H3, de tijd van monniken en ridders / de vroege middeleeuwen (500-1000):
3.1 de opkomst van de islam.
k.a. “ontstaan en verspreiding van de islam”
Het ontstaan over de islam is niet wetenschapelijk zeker. Er word aangenomen dat het is gesticht
door de Arabische handelaar, Mohammed, die uitgekozen was als profeet door Allah (Arabische
god). Het geloof heeft joodse en christelijke wortels. Veel verzen uit de koran lijken dan ook op die
van de bijbel. Net als het christendom heeft de islam een boodschap voor de gehele mensheid, de
jihad (heilige strijd). Dit ging eerst om de innerlijke strijd om een goede moslim te zijn en de islam te
verdedigen. Na Mohammeds dood kregen ze ook de verplichting om de godsdienst te verspreiden, zo
nodig met geweld.
Mohammed is rond 570 geboren in Mekka. Hij had belangstelling voor monotheïsme en kreeg de
opdracht om Allahs wil kenbaar te maken. In 622 vlucht hij naar Medina, omdat hij geen succes heeft
in Mekka. In Medina liep het wel goed en zo begon in hetzelfde jaar de islamitische jaartelling. In 630
gaat hij terug naar Mekka met dit keer succes. Na Mohammeds dood in 632 kiezen belangrijke
Arabische leiders een nieuwe kalief (opvolger van profeet als politieke en geestelijke leider). Tussen
632 en 650 breidde de eerste kaliefen het kalifaat (islamitische rijk) uit. In 1650 viel het stil door
burgeroorlogen. Toen kalief Ali stierf in 661 kwamen de Omajjaden familie aan de macht, die een
erfelijke dynastie (regerende familie) startten. Zo ontstonden er twee groepen; sjiieten (volgelingen
van Ali) en soennieten met de meerderheid.
In de 7e eeuw trokken de islamitische legers er weer op uit. In 711 kwamen ze zelfs in de EU, waar ze
Iberische schiereiland (Spanje en Portugal) grotendeels veroverde. Dit werd Al-Andalus genoemd. De
snelle veroveringen waren mogelijk door verschillende dingen; het Perzische en Byzantijnse rijk
waren verzwakt door oorlog tegen elkaar en de pestepidemie, de Arabieren waren militair sterk (ook
dankzij nomaden, die snel rond kunnen trekken), door islam hadden de Arabieren verdeeldheid
gewonnen. De Arabieren streden voor hun geloof, ze geloofde namelijk dat als je sneuvelde naar de
hemel ging en als je overleefde kans had op grote buit.
In 750 werd de Omajjadenfamilie grotendeels vermoord door de Abbasidenfamilie, die een nieuwe
kaliefendynasty stichhte en ook de nieuwe hoofdstad Bagdad (Irak) stichtte. Een Omajjade vluchtte
en werd emir (Arabische vorst) van een onafhankelijk rijk met Porugal en delen van Spanje en
Marokko. Een nakomeling van hem, Abd-al-Raham III, riep zich in 929 uit tot kalief. In de 10 e eeuw
riepen de sjiieten ook een eigen kalifaat uit in Egypte, waar ze de hoofdstad Caïro stichtte. Ook de
rest van het Arabische rijk viel uiteen, de kleinere staten werden bestuurd door een emir of sultan.
Toch bleven de staten economisch en cultureel verbonden. Het rijk werd erg welvarend met de
schitterende steden, de bloeiende beschaving met het Arabische schrift, de islam als godsdienst en
de nieuwe architectuur (moskeeën etc). Ondanks de sterke gemeenschap tolereerde ze wel de
christelijke en joodse mensen.
De islam bleef zich verspreiden. Vanaf de 10 e eeuw vielen islamitische krijgsheren uit Centraal-Azië
de hindoeïstische en boeddhistische koninkrijken in Noord-India aan. Dit leidde tot blijvende
aanwezigheid van de islam in de 13e eeuw toen een krijgsheer het sultanaat van Delhi stichtte.
