H3. Romantiek
De romantiek is een tegenbeweging tegen het koele, afstandelijk neoclassicisme uit de 18 e eeuw.
Met de romantiek draait het juist om emotie, fantasieën en intuïtie ipv de rede. Romantiek is altijd
de werkelijkheid met net iets meer -> dramatisch/ tragisch/ symbolisch. Gevoelens uit de romantiek
kunnen zowel positief als negatief zijn en zijn dus altijd versterkt.
Belangrijke schrijvers/filosofen:
Johann Wolfgang von Goethe. Schreef Het Lijden van de jonge Werther.
Jean Jacques Rousseau -> “de rede maakt de mens wel aan elkaar gelijk, maar de samenleving
vervormt hen en maakt hen slecht” Hij vond de mens naast rationeel wezen ook een gevoelswezen.
Belangrijkste filosoof van de romantiek (tegenreactie op verlichting) in Frankrijk.
Kunst opdrachtgevers van kunst, zoals kerk en adel, verdwijnen in de romantiek. Kunstenaars staan
er dus zelf voor. Wel de bourgeoisie (burgerij/burgerdom) die investeren in kunst, maar niet er veel
over weten. Vandaar de jury voor toelating op de Salon van professor van de academie. Zo weet een
rijke burger ook dat op de Salon goeie kwaliteit is.
De Salon Carré van het Louvre georganiseerd door de academie had een grote overzichts-
tentoonstelling van nieuwe goedgekeurde werken. In het begin van de 19 e eeuw was de academische
maatstaf neoklassieke voor toelating. Een afwijzing voor je werk in de salon was pijnlijk, maar ook
voor bescherming, zo zou niemand slecht over je werk kunnen praten. En hierdoor is kopen op de
Salon een veilige zaak. Tegenwoordig schildert men de Salon af als een stoffig instituut. Wat ergens
klopt want de jury, avant garde, waren geen vernieuwende kunstenaars. Ze lieten geen te
schokkende dingen toe of te ordinaire werken.
In de 18e eeuw komt Olympe de Gauge op voor vrouwen rechten, maar beland in 1793 onder de
guillotine. De geëmancipeerde vrouw is daardoor verder dan ooit. In de 19 e eeuw werd het nog
ergen door een opkomende economie, waardoor mannen buitenshuis werkte en de vrouwen
gekluisterd bleven in huis (niet bij lagere klassen, daar werkte het hele gezin). Ze waren een engel
van het huis, gekleed in benauwende/ onpraktische kleding. Ze mochten ook amper huid laten zien,
maar in de exposities in de Salon was er toch veel naaktheid.
In 19e eeuw groeit de bevolking -> meer vraag naar goederen zoals kleding. Een kleine elite van de
bourgeoisie investeert daarom in fabrieken en worden de eigenaren van het nieuwe
productiemiddel. De concurrerende, lage prijzen van de fabriek drukken ambachtslieden uit de
markt. Hun moeten vaak met hele familie in een fabriek gaan werken om hongersnood te
voorkomen. Door de fabrieken grote vraag naar steenkool, hier ook weer arbeiders voor nodig.
Verder woont de arbeidsklasse in slechte krottenwijken. De maatschappij bestond uit kinderarbeid,
uitbuiting en sociale misstanden. Het werk was erg slecht voor de gezondheid en de meeste
arbeiders werden ook maar 19 jaar oud.
Romantiek is escapisme: ontsnappen aan de werkelijkheid. Kunstenaars voelen zich niet thuis en
nutteloos in de nieuwe, harde wereld met winst als prioriteit. Ze kiezen voor emotie en de
onbesmette natuur als inspiratiebron en uitlaat. De natuur is voor kunstenaars onbedorven, liefelijk,
wreed, hard, onbarmhartig en barbaars en dus een plaats voor grote emoties.
Mary Shelley schrijft tijdens een wedstrijd met Byron en haar man de roman Frankenstein met de
boodschap: “de natuur is machtiger dan de mens en wee degene die daaraan probeert te tornen of
haar probeert te beheersen.”
