Dystonie is een stoornis met bewegen waarbij bepaalde spieren overmatig actief zijn, dit leidt tot
abnormale bewegingen.
Bij focal task-specific dystonie ervaren patiënten motorische controle verlies bij specifieke
motorische vaardigheden zoals piano spelen
Myotonie is een stoornis waarbij bepaalde spieren ondermatig actief zijn
Deze stoornissen worden veroorzaakt door verminderde inhibitie en verstoorde plasticiteit zegt het
artikel.
Voor FTSD wordt verandering genoemd als veroorzaker.
Behandeling voor dystonie is botulinum toxin
Neurorevalidatie voor FTSD -> slow down exercise treatment
SICI: gereduceerde inhibitie in meerdere intracorticale and cortico corticale netwerken. Het is een
lange inhibitie gevolgd door een stille periode. Die periode wordt gemedieerd door GABA inhibitor
netwerken.
SI: corticaal gedreven mechanisme waar spieren rondom de actieve spier geïnhibeert worden om zo
een overflow van spieractivatie te voorkomen.
TMS: Met TMS kan je deze inhibitie meten door een paired pulse. Hierbij stuur je eerst een
conditioneerde puls op M1 en dan een test puls op M1. Verandering van de amplitude geeft info
over de inhibitie.
WC 2
Cross educatie houdt in dat je als een lichaamsdeel traint dat dan ook het contralaterale
lichaamsdeel ook sterker wordt. Wordt vooral gebruikt bij sporters die moeten revalideren.
Het mechanismen die hiervoor zorgt liggen in M1. De interhemisfere connecties en ipsilaterale vezels
zorgen voor paden voor de neurale drive. Deze activiteit wordt gevonden met TMS
CIMT is constraint-induced movement therapy en het is een methode om de verlamde arm of been
te trainen bij CVA patiënten. Dit doen ze door de niet verlamde arm in een mitella te doen waardoor
die niet gebruikt kan worden, dan moeten ze wel de verlamde arm gebruiken.
Shaping is het trainen van het aangedane lichaamsdeel waarbij gericht wordt op ADL activiteiten
Onderzoek van Taub
- 1ste onderzoek: hinderen van beweging van intacte kant voor aantal dagen, het spontane
gebruik van aangedane arm kan hersteld worden
- 2de onderzoek: na operatie wordt beweging van de arm voor 3 maanden gehinderd. Kort na
operatie kan de aangedane arm niet bewogen worden door spinal shock. Na 3 maanden kan
aangedane arm wel bewogen worden.
Unmasking is ontdekken van motorische controle ipv een herstel proces
WC 3
,Homonieme hemianopsie zorgt voor uitval van een zijde van het gezichtsveld. Wordt veroorzaakt
door een laesie in tractus opticus
Scotoom is een aandoening met een vlek in het zichtveld, komt door een laesie in deel van V1
Blindsight zijn de patiënten corticaal blind, maar onbewust kunnen zich manoeuvreren door een
gang met obstakels.
Blindsight kan doordat er nog paden zijn die V1 en dan gaat info gelijk van LGN naar V2
WC 4
Cognitieve functies die achteruitgaan bij ouderdom:
- Werkgeheugen (dLPFC)
- Verwerkingssnelheid minder (minder witte stof banen)
- Lange termijn geheugen minder (medio temporale kwab)
Ouderen doen aan overcompensatie, bij makkelijkere taken laten ze meer activiteit zien in de
hersenen dan jongeren.
HAROLD (hemisferische reductie in asymmetrie): verhoogde activiteit in bilaterale regio’s
PASA (posterior-anterior shift): meer taken shiften naar anterior zijde van het brein, dit houdt in dat
de taken complexer worden op latere leeftijd.
Deze verschuiving is apart aangezien eerst het anterior gedeelte afneemt in het brein in het
algemeen.
CRUNCH houdt in dat ouderen meer neurale rescoures gebruiken dan jongeren, ook al als de taak
lage cognitieve vaardigheden nodig heeft.
Scaffolding houdt in dat je alternatieve circuits gebruikt om een cognitief doel haalt, dit kan
verbeterd worden door nieuwe dingen te leren met mentale en cognitieve oefeningen.
Bij gebruik van prothese is een afname te zien in alfa power in linker temporele regio doordat het
bewegen met prothese nog niet geautomatiseerd is, dus er is meer neurale activiteit dus minder
inhibitie en dat zorgt voor lage alfa power.
Door gaze training wordt efficiënter gebruik gemaakt van waar je welk moment heen kijk, dus dan
kan er ook sneller bewogen worden.
