Je herkent het geslacht van een baby aan de geslachtskenmerken.
Geslachtskenmerken = lichaamskenmerken waaraan je een geslacht herkent.
De primaire geslachtskenmerken bij een jongen zijn de penis en de balzak. Bij een meisje aan haar
vulva.
Intersekse = mannelijke en vrouwelijke lichaamskenmerken.
Ongeveer op je 12e kom je in de puberteit. Dan verander je geestelijk, lichamelijk en sociaal. Je
groeit, hebt schaamhaar en je voortplantingsorganen ontwikkelen.
Secundaire geslachtskenmerken = geslachtskenmerken die in de puberteit ontstaan. (schaamhaar ,
baardgroei, bredere heupen en borsten)
Ook krijg je te maken met geestelijke veranderingen. Meisjes worden eerder volwassen dan jongens.
Je gevoelens, gedachtes, zelfstandigheid en sociaal leven veranderd ook.
2.4 Een vrouw
In een eierstok zitten onrijpe eicellen. Eicellen zijn vrouwelijke geslachtscellen. Deze zijn aanwezig
sinds de geboorte. Deze ontwikkelen zich in de puberteit. Hij komt 1 keer per maand rijp en komt vrij
in de eierstok.
Ovulatie of eiersprong = eicel komt vrij in eierstok.
De eileider vervoert de eicel naar de baarmoeder. Hij blijft maar 12 tot 24 uur in leven. De resten
worden opgenomen in het bloed. Dit gebeurt in de eileider. Een eicel bevat veel reservevoedsel
daardoor is die erg groot. Het is nodig bij de eerste ontwikkeling als die wordt bevrucht.
De clitoris bestaat uit zwellichamen. Als een vrouw opgewonden raakt vullen ze zich met bloed en
worden ze groter.
De vagina verbindt de vulva met de baarmoeder. Klieren in de wand van de binnenste schaamlippen
maken bij opwinding slijm aan. De binnenste schaamlippen zijn na de puberteit groter dan de
buitenste. Het maagdenvlies is een randje weefsel voor de vagina. Het is niet dicht en niet iedereen
bloedt de eerste keer.
De wand van de baarmoeder bestaat uit een dikke laag spieren en binnen met baarmoederslijmvlies.
Dit heeft veel bloedvaten. 1 keer per maand laat dit los en dan bloed je. Door samentrekkingen van
de spierlaag van de baarmoederwand wordt het slijmvlies met bloed afgevoerd. Dit is de
menstruatie. Na de menstruatie wordt het baarmoederslijmvlies dikker en krijgt meer bloedvaten
voor de zwangerschap. De ovulatie vindt plaats op de 14de dag na de menstruatie. Is de eicel niet
bevrucht, dan op de 29e dag. Menstsruatiecyclus = afstoten en opbouwen van baarmoederslijmvlies.
Testosteron, oestrogeen
Hormonen = stoffen die zorgen voor de werking van organen.
Hormoonklieren geven hormonen af aan het bloed. Hypofyse produceert stimulerende hormonen.
De eicellen ontwikkelen zich. Word je ouder rijpen er geen eicellen meer en word je niet zwanger of
ongesteld.
3.4 Een man
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tianajenelle9. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.02. You're not tied to anything after your purchase.