Week 4 DEELNEMINGSVRIJSTELLING
De deelnemingsvrijstelling staat in artikel 13 Vpb.
Waar komt het probleem van dubbele heffing
vandaan? Om dit te verhelderen gebruiken we
een voorbeeld van een M die een deelneming
heeft in de dochter en van een M die een
deelneming heeft in een maatschaap. Hoe
werkt het in de wet Vpb uit met name met
subject gebonden toerekening van winst. wat
e Vpb eigenlijk doet die zoekt een subject op
die belastingplichtig is (artikel 2) en als wij die
subject gevonden hebben dan heeft die ook
zijn eigen winst, zijn eigen rechten en
verplichtingen. Die rekenen we aan dat subject toe en aan niemand anders.
Uitwerking maatschap:
Is de maatschap belastingplichtig? Een
maatschap is in beginsel transparant
voor de Vpb. Dus die maatschap is geen
subject van heffing in de Vpb. Daar zit
aan vast dat ik ook geen winst aan die
maatschap kan toerekenen. De winst die
de maatschap maakt is voor Vpb
doeleinden niet van die maatschap. Het
kan niet aan die maatschap worden
toegerekend omdat die maatschap geen
subject van heffing is. M BV is dan wel
een subject van heffing (staat genoemd
in atikel 2). Aan een subject van heffing
kan je dus ook een object toerekenen.
Daar zit in de eigen winst die de BV zelf maakt maar daar zit ook bij in de winst
, van de maatschap als zodanig omdat
ik de winst niet bij de maatschap kan
heffen omdat het transparant is voor
de Vpb. Hier doet zich geen enkel
probleem van dubbele heffing voor
omdat de winst van de maatschap
maar 1x in de heffing wordt
betrokken door toerekenen aan de
moeder.
Je krijgt wel met dubbele heffing te
maken wanneer je met een moeder
en een dochtermaatschappij te
maken krijgt. Die
dochtermaatschappij is een subject van heffing en die heeft ook een eigen object
van heffing. Dus de winst die
dochtermaatschappij maakt wordt echt bij
de dochtermaatschappij belast en niet bij
de moeder. Die moedermaatschappij is ook
een subject van heffing en dus ook
belastingplichtig en kan een object aan
worden toegerekend. We hebben twee
belastingplichtige hier die uiteindelijk voor
dezelfde object in de belasting heffing
worden betrokken. Het object van winst bij
de moedermaatschappij is al het winst dat
de moedermaatschappij zelf maakt en de
winst uit de aandelen in die
dochtermaatschappij. Als er een dividend
uitkering komt van de D aan de M. dan is
een winst die bij de moedermaatschappij gewoon in de heffing gaat in beginsel
(hoofdregel uitzondering: deelneminsvrijstelling). Dit leidt economisch tot
dubbele belastingheffing. Want wat we zullen dat bij de D de winst van de
dochter wordt belast en daarover Vpb wordt betaald en wat er overblijft komt bij
de moedermaatschappij en wordt nog een keer in de heffing meegenomen als er
geen deelnemingsvrijstelling van toepassing zou zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zohra1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.