Dit is een samenvatting van alle hoorcolleges, Q&A's, werkgroepen en literatuur van het vak 'Klinische ontwikkelingspsychologie', gegeven op de Universiteit Utrecht ().
Openingscollege
Het probleem ontstaat door een (ongewenste) variant van de ontwikkeling individuele variatie,
ontwikkeling is zelden zonder ‘problemen’ (te veel, te traag, niet leeftijdsadequaat, etc.), met
negatieve gevolgen voor welzijn, functioneren en verdere ontwikkeling.
We moeten de normale ontwikkeling begrijpen om het ontstaan van een probleem te begrijpen
en vice versa.
Equifinality: een zelfde probleem kan verschillende oorzaken hebben, dus hebben ook verschillende
behandelingen nodig.
Multifinality: een zelfde risicofactor kan leiden tot verschillende problemen, dus het is altijd nodig
om het hele systeem te begrijpen (ouders, gezin, leeftijdsgenoten, buurt, etc.)
Transactionele modellen
Leeftijd is belangrijk
Wat is diagnostiek?
NIET: het vaststellen van een ziekte of stoornis
WEL: het hele proces van intake tot behandeling: het stellen van goed vragen, goede
onderbouwing van keuzes en conclusies en afwegingen daarbij diagnostiek is besliskunde.
Diagnostische cyclus:
1. Intakegesprek
o Er zijn meerdere verschillen tussen de intake bij kinderen/adolescenten en volwassenen:
, o Aanmelding:
Rechtsposities
Er is informatieplicht bij beide ouders en er moet toestemming gevraagd worden voor het
opvragen van informatie elders.
2. Klachtenanalyse
o Gerichte vragen van klachten en hulpvragen van betrokkenen expliciteren concrete
voorbeelden en specifiek gedrag in specifieke situaties. Altijd controleren of je het begrijpt
door samen te vatten tijdens het gesprek.
o Handelingsgerichte diagnostiek: niet ‘wat heeft de cliënt?’, maar ‘wat heeft de cliënt
nodig?’:
3. Probleemanalyse
o Vertalen van de klachten van de cliënt naar professionele beschrijvingen van die
problematiek
o Door middel van:
Clusteren: het bij elkaar zetten van probleemgedragingen uit het zelfde
ontwikkelingsdomein. De clusters moeten specifiek waarneembare gedrag
beschrijven (niet cognities of interpretaties van gedrag). Ook moet het gaan over het
gedrag van de cliënt (dus bijv. niet gepest worden).
Ernsttaxatie: hoe bepaal dat?
Opstellen en toetsen van onderkennende hypotheses
Eventuele DSM-5 classificatie doel: overeenstemming creëren, zorgen voor
bruikbaarheid in de klinische praktijk en voor onderzoek. Beperkingen DSM voor K&J:
beperkte interbeoordelaars betrouwbaarheid, nog te weinig gericht op K&J periode
en categorisch indelen kan het soms ook lastig maken (bijv. als een kind net niet
voldoet aan alle criteria).
o ASEBA lijsten: bij de ASEBA lijsten worden al clusters van probleemgedrag gemaakt en de
normering geeft ook een indicatie van ernst.
o Onderkennende / beschrijvende hypothese: welke DSM-5 omschrijving beschrijft de
problematiek het best?
4. Verklaringsanalyse
o Het verklaren van clusters ‘De probleemgedragingen in cluster X, zijn veroorzaakt / in
stand gehouden / versterkt door factor Y’.
o Toetsen verklarende hypothesen: onderbouwen met literatuur is hier ook sprake van bij
mijn cliënt?
, o Goed bedenken of de hypothese relevant is voor de cliënt!
o Diagnostisch denkschema (transactioneel model): hier staan alleen de aangenomen
hypotheses (en wat al bekend was) in. Een voorbeeld van een voorlopig schema:
5. Indicatieanalyse en advisering
o Het matchen van onderwijs, opvoeding en andere hulpverlening op de behoeften van het
kind (en omgeving) denken aan wensen en attributies uit intake en al aanwezige
factoren en relaties.
o Bij de keuze van interventie gebruik je ook wetenschappelijke kennis.
6. Interventie
o Behandelplan opstellen: wat is het beoogde effect? Wanneer en hoe evalueren?
Werkgroep 1
Uitgangspunten HGD:
1. Doelgericht werken
2. Transactioneel kader hanteren (gezin, school, peers, etc.)
3. Samen met de cliënt en cliëntsysteem werken
4. Het positieve van het cliëntsysteem ook benutten (niet alleen naar problemen kijken)
5. Systematisch en transparant werken
Intake handelsgerichte diagnostiek (HGD; artikel)
1. Persoonsgegevens
2. Reden aanmelding
3. Klachten
4. Positieve aspecten
5. Hulpvragen
6. Wensen en verwachtingen betrokkenen
7. Attributies over oorzaak
8. Relevante voorgeschiedenis en genomen maatregelen
9. Vertaling hulpvraag/wensen naar vraagstelling, diagnostisch scenario
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Silkeverboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.