerder op naar 50/50
- 3 à 4 jongens tegen 1 meisje: aanwijzingen dat ASS bij meisjes nog onder gediagnosticeerd
wordt of pas later wordt onderkend dan bij jongens
- Meisjes met ASS zijn (verschil met jongens met ASS):

, o Socialer (volgens omgeving), maar nemen wel weinig initiatief tot interactie en
worden dus eerder als extreem verlegen of sociaal angstig gediagnosticeerd
o Obsessies voor dieren, mode, soap series ipv planeten, treinen, … Dezelfde dingen
waarin andere meisjes geïnteresseerd zijn, maar de kwaliteit en intensiteit is anders
o Minder actief en agressief, en geven minder gedragsproblemen, vallen hierdoor vaak
niet op.
o Deze meisjes komen vaak verlegen en angstig over, en daardoor zien we de diagnose
vaak over het hoofd.


Gedragskenmerken van autisme




 Je ziet bij de ijsberg maar een klein stukje boven water. Bij mensen met ASS zien we ook
alleen de gedragskenmerken. Hierop zijn de kenmerken van de DSM gebaseerd.
 Onder water zit de eigenlijke oorzaak van ASS. Hier zit het grootste stuk.

Lorna Wing
Lorna Wing verdeelt de gedragskenmerken in volgende 3 criteria. Deze 3
criteria leiden dan tot het B-criterium.
- Moeilijkheden met sociale interacties
- Moeilijkheden in de communicatie
- Moeilijkheden in de verbeelding

 De triade heeft een beperkt, repetitief en stereotiep repertoire van gedrag, interesses en
activiteiten tot gevolg.


Moeilijkheden met sociale interacties

- Niet de kwantiteit maar de kwaliteit
o Geen verschil in hoeveelheid, maar minder diepgang, etc.
- Beperkingen in het non-verbale gedrag
o Oogcontact
o Weinig tot geen gebruik van gebaren
o Weinig gezichtsexpressie
- Beperkte interesse in sociaal contact (subtypologie niet kennen)
- Gemis aan wederkerigheid in de sociale relatie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manouvanfleteren. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.34
  • (0)
  Add to cart