Kunst en macht,
Kunst was door de eeuwen heen vooral een zaak van machthebbers. Sinds de middeleeuwen waren
dat de Kerk en rijke vorsten. De vorsten gebruikte de kunst vooral om rijkdom en macht te
uitdrukken. Toppunt hiervan was de hofcultuur van Lodewijk XIV. Met propaganda worden vorsten
zo goed mogelijk neergezet. Wilde je dit als kunstenaar niet doen, kreeg je straf. Kunstenaars gingen
zich hierdoor verzetten met reacties op misstanden in de maatschappij en spotprenten.
Begin 20e eeuw, modernisme, krijgen kunstenaars steeds meer vrijheid. Totalitaire regimes dwingen
nog wel tot propaganda, zoals communistisch Rusland met het constructivisme. Maar als Stalin aan
de macht komt mag alleen nog maar het socialistisch realisme.
Duitsland worden tussen de wereldoorlogen getrokken tussen kapitalisme en communisme. Bertolt
Brecht was tegen het kapitalisme en pleitte met harde hand voor het communisme. Toch bloeide de
filmindustrie (bv met Metropolis). Als in Italië en Duitsland de fascisten aan de macht komen, mag
kunst alleen voor propaganda door Mussolini (1924). Als de nazi’s aan de macht komen word in 1933
de Reichskulturkammer opgericht, waar elke kunstenaar lid van moest zijn om te kunnen werken.
Alle niet realistische kunst werd verdacht, vanwege onduidelijkheid en het bevatten van een
boodschap tegen het regime. Kunst van Joden, negers, homo’s, communisten en geesteszieken word
afgeschaft. In München word de “ontaarde kunst” belachelijk gemaakt en vervolgens afgebrand.
Socialistisch realisme in de Sovjet-Unie.
1922, communistische partijleiding wil figuratie en alledaagse ontwerpen in de kunst. Hierbij moet
het arbeidsleven verheerlijkt worden, zo zie je gespierde boeren, arbeiders, soldaten en matrozen
voor een communistisch ideaal. Ook word kunst ingezet als propaganda voor de communistische
heilstaat. De abstractie word daarnaast niet verboden, maar ook steeds minder geaccepteerd.
Uiteindelijk blijkt het toch te “decadent” en komt er een verbod. Doordat het communistisch ideaal
nu het enigste en belangrijke onderwerp was, ontstond het heroïsch socialistische realisme.
Rodchenko, bekende fotograaf in de tijd van Stalin. Hij maakte belangrijke posters voor films en
documentaires met socialistische en revolutionaire onderwerpen, bijv voor Pantserkruiser Potemkin.
Ook heeft hij de revolutie in een fotoserie gelegd met het socialistische ideaal duidelijk te maken.
Verder maakt hij collages, boekomslagen, theaterdecors en kostuums.
Socialistisch realisme in de Russische schouwburg.
In het theater werd ballet realistisch, makkelijk te begrijpen en te herkennen ipv het abstracte ballet
van daarvoor. Op muziekgebied is de RVPM, de Russische Vereniging van Proletarische Musici, het
belangrijkst. Dit wil de nadruk leggen op de arbeider of de boer. Hiermee komt het sociaalrealisme in
de muziek. Muziekstukken moeten vanaf dan leerzaam/inspirerend zijn en een sociale of politieke
betekenis hebben. De rest was niet toegestaan, zo werd de opera Lady Macbeth verboden. De
staatbemoeienis leidde tot het eerste congres van Sovjetsschrijvers in 1934. De Sovjet-esthetiek
word hier vastgelegd. Kunst moest nu voldoen aan 2 eisen: de realiteit afbeelden en het
individualisme moest wijken tot gemeenschappelijk belang en gelijkvormigheid.
Dmitry Sjostakovitsj (1906-1975), een sovjetcomponist, die symfonieën maakte met betrekking tot
de Russische revolutie. Toen hij kwam met de opera Lady Macbeth kwam zijn positie in gevaar. Maar
met zijn vijfde symfonie behaalde hij een enorm succes weer. Zijn zevende symfonie Leningrad, was
een symbool van verzet. Hij moet zich daarom wederom verantwoorden voor het centrale
partijcomité. Zijn negende symfonie bestond uit een beschuldiging van het neoclassicisme en het
manierisme. Als reactie hierop maakte hij het lied der bossen, dat in 1949 de Stalinprijs won.
Sergej Eisenstein, vertegenwoordiger van het Russische revolutionaire film, manipuleert het
bioscooppubliek door elementen van de film toe te voegen in het publiek. Hij geloofde dat het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lanaheshof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.