Juist in die tijd stopt de bloei van het Arabische Abbasidenrijk. Mongolen, nomadische ruitervolken
uit Noord-Azië vielen toen binnen en verwoestten in 1258 Bagdad. De Mongoolse bleven in het
Midden-Oosten aan de macht, maar bekeerde uiteindelijk. In 1525 veroverd een Mongoolse prins
het sultanaat van Delhi en sticht het Mogolrijk, dat in de 17 e eeuw het grootste deel van India
omvatte. De islam drong ook door in Maleisië en Indonesië. Het verdrong zo ook een beetje het
hindoeïsme en boeddhisme als dominante godsdienst. De bekeerde Turken verdrongen in West-Azie
, het Byzantijnse rijk. Ze startte in de 11 e eeuw het Ottomaanse rijk en maken hiermee in 1453 een
eind aan het Byzantijnse rijk.
3.2 hofstelsel en horigheid.
k.a. “de vrijwel volledige vervanging in West-Eu van de agrarische-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid”
Vanaf de 3e eeuw nam de handel en nijverheid af. Wat zorgde voor dat vanaf de 4 e/5e eeuw steden in
West-Eu geleidelijk aan kleiner werden of geheel verlaten zelfs. De landbouwstedelijke samenleving
veranderde in een landbouwsamenleving.
Oorzaken:
- Germaanse invasies. De overheid kon op veel plaatsen geen veiligheid meer bieden aan
handelaren en producenten tegen rovers.
- Oorlog tussen Romeinse en Germaanse legers/ Germaanse volken onderling. Door dit geweld
daalde de productie. Hierdoor kon de overheid minder belasting heffen en dus haar
ambtenaren en militairen minder goed kunnen betalen -> onveiligheid nam toe.
- Geld werd schaarser. Er werd veel goud uitgegeven aan Byzantijnse producten zonder dat er
genoeg geproduceerd werd om te verkopen aan het oosten. Ook had West-EU geen
goudmijn dus werd er niks gewonnen.
Ondanks dit was de handel niet helemaal weg. Luxegoederen vanuit het Middellandse Zeegebied
bleven beperkt naar West-Eu komen. Daarnaast groeide in de 7 e eeuw de regionale handel in
landbouwproducten (zoals wijn, graan en zout) en ambachtelijke producten (zoals glas en
aardewerk). Vanaf de 8e eeuw ook handel met het Oostzeegebied. Toch was de economie van West-
EU vooral zelfvoorzienend. Plattelandsgemeenschappen maakte zelf wat ze nodig hadden en dreven
nauwelijks handel met de buitenwereld -> autarkisch.
In het Romeinse rijk had je landbouwbedrijven met slaven en vrije boeren of pachtboeren met eigen
land. In de 4e eeuw daalde de agrarische productie sterk. Hierdoor verbood de overheid boeren hun
land te verlaten. Daarnaast zochten boeren veiligheid bij grootgrondbezitters. In ruil voor grond en
beschermingen gaven boeren een deel van de oogst en herendiensten. Zo kreeg je horigen, halfvrije
boer, en de groep adelen/heren met erfelijke voorrechten. Daarnaast bleef slavernij wel gewoon
bestaan. De Germaanse handelaren kochten veel slaven uit het Slavische volk, vandaar ook de naam
“slaaf”.
Door de horigheid kwam het hofstelsel, waarbij de horigen dus gebonden zijn aan een domein
(landgoed) van hun heer. Zo’n domein bestaat uit 2 delen:
- Het deel van de heer. Bestond uit akkers, weiden en woeste gronden. Vaak ook een visvijver,
moestuin of wijngaard. Verder stond het herenhuis (de hof) daar met opslagschuren, een
molen, een weverij en andere gebouwen.
- Het deel van de boer. Ze beschikte over een stuk grond om hun gezin te voedde -> de hoeve.
Daarnaast gebruikte ze de omliggende bossen/ woeste gronden voor hun vee of hout te
sprokkelen. Meeste boeren leefde ook op hun domein. Ook waren er boeren zonder hof,
deze woonde dan in dorpjes en betaalde rentmeesters in geld of natura.
Tussen domeinen waren grote verschillen in hoeve, diensten etc. Sommige domeinen werden
beheerst door koningen, hoge edelen en kloosters. Deze mensen bezitten meerdere domeinen
tegelijk en lieten het dan beheren door een hofmeier of rentmeester.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lanaheshof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.