Aan de rechterkant zie je de thema’s
die vandaag betreft de fiscale eenheid
worden behandeld.
Onderstaande thema´s komen allemaal
in dezelfde volgorde terug in de wet. De
wet is niet het enige wat betrekking
heeft op een fiscale eenheid. Er is
ook een besluit Fiscaal eenheid.
Hierin worden bepaalde
onderwerpen betreft fiscale eenheid
behandeld. Het begint met allemaal
algemene bepalingen, voorwaarden
voor het vormen van een fiscale
eenheid (artikel 1 tot en met 7
zijn bepalingen die gaan over de
totstandkoming van een fiscale
eenheid.)ook in het besluit zie je de
volgorde van de wet terugkomen.
Elke keer als je gaat kijken kan een
FE gevormd worden dan moet je
kijken naar artikel 15 Vpb en de
eerste bepalingen van de FE. Stel dat in de tentamen een vraag komt over
aandelen met bijzondere rechten dan zie je dat artikel 15 Vpb daar iets over zegt
en artikel 2 besluit zegt daar iets over.
, artikel 15
Vpb: artikel
15 Vpb: wat doet een
fiscale eenheid
Hoofdregel is dat je op
grond van artikel 2 Vpb
van elk lichaam
zelfstandig belasting heft.
Dus elke BV moet zijn
winst berekenen en daar
aangifte over doen. De FE
maakt daarop een hele
grote uitzondering
daarop. Artikel 15 zegt
dat als er twee BV’s zijn
die een Fiscale eenheid
vormen dan heb je nog
steeds twee juridische rechtspersonen, in juridische zin is dus helemaal niks
veranderd, maar in fiscale zin doen we alsof er een rechtspersoon. Dat doen we
door de werkzaamheden en het vermogen van de dochtermaatschappij toe te
rekenen aan de moeder. Dat wordt ook wel de alsof-fictie genoemd. Je moet net
doen alsof alle bezittingen van de dochter van de moeder zijn. alle schulden van
de dochter doen we net alsof die van de moeder zijn. je denkt dus die hele
dochter weg en als wat die dochter BV doet dat reken je toe aan de
moedermaatschappij. We hebben groepen in Nl die bijv. 300 vennootschappen
hebben in NL en dat zouden ze voor al die 300 vennootschappen apart aangifte
moeten doen. Het is een heel groot voordeel als er maar een aangifte belasting
hoeft te worden ingediend en niet voor elk entiteit apart. Het is dus een goede
reden om een FE eenheid te hebben.
Stel je hebt een BV A en die heeft een winkel in Adam en Rdam. De winst van de
winkel in Adam en rdam gooien we gooien op een hoop. Artikel 2 lid 5 zegt dat
een BV wordt geacht een onderneming te drijven. dat betekent dat alle winst in
Amsterdam wordt vermengd met de winst in Rdam. Als de Adamse winkel een
winst behaalt van 100 en in dat zelfde jaar behaalt rdam een verlies van 100 dan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zohra1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.