Bedrijfsfusie: meneer A houdt aandelen in A BV, en meneer D houdt aandelen in B BV, en
we gaan ervan uit dat B BV een onderneming drijft, en dat B BV die onderneming
inbrengt tegen uitreiking van aandelen door A BV. Deze transactie heeft potentieel
gevolgen voor B BV, want die onderneming wordt immers overdragen aan A BV. Als er
meerwaarde zit in B BV dan leidt dat tot afrekening van VPB op het niveau van B BV op
aandeelhouders niveau gebeurt niks. Meneer A blijft aandelen in A BV houden en meneer
B blijft aandelen in B BV houden.
De zuivere splitsing: meneer A houdt alle aandelen in A BV, er zit vermogen in , in vorm
van een onderneming. stel dat hij die onderneming wil splitsen in geval van zuiver
splitsing wordt het vermogen van A BV verdeeld over aandelen in B BV en C BV. Dan heb
je dus dat vermogen in A BV opgedeeld. A BV zie je na splitsing niet meer terug want bij
zuivere splitsing verdwijnt de splitsende vennootschap en er dan twee nieuwe
verkrijgende vennootschappen B BV en C BV. Deze transactie heeft zowel op
aandeelhouderniveau als op vennootschapsniveau consequentie. Op
aandeelhoudersniveau hield meneer A de aandelen in A BV en na de splitsing bestaat A
BV en heeft meneer A ook geen aandelen in A BV maar heeft hij in feite door middel van
die splitsing geruild voor aandelen in B BV en C BV. De transactie kan consequenties
hebben voor meneer A, maar kan ook consequenties hebben voor A BV want die
verdwijnt je kunt je afvragen of dat niet tot afrekening moet leiden.
Afsplitsing: verschil tussen zuiver splitsing en afsplitsing; de overdragende
vennootschap, A BV, blijft bestaan. In dit geval kan A BV een deel van zijn
vermogen afsplitsen naar een nieuw opgerichte dochter.
Juridische fusie: je hebt meneer A met aandelen in A BV en meneer B heeft aandelen in
B BV. En het is de bedoeling dat die gaan fuseren en in deze fusie vorm verdwijnen zowel
A BV als B BV en het vermogen van die twee vennootschappen wordt overgedragen aan
een nieuwe verkrijgende vennootschap, Y BV. Ook hier zie je dat op beide niveaus, zowel
aandeelhoudersniveau als vennootschapsniveau, consequenties heeft. de aandelen in de
oude vennootschap verdwijnen en ze krijgen nieuwe aandelen daarvoor terug. Voor
vennootschapsniveau geldt dat A en B BV verdwijnen, het vermogen wordt overgedragen
naar Y BV.
Een onderscheid dat we kunnen maken is enerzijds de aandelenfusie en bedrijfsfusie en
anderzijds de juridische fusie en juridische splitsing. We maken deze onderscheid omdat
bij aandelenfusie en bedrijfsfusie maar op een niveau de fiscaliteit relevant is. bij de
aandelenfusie zie je een potentiele realisatie op aandeelhoudersniveau, en verder niet op
vennootschapsniveau. Bij bedrijfsfusie zie je dat daar op vennootschapsniveau wel
begeleiding nodig is maar niet op aandeelhoudersniveau omdat op aandeelhoudersniveau
niks veranderd. Aandelenfusie en bedrijfsfusie hebben gemeen dat slechts op een niveau
fiscaal begeleiding nodig is, bij aandelenfusie op aandeelhoudersniveau en bij
bedrijfsniveau op vennootschapsniveau.
Als je dat vergelijkt met juridische splitsing en juridische fusie dan zal je zien dat een
transactie op beide niveaus de begeleiding is zowel op aandeelhoudersniveau als op
1
, vennootschapsniveau. De begeleiding die wordt gebonden op aandeelhoudersniveau bij
juridische splitsing en juridische fusie komt overeen met d begeleiding van aandelenfusie
en de begeleiding die wordt gebonden op vennootschapsfusie komt overeen met die van
de bedrijfsfusie.
