Onderwijswetenschappen: Problemen en Interventies op School (FSWE2082A)
Summary
Samenvatting Hoorcolleges 2.8C Onderwijswetenschappen: Problemen en Interventies op School (FSWE2-082-A)
5 views 0 purchase
Course
Onderwijswetenschappen: Problemen en Interventies op School (FSWE2082A)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Een samenvatting van alle colleges van blok 2.8C Onderwijswetenschappen: Problemen en Interventies op School (FSWE2-082-A) voor het tentamen. De samenvatting is geschikt voor studenten Pedagogische Wetenschappen aan de Erasmus Universiteit.
Onderwijswetenschappen: Problemen en Interventies op School (FSWE2082A)
All documents for this subject (6)
Seller
Follow
riccigeenen
Reviews received
Content preview
2.8 Onderwijswetenschappen
31-05-2022
Hoorcollege 1. Problemen en Interventies op School
Binnen de onderwijswetenschappen bestudeert men:
- Leren: hoe ontwikkelen kinderen, jongeren en volwassenen kennis en vaardigheden;
- Instructie: hoe richten we het onderwijs zo in dat zij die kennis en vaardigheden
optimaal kunnen ontwikkelen?
-> Het constructivisme is hierbij leidend.
Bij de onderwijswetenschappen kijkt men naar verschillende niveaus:
- Macroniveau: onderwijs op landelijk gebied -> politieke besluitvorming;
- Mesoniveau: onderwijs op het niveau van de school -> organisatie van de school;
- Microniveau: onderwijs op het klasniveau -> leerlingen motiveren/stimuleren;
- Nanoniveau: onderwijs voor het individu -> processen binnen een individu.
De definitie van leren is: “een constructief, cumulatief, gesitueerd, coöperatief en
individueel verschillend proces van kennisverwerving, betekenisgeving en
vaardigheidsontwikkeling.”
Het constructivisme ontwikkelde in de jaren ’70 en ’80 -> dit was een nieuwe vorm van
onderwijs. Hierbij wordt de informatie niet ‘voorgezegd’ door middel van een klassikale
instructie, maar bouwen leerlingen hun eigen kennis op in interactie met hun omgeving.
Opvattingen over leren en instructie volgens het constructivisme:
- Kennis opbouwen is een actief, productief proces, waarvoor de verantwoordelijkheid
in eerste instantie bij de leerling zelf ligt -> als een leerling geen motivatie heeft zal
deze minder snel echt gaan leren;
- De uitkomst van het leerproces is individueel: leren is een persoonlijke interpretatie
van nieuwe informatie die wordt beïnvloed door voorkennis en persoonlijke
kenmerken van elke afzonderlijke leerling;
- Tijdens het leren moet men ook met andere communiceren -> samenwerkend leren;
- Zelfsturing (zelfregulatie/metacognitie) en motivatie zijn bepalend voor het
leerproces.
07-06-2022
Hoorcollege 2. Toetsing
Studenten zijn uitermate gevoelig voor het examensysteem. Een verandering hierin, door de
invoering van het Bindend Studie Advies (BSA), zorgt voor grote veranderingen bij
studenten. Dit is te zien in drie domeinen:
- Voortgang: bij het invoeren van het BSA bleef het percentage leerlingen dat het
eerste jaar binnen één jaar haalde gelijk;
- Prestaties: bij het invoeren van een hoger minimumcijfer bleef het percentage
leerlingen dat > 5,5 of > 6,0 scoorde gelijk;
- Motivatie: bij een strenger BSA werden de cijferdoelen, cijferverwachting, geloof in
eigen kunnen (self-efficacy) en interesse van studenten hoger;
- Zelfregulatie: bij een strengen BSA vertonen studenten een beter tijdsbeheer, meer
doorzettingsvermogen, meer organisatie-vaardigheden, hogere metacognitie, maar
ook meer toetsangst.
1
, 2.8 Onderwijswetenschappen
Bij het vergelijken van de doelen en de verwachte prestaties van leerlingen vormen zich
twee latente groepen, die een verschillende mate van motivatie hebben:
- Groep 1: stellen hogere doelen en verwachtingen -> hoge motivatie;
- Groep 2: stellen minimale doelen en verwachtingen -> lagere motivatie.
Het curriculum binnen het onderwijs bestaat uit drie onderdelen:
- Doelen: geven richting aan de lesinhouden, de instructie en toetsing;
- Instructie: omvat activiteiten, boeken, materialen, interacties;
- Toetsing: uiteindelijke manier om te meten of de doelen zijn behaald.
Mogelijke doelen van onderwijs zijn: (1) aanleren van kennis en vaardigheden, (2) kritische
houding aanleren, (3) selectie, (4) leren leren, (5) meritocratie creëren, (6) reproductie van
ongelijkheid, (7) bewijs van doorzettingsvermogen, (8) leren omgaan met stress en (9) leren
leuk leren te vinden.
Doelen van het onderwijs volgens Biesta zijn:
- Kwalificatie: kennis en vaardigheden aanleren voor een later beroep;
- Socialisatie: vorming in normen en waarden, tradities en omgangsvormen binnen de
bestaande samenleving;
- Subjectificatie: men moet om leren gaan met de vrijheid en verantwoordelijkheid die
hij/zij heeft binnen een democratie. Men is de eigenaar van zijn eigen gedrag en
handeling en moet hierin een balans vinden tussen eigenbelang en het belang van de
mensen om hem/haar heen.
Er zijn verschillende factoren bij metingen. Eerst moet men zich realiseren dat het meten van
een training en wedstrijd niet gelijk staan. Hoe meer belang men aan een meting voor
sociale processen hecht, hoe groter de kans is dat deze meting de sociale processen die het
wil meten kan verstoren. Het is belangrijk dat de meting op de doelen aansluit -> alignment.
Bij alignment hebben alle doelen van het curriculum een evenwichtige kans om te worden
getoetst. Het gevolg hiervan is dat het leergedrag een evenwichtige kans heeft om bij te
dragen aan de prestaties op de toets. Zo kan men bereiken dat de studenten die zich goed
voorbereiden, ook daadwerkelijk de toetsen halen -> ideale situatie. In de realiteit is er vaak
sprake van misalignment.
Er zijn veel motivationele redenen om te studeren -> baan, geld, aanzien, ouders trots
maken, expert worden, leuk vinden, expressie. Er zijn twee soorten motivatie:
- Motivatie om te leren: wat men leert en de volharding in het bereiken van dat doel;
- Motivatie om te presteren: het cijferdoel en de volharding in het halen van dat cijfer
-> Bij alignment in het onderwijs zijn de motivatie om te leren en presteren identiek.
Toetsitems zouden een eerlijke representatie moeten zijn van twee dimensies: (1) de
kennisdimensie en (2) de cognitieve procesdimensie. Bij een goede alignment is er een
willekeurige steekproef binnen deze twee dimensies. Dit blijkt vaak niet het geval te zijn
binnen het onderwijs. Sommige doelen uit het curriculum hebben een grotere kans om
getoetst te worden -> cognitieve misalignment van inhoud. Er is ook misalignment van inzet
-> om een voldoende te halen hoeft men maar 60% van de vragen goed te beantwoorden.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller riccigeenen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.