Paragraaf 1.1
De Homo Sapiens (de moderne mens) ontstond rond 140.000 v.C. in Afrika en
begon als een jager-verzamelaar.
Kenmerken/levenswijze van de jagers-verzamelaars:
- Ze leidden een nomadisch bestaan, zodra het eten op was in hun
leefomgeving, trokken ze verder.
- Ze woonden in grotten, hutten of tenten. Ze sloegen tijdelijke kampen op
wanneer ze voor langere tijd op jacht gingen.
- Ze leefden in groepen van 20-30 waarbij er bijna geen sociale verschillen
waren. Er was wel een taakverdeling tussen de mannen en de vrouwen,
waarbij de mannen zich bezig hielden met het jagen en de vrouwen met het
voedsel verzamelen.
- Groepen dreven onderling handel en ruilden producten.
- Ze maakten gespecialiseerde gereedschappen en wapens.
- Ze lieten als eerste afbeeldingen na (grotschilderingen).
De jagers-verzamelaars leefden in de prehistorie, want het schrift was nog niet
uitgevonden.
De overgang naar landbouw heeft voor het eerst plaatsgevonden in het Midden-
Oosten (12.000 v.C.)
Oorzaken van de overgang:
1. In de vruchtbare halve maan (Midden-Oosten): Er viel meer regen ->
vruchtbaar gebied ontstond. Er was zoveel voedsel dat mensen zich er voor
langere tijd konden vestigen.
2. Klimaatverandering: Er was droogte en kou -> er was minder voedsel, maar
mensen wilden niet meer een nomadisch bestaan leiden -> ze gingen zelf
voedsel verbouwen.
-> De agrarische revolutie.
Mensen gingen van een nomadisch naar een sedentair bestaan.
Gevolgen van de agrarische revolutie:
- Bevolkingsgroei doordat er meer voedsel was en doordat het geboortecijfer
steeg.
- Veeteelt.
- De uitvinding van nieuwe technieken zoals weven, pottenbakken en de
productie van gepolijst steen. -> Het neolithicum. Later werd er steeds meer
metaal gebruikt, eerst brons, daarna ijzer (bronstijd -> ijzertijd).
, - De gezondheid van de mensen ging achteruit door: mislukte oogst (->
hongersnood), infectieziekten, ziekten door het vee en zware lichamelijke
arbeid.
- Sociale ongelijkheid: sommige boeren waren succesvoller dan andere boeren
-> verschillen in rijkdom, macht en aanzien -> hiërarchie.
Paragraaf 1.2
Mesopotamië (rond 3.300 v.C.): De eerste steden ontstonden.
Oorzaak:
- Zeer vruchtbare grond door overstromingen, een laagje slib bleef achter ->
boeren moesten hun akkers irrigeren -> kanalen, waterreservoirs en dijken
aangelegd. Overvloedige oogsten -> bevolking groeide.
-> Hun kleine nederzettingen groeiden uit tot steden.
Gevolgen:
- Door overvloedige oogsten konden mensen zich specialiseren in andere
activiteiten -> beroepen ontstonden.
- Beroepen -> arbeidsverdeling en hiërarchie.
- Deels ontstaan van het schrift (was ook al een beetje in de agrarische
gemeenschappen).
Soemerië, 3.300 v.C.: het eerste schrift werd uitgevonden.
Nummers, tekeningetjes of pictogrammen (rebussen) -> weergave van klank ->
abstracte tekens (spijkerschrift) -> prehistorie verlaten.
Egypte, 3.100 v.C.: als tweede het schrift uitgevonden
Hiërogliefen -> hiëratische schrift (2.800 v.C.)
1.500 v.C.: De Feniciërs ontwikkelden een alfabetschrift.
Paragraaf 1.3
3.100 v.C.: Het noordelijke en zuidelijke deel van het Nijlgebied werden verenigd.
-> Eerste staat ontstaat. (Het Egyptische Rijk)
Staat = Een afgebakend gebied met een centraal bestuur.
- Farao bestuurde de staat en was ook de hoogste rechterlijke macht.
- De overheid maakte gebruik van een geweldsmonopolie.
- Er waren vaste grenzen en de farao was verantwoordelijk voor de
verdediging daarvan.
- Er waren ambtenaren, die moesten onder andere de landbouw organiseren.
2.000 v.C.: Het Babylonische Rijk werd gesticht.
, Polytheïstische godsdienst = Er worden meerdere goden tegelijkertijd vereerd.
- De farao werd als god vereerd.
- Geloof in leven na de dood, een goddelijk oordeel.
- Farao moest de ‘Maät’ (orde, stabiliteit, harmonie, waarheid en
gerechtigheid) handhaven.
Land en ondernemingen waren eigendom van de staat, alle internationale
handelsexpedities waren in opdracht van de farao -> Geen handelaren -> Geen
handelssteden.
Hoe verschilt Mesopotamië van Egypte?
- De farao werd niet als god vereerd.
- Geen goddelijk oordeel -> iedereen belandde in een grijze onderwereld.
- Minder werk in voorbereiding op de dood.
Paragraaf 2.1
Democratie = Regering door het volk.
-> Dat gebeurde door middel van volksvergaderingen.
Directe democratie = Alle volwassen mannen met burgerrecht mochten
rechtstreeks meebeslissen.
Voorwaarde: Er mogen niet te veel burgers zijn.
= Directe democratie ontstond door stadstaten (poleis).
Polis = Een stedelijke kern omringd door platteland. Meestal een paar duizend
inwoners.
Waarom democratie?
- Onderlinge gelijkheid was erg belangrijk.
- Gewone mannen leverden bijdrage aan oorlogen en hadden invloed geëist in
beslissingen.
Volksvergadering:
- Besloten over oorlog, vrede en bondgenootschappen.
- Stemden 1x per jaar iemand weg met de veel macht, die werd dan voor een
tijd verbannen (ostracisme).
- De rechters, legerleiding en Raad van 500 werden gekozen.
Raad van 500:
- Bereidde volksvergaderingen voor.
- Hield toezicht op ambtenaren
- Kozen maandelijks 50 mannen uit hun midden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinebrouwer2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.45. You're not tied to anything after your purchase.