Mensen lopen verschillende risico’s. Door middel van een verzekering krijgt de verzekerde geld
waarmee hij de negatieve gevolgen kan verkleinen of opheffen, in ruil voor een premie. Waarom
mensen dus willen betalen om een risico te dekken, ligt in de risicoaversie. Over het algemeen wilt
men meer geld hebben (door bijvoorbeeld te kiezen voor goedkope lage kwaliteit goederen) om
leuke dingen te doen. Als iemand schade lijdt, dan verliest hij geld. Die persoon kan dus niet meer
activiteiten doen die hij leuk vindt, dit zal leiden tot een welvaartsverlies. Hierdoor kiest men ervoor
om liever niet het risico te lopen om een grote som geldt te verliezen. Ze hebben dus een afkeur voor
risico: risicoavers (zekerheid boven onzekerheid).
Mensen die risicoavers gedrag vertonen nemen maatregelen zodat het risico op schade wordt
verkleint: bijvoorbeeld een brandrisico verkleinen door een automatische sproei-installatie te
installeren in de keuken. Naast het verkleinen van het risico kan ook het risico verschoven worden
naar andere groepen. Bijvoorbeeld van grote afkeer naar mensen die een kleine afkeer tegen risico
(mutual insurance) : hierdoor neemt de maatschappelijke welvaart toe. Een van de partijen gaat erop
vooruit, zonder dat er iemand achteruit gaat: Pareto-verbetering.
Deze personen lopen dus liever een grotere kans op kleinere schade, dan een kleine kans op een
grotere schade. Via een verzekering dan dit doel bereikt worden. Door een premie lijdt men een
kleinere verlies. Maar als de verzekerde gebeurtenis intreedt, vergoedt de verzekeraar de schade uit
die hij bij alle verzekerden heeft geïnd. Door die inning heeft de verzekeraar dus genoeg vermogen
om schades te vergoeden. Dus de premies zijn gelijk aan de verwachte ongevalskosten. Men noemt
dit ook wel actuarieel eerlijke premie (actuarilly fair premium). In werkelijkheid komen
administratieve kosten hierboven op (loading costs). Hiervoor moet de verzekeraar dus wel een
goede inschatting van de risico’s maken.
2. Welke problemen bestaan er bij verzekeringen? Werk hierbij het moreel risico en de
averechtse selectie uit
- Moreel risico: doordat mensen verzekerd zijn, maakt het voor hen niet meer uit of er sprake
is van schade is of niet, omdat deze toch wordt vergoed. Hierdoor gedraagt men zich
roekelozer dan toen ze zelf nog het risico droegen. Ook claimen verzekerden als gevolg van
het verzekerd zijn vaker voorzieningen dan dat zij anders zouden doen zonder verzekering
(sneller naar het ziekenhuis etc.) Deze gedragsverandering heet het “moreel risico”. Dit
moreel risico verhoogt de verwachte schade (ongevalskans x omvang van de schade),
waardoor de premie moet stijgen zodat de verzekering deze verwachte schade kan dekken.
Dit heeft dus een nadeel voor derden, omdat mensen die niet gedrag niet vertonen betalen
een hogere premie.
Moreel risico leidt daarnaast ook tot welvaartsverlaging, omdat mensen niet meer de juiste
afweging maken tussen enerzijds de kosten van voorzorgsmaatregelen en anderzijds de
schade die ze daarmee kunnen vermijden. Het is wenselijk dat mensen
voorzorgsmaatregelen treffen die minder kosten dan ze opleveren aan reductie in verwachte
schade, omdat zo de totale kosten van schadeveroorzakende gebeurtenissen minimaal zijn.
