100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Oefenvragen Pedagogische systemen in de kindertijd en adolescentie $5.43   Add to cart

Summary

Samenvatting Oefenvragen Pedagogische systemen in de kindertijd en adolescentie

1 review
 44 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document vind je oefententamenvragen voor het tentamen van PSKA. De vragen zijn gebaseerd op de hoorcolleges en de samenvatting van de tentamenstof. De antwoorden kan je verbergen, zodat je jezelf kan overhoren of je de stof beheerst!

Preview 2 out of 12  pages

  • January 18, 2023
  • 12
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: royvanzonx • 1 week ago

avatar-seller
Hoorcollege 1: socialisatie van kinderen en adolescenten
Vraag 1: wat houdt bidirectionele socialisatie in?
Antwoord: Het is een socialisatieproces wat twee kanten opgaat. De eigenschappen van het kind
bepalen hoe de opvoeder reageert op het kind en hoe de opvoeder reageert op het kind bepaalt de
eigenschappen van het kind. Een lief kind behandelt een opvoeder op een lieve manier, waardoor de
eigenschappen van het lief-zijn benadrukt worden bij het kind.

Vraag 2: wat maakt socialisatie uniek voor de mens?
Antwoord: een mens heeft taal en gedachten. Taal zorgt ervoor dat we kunnen redeneren en dat
we een karakteristiek patroon hebben van gedrag. Redeneren en gedrag zorgen ervoor dat we
het gedrag van anderen kunnen overnemen en die ons eigen kunnen maken (internalization)
Gedachten zorgen voor bepaald gedrag. Hierop komt een uiting van gevoelens, waardoor het
gedrag aangepast gaat worden en waardoor weer dat proces van internalization op gang komt.
Op die manier kan een samenleving draaien.
Vraag 3: wat is het verschil tussen intentioneel en niet-intentioneel socialiseren?
Antwoord: Beide wordt gedaan om het kind te socialiseren. Het verschil is dat intentional
socialization bewust gedaan wordt. Bv oma is jarig, stuur haar een kaartje. Terwijl
unintentional socialization niet bewust gedaan wordt, maar in het moment. Bv. De docent is
aan het praten met een ouder en een kind gaat er tussendoor, waar de docent zegt van het is
niet netjes als je door ons heen praat.
Vraag 4: wat zijn de vijf ontwikkelingsfases volgens de psychodynamische theorie van
Freud?
Antwoord:
1. Oral stage: focus op eten, dingen in de mond stoppen
2. Anal stage: focus op toilet training; eerste ervaringen met discipline en autoriteit
3. Phallic stage: focus op seksualiteit, gender verschillen
a. Oedipuscomplex: jongens zijn aangetrokken tot hun moeder en ze voelen zich jaloerse
rivalen van hun vader, maar zijn ook bang dat de vader hem zal straffen door zijn
geslachtsdelen eraf te halen
b. Electra complex: meiden blamen hun moeder voor hun eigen gebrek aan een penis en
focussen met hun seksuele gevoelens op de vader. Wanneer ze beseffen dat dat niet kan,
richten de meiden zich op andere jongens. Ze gaan zich identificeren met hun moeder.
4. Latency stage: seksuele behoeften onderdrukt, veel omgaan met vrienden van hetzelfde geslacht, -
> nodig voor het ontwikkelen van sociale skills om effectief te kunnen functioneren in deze wereld
5. Genital stage: seksuele behoeften komen weer op, drukt zich uit in romantische relatie
Vraag 5: wat zijn de vier factoren die bepalen of een kind kan leren door te observeren,
volgens de cognitieve sociale leertheorie van Bandura?
Antwoord:

1. attention: aandacht voor gedrag van het voorbeeld -> beïnvloed door gebeurtenissen
uit het verleden, de relatie met het voorbeeld, de situatie waar de observatie
plaatsvindt en hun eigen persoonlijkheid
2. retention: mogelijkheid om het geobserveerde gedrag te onthouden en na te doen
3. reproduction: de mogelijkheid om het geobserveerde gedrag te kunnen reproduceren >
bv. als een ouder kind iets moeilijks doet, kan een jonger kind dat nog niet nadoen

, 4. motivation: logischer dat het kind gaat imiteren als het kind ook de motivatie ervoor
heeft


Vraag 6: wat is het verschil tussen open classrooms en flipped classrooms? En wat is
een overeenkomst?
Antwoord:

Open classrooms: werken van leerlingen in kleine groepen, die elkaar helpen met projecten
en waarbij de leerlingen mogen helpen met keuzes maken.
Flipped classrooms: interactief leren staat centraal (debatteren, peer reviews), leerkrachten
helpen waar nodig en geven persoonlijke feedback
Deze activiteiten zijn vormen van coöperatief leren. Dit is het werken in heterogene groepen
met eenzelfde opdracht.


Vraag 7: wat houdt het Pygmalion-effect in?
Antwoord: De verwachting van de docent over de prestatie van een leerling zorgt ervoor hoe
het kind gaat presteren. Een lage verwachting zorgt ook voor lage prestaties en andersom



Hoorcollege 2: Gehechtheid: voorspellers en gevolgen
Vraag 1: op welke drie manieren kan gehechtheid gemeten worden?
Antwoord: de Strange Situation van Mary Ainsworth, de Attachment Q-sort en de AAI

Vraag 2: wat zijn de belangrijkste voorspeller van gehechtheid?
Antwoord: sensitief en responsief ouderschap, waarbij er sensitiviteit, non-intrusiviteit, acceptatie en
aanwezigheid is op het kind.

Vraag 3: wat zijn de gevolgen van gehechtheid voor veilig-gehechte kinderen?
Antwoord: hoger IQ, betere schoolprestaties, betere sociale vaardigheden, meer empathie en stabielere
vriendschappen

Vraag 4: wat zijn de vier theorieën over gehechtheid en wat houden ze globaal in?
Antwoord:

1. Psychoanalytische theorie: volgens Freud vormt de gehechtheid eerst met de borst van
de moeder, en dan later met de moeder zelf. Dit is onjuist, want kinderen ontwikkelen
gehechtheid met mensen die hen nooit gevoed hebben. Deze theorie gaf aandacht aan
hoe belangrijk het is dat vroeg contact tussen moeder en kind belangrijk is in de
ontwikkeling van een gehechtheidsrelatie.
2. Leertheorieën:
a. De aanwezigheid van de moeder is gerelateerd aan het onderdrukken van het
gevoel van honger. Daarom wil het kind zich hechten aan de moeder (drive-
reduction learning theory).
b. Gehechtheid is niet automatisch, maar een proces over tijd met bevredigende
interacties met responsieve volwassenen (operante conditionering). Deze
conclusie klopt, maar is niet compleet: want waarom willen kinderen met

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elishavanbraak. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.43  1x  sold
  • (1)
  Add to cart