Samenvatting Hoorcolleges 2.5C Deviantie en Criminaliteit in de Stad (FSWE2-052-A)
2 views 0 purchase
Course
Deviantie en Criminaliteit in de Stad (FSWE2052A)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Samenvatting van alle hoorcolleges van blok 2.5C Deviantie en Criminaliteit in de Stad (FSWE2-052-A) voor het tentamen. De samenvatting is geschikt voor studenten Pedagogische Wetenschappen aan de Erasmus Universiteit.
08-02-2022
Hoorcollege 1. Wat is criminologie?
Er kan naar criminologie en pedagogiek worden gekeken aan de hand van drie begrippen:
• Preventie: als bepaald (crimineel of deviant) gedrag eerder gesignaleerd zou worden,
kan men eerder geholpen worden;
• Risicotaxatie: de middelen die we kunnen inzetten, moeten ingezet worden op de
plekken waar deze de meeste invloed kunnen hebben -> bij risicojongeren;
• Diagnostiek en behandeling.
De meeste jongeren die crimineel gedrag vertonen stoppen naarmate ze ouder worden ->
leeftijd is een factor die een grote rol speelt. Aan de age-crime curve is te zien dat mannen
meer deviant en crimineel gedrag vertonen dan vrouwen. Na een leeftijd van 15 jaar stijgt
de prevalentie van deviant gedrag. Tussen de leeftijd van 18 - 23 is de prevalentie van
deviant/crimineel gedrag het hoogst. In deze periode hebben ze weinig
verantwoordelijkheden maar krijgen ze meer vrijheden.
Voor de meeste kinderen neemt de agressie (temper tantrums) sterk af rond het 2e of 3e
levensjaar. Dit komt door een verbeterde emotieregulatie en omdat kinderen vanaf dan
kunnen communiceren door middel van taal -> frustraties komen zo tot uiting op een pro-
sociale manier.
Vanaf een leeftijd van 12 jaar kunnen kinderen strafrechtelijk vervolgd worden. Vanaf een
leeftijd van 16 jaar kunnen kinderen volgens het volwassenstrafrecht berecht worden. Er is
sprake van een ‘dark figure of crime’ omdat de prevalentie sterk afhangt van welke
gegevens worden gebruikt -> zelfgerapporteerd daderschap geeft een betere weergave van
de prevalentie. Het zelfgerapporteerd daderschap onder kinderen < 12 jaar is stabiel -> 21%
tussen 2005-2020. Agressiedelicten en vermogensdelicten komen het meest voor.
Bij kinderen > 12 jaar daalt de officieel geregistreerde jeugdcriminaliteit. De
zelfgerapporteerde criminaliteit op deze leeftijd ligt op ongeveer 33% -> er wordt dan nog
geen rekening gehouden met online delicten. Geweldsdelicten (21%), vermogensdelicten
(19%) en vandalisme (13%) komen het meest voor in deze groep jongeren.
Kinderen zijn vaak slachtoffers van huiselijk geweld. Ze kunnen slachtoffer zijn van fysiek
misbruik, psychologisch/emotioneel misbruik en/of seksueel misbruik en verwaarlozing ->
119.000 kinderen per jaar. Door corona vindt er bijna drie keer zo veel kindermishandeling
plaats sinds het begin van de lockdown. De stijging van meldingen, adviezen en onderzoeken
duidt op een groeiend bewustzijn en bereidheid om een melding te doen
Criminologie helpt de pedagoog bij het:
• Beschrijven/begrijpen/verklaren van crimineel/deviant gedrag en slachtofferschap;
• Beschrijven/begrijpen/verklaren van (de invloed van) sociale reacties op deviant
gedrag en slachtofferschap;
• Bedenken en evalueren van aanpak of interventies bij deviant gedrag en
slachtofferschap.
-> Er is kennis als input voor advies, begeleiding en behandeling.
1
, 2.4 Geschiedenis van Opvoeding en Onderwijs
In dit vak wordt criminaliteit behandeld vanuit verschillende invalshoeken:
• Sociaalpsychologisch: de invloed van anderen (ouders, vrienden, collega’s) op de
gedachten, gevoelens en gedragingen van het individu;
• Sociologisch: de mens in context van de maatschappij;
• Criminologisch: er zijn slachtoffers, daders en maatregelen -> focus van het vak.
Volgens de criminologie zijn de criminaliteit en dader sociaal geconstrueerd. De strafmaat
wordt beïnvloed door de maatschappij en verandert met de tijd. Criminologie is de studie
van criminaliteit, daders en het strafrechtssysteem.
Er zijn drie kenmerken van de criminologie:
1. Criminologie is wetenschap en dateert terug naar de 19e eeuw;
2. Criminologie is een objectwetenschap;
3. Criminologie is multidisciplinair.
(1) Criminologie is wetenschap:
• Jeremy Bentham (1747-1832): vond een crimineel iemand met een vrije wil, hij was
een voorstander van een rationeel en eerlijk strafrechtssysteem omdat dit beter zou
werken, proportionaliteit van straffen -> straf van dezelfde aard als het delict,
panopticon -> gevangenis met een centrale toren;
o Kritiek was dat Bentham ervan uitging dat de maatschappij eerlijk/gelijk was.
• Cesare Beccaria (1738-1794): wilde rationeel en eerlijk strafrechtssysteem -> straf en
delict moeten een verband kennen, mensen hebben een vrije wil (hij was geen
aanhanger van het determinisme), afschrikkende werking van straffen;
• Adolphe Quetelet (1815-1874): vond dat ‘de crimineel’ anders is, hij was de
grondlegger van de sociale statistiek -> physique social. Quetelet deed empirisch
onderzoek: meten = weten, en hij was geïnteresseerd in ‘the average man’ om de
gemiddelde persoon te meten -> als men hiervan afweek was dit een verklaring voor
deviant gedrag;
• Cesare Lombroso (1836-1909): dacht dat je aan de fysieke trekken van een individu
kon zien of ze crimineel waren. Hij vond dat de crimineel ‘anders’ was en dacht dat
criminelen zo geboren werden -> nature. Daarnaast geloofde hij in het atavisme ->
omgekeerde evolutie waardoor we op een primaire mens gaan lijken. Zijn manier van
denken heeft een hoop negatieve consequenties gehad -> sterilisatie, genocide.
Lombroso bracht wel de focus van het strafrecht terug naar het individu.
Tegenwoordig (20e eeuw) is de criminologie een volledig zelfstandige wetenschappelijke
discipline, waarvoor empirisch onderzoek de basis vormt. Hierbij is de kern, “meten is
weten” -> kort door de bocht.
(2) Criminologie is een objectwetenschap: er zijn verschillende disciplines die hetzelfde
object onderzoeken -> criminaliteit. Er wordt gekeken naar specifieke vormen van
criminaliteit en alles wat hiermee samenhangt
(3) Criminologie is multidisciplinair: er worden theoretische en methodologische
perspectieven uit verschillende wetenschappelijke disciplines gecombineerd.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller riccigeenen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.