- Averechtse selectie: De verzekeraar moet dus een inschatting maken van het risico dat
potentiële verzekerden willen afdekken, zodat hij een premie kan vaststellen die hoog
genoeg is om alle schade te dekken. Alleen de verzekeraar moet dit doen met onvolledige
informatie: de ene zal meer schade lijden of veroorzaken dan de ander. Indien de
verzekeraar niet vooraf het aanbieden van een contract niet kan achterhalen wie de lage en
hoge risico’s zijn, dan zal hij de premie baseren op zijn inschatting van het gemiddelde risico:
‘The Market for Lemons = als de kwaliteit van producten kan worden herkend, kan de prijs
, daarmee worden vastgesteld. Dit marktmechanisme kan blokkeren wanneer potentiële
kopers de kwaliteit van het product niet kunnen vaststellen (zoals bij lemons).
Lage risico’s betalen dan een hoge premie en zullen waarschijnlijk geen contract afsluiten
met die verzekering. Het gemiddelde risico neemt dan verder toe en de premie, en dan
zullen nog meer lage risico groepen overstappen. Door dit proces blijft de verzekering achter
met een groep met een hoog risico op schade. Er is dus sprake van een selectie, waarbij de
mensen overblijven die de verzekering liever niet zou willen verzekeren.
3. Welke oplossingen bestaan er voor deze problemen?
Er zijn verschillende manieren waarop bovenstaande problemen kunnen worden bestreden:
- In de polis opnemen hoe de verzekerde zich moet gedragen, om moreel risico te vermijden:
een sterk slot bij een fietsverzekeraar. Het aanpassen van de premie aan het daadwerkelijke
gedrag, brengt echter wel kosten mee voor de verzekeraar (kosten om toezicht te houden).
Deze transactekosten verhogen de premie, waardoor de premie niet baseert kan worden op
het gedrag van de verzekerde.
- Om moreel risico tegen te gaan: eigen risico invoeren. Hiermee draagt de verzekerde zelf een
deel van het risico, dus zal hij er belang bij hebben dat de schade niet intreedt. Dit kan ook
door de premie te verhogen als de verzekerde vaak schade claimt, en de premie verlagen als
deze weinig/geen schade claimt (bonus-malusregeling). Hierdoor betalen de lage risico’s een
lagere premie en vice versa.
- De verzekeraar kan het gedrag van de verzekerde observeren. Dat kan zowel ex ante als ex
post:
o Ex ante: alle verzekerden van te voren screenen. Vaak is dit te duur! Bij een
brandverzekering zou je bijvoorbeeld het huis o.i.d. van tevoren inspecteren.
o Ex post: dit heeft de voorkeur. Dan observeer je de situatie na het plaatsvinden van
de schade.
- Het verplichten van een verzekering: dit zorgt ervoor dat de goede risico’s niet uit de groep
kunnen stappen. De verwachte schade zal dan super hoog zijn, en zal leiden tot onbetaalbare
premies.
- Averechtse selectie tegengaan kan door een bonus/malussysteem.
4. Hoe hangen de primaire, secundaire en tertiaire ongevalskosten met elkaar samen bij no-
fault verzekeringen?
Primaire ongevalskosten = preventie
Secundaire ongevalskosten = een optimale spreiding van de schade die ten gevolge van het ongeval
is ontstaan en hangt samen met een optimale compensatie aan slachtoffers van een ongeval
Tertiaire ongevalskosten = de administratieve kosten van de behandeling van ongevallen en ontstaan
bij de uitvoering van de primaire en secundaire ongevalskosten
First-party verzekering = jouw eigen schade wordt verzekerd
Third-party verzekering = een verzekering die de schade verzekerd die jij aan een ander aanricht
Fault verzekering = een vergoedingssysteem waarbij de schade van het slachtoffer – na gebleken
aansprakelijkheid van de veroorzaker – door zijn aansprakelijkheidsverzekeraar wordt uitgekeerd.
No-fault verzekering = een vergoedingssysteem waarbij de schade van het slachtoffer door zijn
verzekeraar wordt vergoed, ongeacht of er aansprakelijkheid is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller koraysevilmis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.