, Kunstenaarschap werd eerst gezien als ambacht maar in de 19 e eeuw als een gave. De mythe kwam
dat kunstenaars verheven is boven de massa en in opdracht van een hogere macht werkt, als soort
profeet. Het leek alsof kunstenaars geen moeite hoefde te verrichten, want het was een “gave”,
maar het kostte juist veel inspanning, concentratie en hard werk om wat ze voor ogen hadden te
realiseren. Wel gingen ze in deze eeuw steeds meer hun eigen weg en maakte ze kunst die ze zelf
mooi/ interessant vonden.
In de romantiek komt er interesse in het exotische (andere landen). Wat is raar was met bizarre
gewoontes, werd nu een vlucht uit de werkelijkheid. Hun schilderijen lijken erg op ansichtkaarten.
Sommige kunstenaars gaan ook echt naar de landen en/of verdiepen zich in de cultuur en
achtergrond en andere fantaseren alleen. Als in 1854 door Amerikaanse vloot Japan toegankelijk
wordt voor westerlingen, word het veel gebruikt als nieuwe inspiratiebron.
Veel mensen na terugkeer naar Europa vanuit een kolonie laten uit nostalgie villa’s in exotische
stijlen bouwen. Een wintertuin of oranjerie hoort hier vaak bij voor uitheemse planten. Voor de
wintertuinen is veel licht voor nodig vandaar de nieuwe techniek, gietijzeren skelet vorm als
dragende constructie, die verder voorzien is met glas.
Grootste voorbeeld uit exotisme is het zomerpaleis Royal Pavilion in Brighton van John Nash. Het is
een combinatie van gotische, Moorse, Indiase en Chinese stijlen. Kenmerkend zijn de uitvormige
koepels, minaretachtige torens, kantwerkachtig beeldhouwwerk en hoefijzervormige bogen. Behalve
de opdrachtgever was niemand blij met het gebouw.
Veel landen naties zijn ontstaan in de golf van Europese revolutie. Door veel offers die gemaakt zijn
om inwoner te zijn van hun land/natie, voelen ze zich erg verbonden wat leidt tot nationalisme. De
Italiaanse politicus nadat het versnipperde Italië een was geworden: “we hebben Italië gemaakt, nu
nog Italianen.” Dit hadden meerdere landen, waardoor kunstenaars gaan zoeken naar
gemeenschappelijke volksaard en geschiedenis; zoals volksverhalen, sprookjes, volksdansen en -
muziek. In veel landen wordt ook terug gekeken naar de middeleeuwen (de heroïek, ridderlijkheid en
trouw). De Nederlandse typische volkaard werd soberheid, bescheidenheid en burgerzin.
In de romantiek komt het onvoorwaardelijke geloof weer terug in de kunst. Met religie, geesten,
visioenen en verschijningen raken veel kunstenaars geobsedeerd, zowel de goede als het kwade
daarin.
De bouwkunst werd gedomineerd door nostalgie en nationalisme. Ook was het escapisme terug te
merken in de architectuur. Er is voor de rest niet veel sprake van één bepaalde bouwstijl, maar van
vele neostijlen. Men kiest afhankelijk van de functie van het gebouw voor een toepasselijke stijl. Ook
heeft het hernieuwende interesse voor de Griekse en Romeinse oudheid en middeleeuwen (gotiek)
heeft invloed. Veel architecten bleven tot ver in de 19 e eeuw in classicistische stijl bouwen. Vandaar
follies; gebouwtjes in vorm van ruïnes of classicistische gebouwen, vaak in romantische tuinen.
Eclecticisme: het mixen van verschillende stijlen in de kunst. Cuypers maakte zo een combinatie van
neogotiek en neorenaissance in het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam. Ander
eclecticisme zit vaak ook in stations.
In 1861 wordt de eerste opera voor bourgeoisie gemaakt, de Opéra Garnier vernoemd naar zijn
architect Charles Garnier. De bouw duurde zo’n 14 jaar. Het is in een feestelijke stijl voor chique
feesten; neobarok. De drukke stijl verwijst naar de tijd van de Zonnekoning. Er is veel decoratie met
beelden en kroonluchters.
Duitse koning Ludwig II was erg geïnspireerd door de fantasie en opera´s van Wagner. De koning
voelt zich de zwanenridder Parsival uit de opera Lohengrin. Hiervoor laat hij een grot aanleggen met
mysterieuze lichtjes. Ook kwam hij op het idee van Neuschwanstein ingericht met thema´s uit
Wagners opera´s.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lanaheshof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.