Bovenstaande transactie leiden allemaal tot reorganisatie van bedrijven. Die
reorganisaties zijn meestal van zakelijke aard. Die reorganisatie kunnen tot realisatie
momenten leiden en daar heeft de wetgever faciliteiten voor opgenomen in de wet omdat
de wetgever niet wilde dat bedrijven die om zakelijke redenen reorganiseren dat niet zou
kunnen doen. Er zijn wel belemmeringen in de wet opgenomen omdat bij al deze
transacties de tegenprestatie een uitreiking van aandelen is. en dat betekent dat als
afgerekend zou moeten worden in de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting ter
zake van deze transactie dat partijen in problemen komen omdat zij geen cash maar
aandelen krijgen. Als het zakelijk geïnspireerde transacties zijn dan wil de fiscus dat die
belemmering van fictief afrekening niet bestaat, dat is de reden waarom deze transactie
onder voorwaarden gefascineerd worden. Dus de fiscus is bereid om faciliteit te verlenen
om de winst bij overdracht niet in aanmerking te nemen bij de belastingplichtige. Dat is
de inhoud van al die faciliteiten. Maar dat gebeurt onder voorwaarde van doorschuiving
van de fiscale claim. De fiscus stelt de voorwaarde dat de verkrijger doorgaat met de
boekwaarde van de desbetreffende vermogensbestanddelen van de onderneming. en
daarmee wordt bereikt dat als dat vermogensbestanddeel wordt verkocht dat de
belasting die nu ter zake van de reorganisatie verschuldigd is geworden vanwege de
faciliteit later alsnog verschuldigd kan worden. Met andere woorden het gaat in dit geval
om belasting uitstel en geen vrijstellingen. Belasting uitstel is het systeem van al de
faciliteiten.
Als ik in een aandelenfusie mijn aandelen overdraag voor 100 terwijl ik ze ooit voor 40
verkregen heb dan zou ik 60 winst maken dan zegt de aandelenfusiefaciliteit die van
toepassing is nee je hoeft niet over die 60 te betalen maar de nieuwe aandelen die je
krijgt die mag je niet op 100 waarderen maar moet je voor 40 op de balans zetten. En
als ik een week later die aandelen voor 100 aan een derde zou verkopen dan maak je
alsnog die winst van 60 maar je krijgt in dit geval cash waardoor je ook aan je belasting
kan voldoen. Dat is de uitgangspunt van al die faciliteiten. Blijf beseffen dat het gaat om
uitstel van belasting.
Er bestaat een fusie-richtlijn, een fiscaal rechtelijke fusie-richtlijn. Je hoeft het niet te
bestuderen maar goed om de faciliteiten te begrijpen!!! Het gaat in dit geval over
grensoverschrijdende juridische fusie, splitsingen enz. NL heeft zich voor binnenlandse
gevallen geconformeerd aan fusie richtlijn.
Aandelenfusie faciliteit artikel
Meneer A heeft aandelen A BV en meneer B heeft aandelen in B BV. En meneer B brengt
zijn aandelen in A BV tegen aandelen in A BV. Meneer B verruilt eigenlijk zijn aandelen in
B BV met aandelen in A BV. Dit is gewoon een vervreemding , ruil van aandelen, je hebt
geen ficties voor nodig. Meneer B vervreemdt zijn aandelen B BV aan A BV en de
tegenprestatie is uitkering van aandelen in A BV.
Als meneer B ondernemer is dan vinden hiervoor de faciliteiten in artikel 3.55 IB. daar
zie je dat begrip aandelenfusie wordt gedefinieerd. Lid 1 houdt de faciliteit al in. wanneer
sprake is van een aandelenfusie vinden we in lid 2. De overnemer moet ten minste 50%
van de stemrechten na de overname hebben. Die faciliteit is van toepassing als A BV ten
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zohra1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.