100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting het leren stimuleren $9.65   Add to cart

Summary

samenvatting het leren stimuleren

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document vind je een duidelijke, overzichtelijke samenvatting van het vak op weg naar meesterschap D. alle lessen, powerpoints en delen van de cursus zijn erin verwerkt.

Preview 4 out of 47  pages

  • January 18, 2023
  • 47
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
OWMD: het leren stimuleren | Marit Van den Abbeele




HOOFDSTUK 1: LEREN
1. WAT IS LEREN?

Leren gebeurt de hele tijd en in verschillende contexten, heeft een verschillende aard, heeft te maken met
verschillende inhouden, gaat door gedurende onze volledige ontwikkeling.

 Gedrag aanpassen aan de omgeving = leren = vorm van gedragsverandering

1.1 VORMEN VAN LEREN

Schools leren Buitenschools leren

Formeel Informeel

Intentioneel Incidenteel

Schools leren = doelgericht, gestructureerd en wordt georganiseerd door anderen met het oog op het bereiken
van bepaalde vooropgestelde leerdoelen.

 Hoofdzakelijk de leraar bepaalt leerinhouden, -doelen, -situaties, -activiteiten en sturing v.h. leerproces.

Aansluiten bij leef- en belevingswereld leerlingen!!

Buitenschools leren = leren zonder vooropgestelde en expliciete leerdoelen, structurering, externe sturing v.h.
leerproces…

 Kan overal en altijd optreden = spontaan!

Geen duidelijk onderscheid tussen beiden!  Bv: werkplekleren = leren in een authentieke beroepscontext =
intentioneel EN informeel!

1.2 LEERTHEORIEËN


1.2.1 EEN BEHAVIORISTISCHE VISIE OP LEREN

“Hoe beïnvloeden externe factoren het leergedrag bij mensen en dieren?”  De omgeving bepaalt wat iemand
doet en leert.

 John Watson (grondlegger)

Het onderzoeken van het zintuigelijk, direct en objectief waarneembaar gedrag staat
centraal.

 Black-box-benadering: de relatie tussen prikkel en gedrag wordt bestudeerd.

Stimulus (prikkel)  respons (waarneembare reactie op de stimulus)

Mentale leerprocessen worden buiten beschouwing gelaten, nadruk op waarneembare gedragsveranderingen.

1

, OWMD: het leren stimuleren | Marit Van den Abbeele



Verschillende leerprincipes bij de behavioristische visie:

Klassieke conditionering (Pavlov):


Ongeconditioneerde stimulus (voedsel)  ongeconditioneerde respons (kwijlen)

Ongeconditioneerde stimulus (voedsel) + neutrale stimulus (belsignaal)  ongeconditioneerde respons
(kwijlen)

Geconditioneerde stimulus (belsignaal)  geconditioneerde respons (kwijlen)

 Associatieprincipe + onwillekeurige/reflexmatige gedragingen (buiten onze wil)

Operante conditionering (Thorndike en Skinner):

 Gedrag wordt beïnvloed door zijn gevolgen (directe gevolgen)

POSITIEF NEGATIEF
Iets toedienen Iets wegnemen
Wanneer prikkel B wordt Wanneer prikkel B wordt
toegediend weggenomen
BEKRACHTIGER POSITIEVE BEKRACHTIGER NEGATIEVE BEKRACHTIGER
Aanleerder Bv: snoepje krijgen na het eten, Bv: aangekondigde straf gaat niet
Gedrag A + prikkel B  later mogen thuiskomen door? Niet moeten afwassen,
Gedrag A  opnieuw aandacht krijgen
STRAF POSITIEVE BESTRAFFING NEGATIEVE BESTRAFFING
Afleerder Bv: strafstudie krijgen, een punt Bv: aangekondigde beloning krijg
Gedrag A = prikkel B  minder op een toets je niet? Niet mogen uitgaan, aan
Gedrag A  de kant moeten zitten tijdens de
les

 De wet van effect:
- Gedrag/reactie + bekrachtiging  gedrag/reactie zal vaker voorkomen = aanleren
- Gedrag/reactie + geen bekrachtiging  gedrag/reactie zal minder voorkomen = afleren

Waarderen van de kinderen = positief ondersteunen van positief gedrag

Leren door imiteren/modelleren/sociaal leren (Bandura):

 Het nadoen van gedrag (Bobo doll experiment) in 2 fasen:

1. Verwervingsfase = leren door anderen waar te nemen en op te slaan
2. Uitvoeringsfase = afhankelijk van de mogelijke consequenties van het gedrag, het gedrag nadoen

Het leren door imiteren zal pas gebeuren wanneer de lerende…

- De gevolgen bij iemand anders waarneemt
- Aandachtig en bewust waarneemt hoe anderen zich gedragen
- Het gedrag goed heeft onthouden
- Er belang bij heeft of er een motief voor heeft
- Een sterke gelijkenis wil vertonen met het model
- In staat is om het geobserveerd gedrag te reproduceren

2

, OWMD: het leren stimuleren | Marit Van den Abbeele



 Wanneer je bij anderen positieve bekrachtiging ziet bij bepaald gedrag, ben je zelf sneller geneigd dat
gedrag ook te stellen.