Je kan het bekijken vanaf een theoretisch perspectief en van een toegepast perspectief. In theorie is
het belangrijk om te begrijpen waarom de gebruikers deze inefficiënte strategieën toepassen
ondanks verbetering in hun vaardigheden. En vanuit toegepast perspectief zouden de methode die
gebruikt zijn, gebruikt kunnen worden om de bruikbaarheid van de prothese handen te beoordelen.
WC 5
Onderzoek van Calvo-Merino et al. In het onderzoek werd hersenactiviteit gemeten van dansers,
zowel mannen als vrouwen. Bewegingen observatie activeert de linker dorsale premotor cortex, dit
laat zien dat als je expert ben dat je dan je AON actief wordt als je bepaalde bewegingen.
Bij imitatie wordt hersenactiviteit gevonden in de premotor cortex. Dit vooral in de beginnende fase
van leren. Hierbij wordt dus de activiteit geïmiteerd. AON zorgt dus voor observatie van beweging en
imitatie van de beweging.
,College 1: Introductie & Anatomie
Historische namen
Franz Joseph Gall
Een van de eerste neuropsychologen; grondlegger van frenologie
Frenologie: als een hersengebied veel gebruikt dan wordt deze groter en dat is te voelen in de
schedel want dan komt dr een hobbel.
Pierre Flourens
De eerste bekende holist. Holisten denken dat verschillende gebieden uit de hersenen samenwerken
voor beweging.
Hij begon als lokalist. In onderzoek veroorzaakte hij laesies in breinen van konijnen. In de resultaten
vond hij locatie voor motoriek en coördinatie, maar niet voor geheugen of cognitie.
Hij kwam met de aggregate field theory: het gehele brein doet mee aan gedrag, omvang van de
beschadiging bepaald de mate van uitval.
John Hughlings Jackson
Een van de eerste lokalisten. Hij maakte een topologische indeling op basis van epilepsie patiënten.
Paul Broca
Een van de eerste lokalisten. Hij had een patiënt die alleen maar Tan kon zeggen, na de dood van de
patiënt vond Broca een beschadiging in de frontaal kwab. Dat heet nu het Broca gebied.
Fritsch & Hitzig
Waren lokalisten en fysiologen. Ontdekte verschillende bewegingsgebieden in de hersenen, dit
deden ze door elektrische stimulatie in de cortex van honden
Luria
Vond de functionele hiërarchie uit in 1920. Complex gedrag is opgebouwd uit subcomponenten die
geïntegreerd worden. Motor is top down en sensoriek is bottom-up.
Hiërarchie theorie: na laesie hogere functies (geheugen) minder aangedaan dan lagere functies
(hersenstam).
Cliniocoanatomische methode: uitvalsverschijnselen van patiënten met een focale laesie in kaart
brengen.
- Lokalistisch:
brein georganiseerd op basis van functie. Elke functie wordt vertegenwoordigd in een
specifiek gebied in het brein. Dus als een deel in het brein wegvalt dan vallen alleen bepaalde
aan dat gerelateerde gebied functies weg.
- Holistisch:
hele brein speelt rol in gedrag. Bewegingen zijn complex en meerdere hersengebieden zijn
actief. Het zijn geen losse onderdelen maar een vervlochten systeem.
Corticocorticale connecties: tussen 2 corticale gebieden
, Thalamocorticale connecties: van cortical naar de thalamus
Corticothalamische connecties: van thalamus naar corticale gebied
Corticofugal projecties: van cortex naar perifere
Convergentie: veel neuronen die input geven voor een neuron
Divergentie: een neuron geeft zijn signaal door aan veel verschillende neuronen
Neurale circuits: groep van verbonden neuronen die samen specifieke informatie verwerken
Plasticiteit: verandering in activatie binnen een circuit door leren.
Hypothalamus functies: controleert functies die belangrijk zijn voor behoud van homeostase en
controle van de hypofyse
Hippocampus zorgt voor rol bij emotioneel gedrag en geheugen
Belangrijkste motorische gebieden in de frontale cortex:
- Primaire motor cortex (M1)
- Premotor cortex
- Supplementaire motorcortex
Functies prefrontale cortex: plannen, organiseren, uitvoeren van taken
Heschl’s gryus ligt in het superiore deel van de temporale kwab, is voor auditieve functies
Brodmann gebieden: indeling op basis van cel architectuur door middel van histologische kleuring.
(lokalistische benadering)
Associatie cortex: gebied ontvangt en integreert input vanuit verschillende corticale gebieden en
vormen zo onze waarneming van de wereld
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jenstenwestenend. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.62. You're not tied to anything after your purchase.