Zie voor andere deel mijn account (bundel).
Abdomen en Beweging jaar 1 MBRT Hanzehogeschool Groningen deel 2
Samenvatting, zelfstudie, werkcolleges, etc.
AFP, MRI, ECHO, NG, RT, CT, RD, PO, OZ, BH.
Urinaire stelsel
Belangrijkste 3 functies
• [1] excretie: Het urinaire stelsel verwijdert het grootste deel van de (metabole) organische
afvalstoffen (zoals bilirubine, ureum en urinezuur) uit de lichaamsvloeistoffen.
• [2] eliminatie: De lozing van de afvalstoffen naar buiten.
• [3] homeostatische regeling van het volume en de concentratie opgeloste stoffen in het bloed.
• Urinevorming: nieren → de ureters → de vesica urinae → urethra → urinelozing.
• De gespierde vesica urinae (urineblaas) en de urethra: verantwoordelijk voor mictie
(urinelozing).
Verdere belangrijke functies
• Het reguleren van het bloedvolume en de bloeddruk.
• Het reguleren van de concentratie van natrium, kalium, chloride en andere ionen.
• Bijdragen aan het stabiliseren van de pH van bloed.
• Het behoud van waardevolle voedingsstoffen zoals glucose en aminozuren door te voorkomen
dat ze met de urine verloren gaan.
Nier
• Een nier is roodbruin en is ±11 cm en ±150 gram.
• De rechternier zit lager dan de linker nier, vanwege de ligging van de lever.
• De nieren bevinden zich aan de weerszijden van de wervelkolom tussen de T12 en L3.
• Beide nieren liggen in een retroperitoneale positie: achter het peritoneum (buikvlies).
• De nieren worden op hun plaats gehouden door [1] het bovengelegen buikvlies, [2] contact met
aangrenzende organen en [3] ondersteunende bindweefsels.
• Vetweefsel en de onderste ribben beschermen de nier.
De bouw van een nier
• Capsela renalis (Nierkapsel): Omgeeft de buitenkant van de nier en de renale sinus. Dicht en
fibreus; voorkomt dat de nierfunctie wordt verstoord door schokken en plotselinge bewegingen.
- Beschadigingen aan het kapsel kunnen
leiden tot wandelende nier.
• Cortex (Nierschors)
• Medulla (Niermerg): Bevat 6 tot 18
nierpiramiden waarvan de uiteinden, de
nierpapillen, uitsteken in de renale sinus. Deze
vervoeren de urine naar de calices
minores/majores.
• Calices minores (2)/majores (5) – nierkelk:
omgeven de nierpapillen.
• Hilum (nierpoort): instulping waar de a. renalis
en de plexus renalis binnenkomen en de v.
renalis en de ureter uittreden.
• Pyelum (nierbekken): gevormd door 2/3 calices
majores. Figuur 1
• Ureter: vertrekt vanuit het pyelum.
3
, Bloedvoorziening nieren
• Nieren ontvangen ±20-25% van het totale
hartminuutvolume (1,2 L bloed/minuut).
• A. adrenalis: naar de bijnier.
• A. renalis: ontspringt van de aorta abdominalis;
grootste bloedvat dat de nier van bloed voorziet.
Deze arterie vertakt zich.
• Interlobulaire arteriën: lopen door tussen de
nierpiramiden en verdelen het bloed door de hele
nier heen en monden uit in de aa. Arcuatae.
• Afferente arteriolen: vertakken vanuit de
interlobulaire arteriën en voeren bloed toe naar
de capillairen van de afzonderlijke
nefronen/nierlichaampjes.
• Efferent: brengt het bloed het nierlichaampje uit.
• Daarna stroomt het bloed naar het peritubulaire
capillairnet.
• Corticale nefronen: liggen vrijwel helemaal
binnen de nierschors.
• Juxtamedullaire nefronen: lopen diep de
medulla in en vormen geconcentreerde urine.
• Vasa recta: in de juxtamedullaire nefronen lopen
capillairen evenwijdig met de lis van Henle.
Figuur 2
Nefronen
• Proximaal: dichtbij het nierlichaampje gelegen – distaal: verder van het
nierlichaampje af.
• Glomerulus: vaatkluwen; perst bloed eruit met een bepaalde druk en wordt
opgenomen in de afferente arteriole; filtreren.
• Elk nefron bestaat uit 2 delen: [1] nierlichaampje en [2] nierbuis.
• De gekronkelde segmenten liggen in de nierschors.
• De U-vormige buis ligt gedeeltelijk of geheel in het niermerg.
Figuur 3
Diurese – urineproductie
• Het voornaamste doel is de excretie en verwijdering van opgeloste stoffen, voornamelijk
afvalproducten van de stofwisseling, zoals
- Ureum: afbraakproduct van aminozuren.
- Creatinine: afbraakproduct van creatinefosfaat (speelt ene rol bij spiercontractie).
- Urinezuur: afbraakproduct van RNA-moleculen.
• Urineproductie verloopt via [1] filtratie, [2] reabsorptie en [3] excretie.
[1] filtratie
• Passief proces: kost geen energie.
• Filtratie vindt plaats in het lichaam van Malpighi (nierlichaampje, d = 0,2 mm):
hierbij wordt water als gevolg van de bloeddruk door het filtratiemembraan in het
nierlichaampje geperst.
4
Figuur 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celinedejongx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.