1.2.2 EEN COGNITIEVE VISIE OP LEREN

Begin jaren 60  cognitieve revolutie: processen die zich afspelen in het hoofd van een lerende.

 Ontstaan informatietheoretische benadering: leren gaat over het verwerken en opslaan van informatie 
computermodel:

- Input (info uit omgeving selecteren en opnemen, betekenis aan geven)
- Verwerking (info actief bewerken, persoonlijke betekenis aangeven en opslaan in LTG
- Output (o.b.v. die info bepaalde beslissingen nemen, betekenisvolle handelingen stellen)

Mens = een wezen dat voortdurend, altijd en overal, zelfstandig en actief informatie zoekt en creatief verwerkt.
 Richting geven aan gedrag.

Kennisstructuur = representatiesysteem met schema’s en scripts  mappen waarin kennis gestructureerd
wordt opgeslagen en teruggevonden.

 Verwerken alles tot bruikbare, persoonlijke kennis = eigen subjectieve werkelijkheid.

Mens als betekenisgever = centraal

Koppelen van nieuwe kennis aan aanwezige ankerbegrippen.


1.2.3 EEN CONSTRUCTIVISTISCHE VISIE OP LEREN

Jaren 80  aard van kennis en leren = actief proces van kennisconstructie

 Leerproces = actief, betekenisvol, cumulatief, zelfregulerend en doelgericht:

- Actief:  Lerende verwerkt informatie op actieve wijze tot persoonlijke kennis in interactie met
anderen
 Leraar gidst en begeleidt de leerprocessen
- Constructief:  Opbouwend proces, informatie omvormen tot kennis via een subjectieve
betekenisverlening
- Cumulatief:  Er wordt gebouwd op de fundamenten van de reeds verworven opgeslagen kennis.
 Achterhalen voorkennis belangrijk!!  Aansluiten bij beginsituatie misconstructies achterhalen
- Zelfregulering:  Metacognitieve aspecten: eigen leerproces in handen nemen
- Doelgericht:  Richting geven aan het leerproces

Leraar voorziet een gevarieerde en uitdagende leeromgeving!

Inzichtelijk leren (Köhler – chimpansee):

 Het bekijken en analyseren van een probleemsituatie en zo een oplossing zoeken (doelgerichte organisatie
van de probleemsituatie)

Kenmerken inzichtelijk leren:

3

, OWMD: het leren stimuleren | Marit Van den Abbeele



1. Aha-erlebnis
2. Inzicht kan in gelijkaardige situaties worden gebruikt (transfer)
3. Probleemsituatie bekijken vanuit verschillende invalshoeken


1.2.4 EEN CONNECTIVISTISCHE VISIE OP LEREN

Technologische vooruitgang  belangrijker toegang te hebben tot informatie dan ze te bezitten.
Gevolgen:

- Informeel leren
- Leren = continu proces. Verbinding tussen leren en werken

Connectivistische visie: technologie en verbinding = leeractiviteiten.

 Veranderingen m.b.t. waarmee (digitale tools), hoe (geen interne & individuele activiteit) en waar (leren is
altijd en overal mogelijk) we leren

1.3 KENMERKEN VAN LEREN

Leren = veelheid van processen met een aantal gemeenschappelijke kenmerken:

1) Te maken met mentale of interne processen
2) Leeractiviteiten (niet elke gedragsverandering)
3) Sprake van leerinhoud
 Indeling van Bloom (inhoudelijke kennis):
4) Binnen een bepaalde context, leeromgeving of situatie
5) Resultaten zijn stabiele of duurzame gedragsveranderingen
6) Leren en onderwijzen zijn verbonden

Wanneer spreken we niet over leren?
 Tijdelijke of toevallige gedragsveranderingen (alcohol, drugs, vermoeidheid…)

 Rijping: pas sprake van leren wanneer het waarneembaar gedrag wijzigde onder invloed van externe
factoren.

MAAR: tussen rijping en leren = wisselwerking  elementaire gedragsveranderingen komen niet spontaan tot
stand maar vereisen een stimulerende omgeving.

2. HET GEHEUGEN

2.1 WAT WETEN WE ZELF AL OVER HET GEHEUGEN?

Het geheugen = de capaciteit om informatie:

1. Op te slaan
2. Te bewaren
3. Op te halen

Het geheugen = een bron, een middel om te leren en ons te ontwikkelen

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritvandenabbeele. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.65
  • (0)
  Add to cart