Samenvatting voor het vak Europees Recht. Bevat de aantekeningen van alle kennisclips, hoorcolleges en werkgroepen en samenvattingen van de voorgeschreven arresten.
Art. 26 VWEU: de interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije
verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van
dit Verdrag.
Hof van Justitie: de interne markt beoogt de afschaffing van alle belemmeringen van het
intracommunautaire handelsverkeer teneinde de nationale markten te verenigen tot een enkele
markt die de omstandigheden van een binnenlandse markt zo dicht mogelijk benadert.
- Handelen tussen lidstaten moet net zo makkelijk worden als handelen binnen lidstaten.
De economische achtergrond van de vrij markt betreft het vrije verkeer van productiefactoren:
- Arbeid, kapitaal, grondstoffen/hulpbronnen (en kennis).
Als de productiefactoren vrij kunnen bewegen dan wordt de productie verhoogd, waardoor de
welvaart stijgt.
1
,De stadia van economische integratie:
- 1. Vrijhandelszone: afschaffing van invoerheffingen.
- 2. Douane-unie: alle interne douanegrenzen afschaffen.
- 3. Gemeenschappelijke markt: productregels harmoniseren en instellen van vrijverkeer
regels.
- 4. Economische en monetaire unie: een gemeenschappelijke munt tussen de lidstaten.
o Geen wisselkoersschommelingen meer.
Als je dit allemaal bij elkaar optelt krijg je de EU (interne markt).
Centrale idee achter de interne markt:
- Laten we alle obstakels voor vrij verkeer productiefactoren weghalen, zodat handelen
binnen de EU net zo makkelijk is als handelen binnen een land.
- Productie kan dan plaatsvinden op meest efficiënte plek.
- Ieder land/gebied kan zich richten op eigen relatieve competitieve voordelen.
- Dan worden we samen rijker en competitiever (ook gezien concurrentie buiten de EU).
Bouwblokken van de EU: de vier vrijheden.
- Vrij verkeer van goederen, personen, diensten/vestigingen en kapitaal (en mededinging).
Twee instrumenten voor vrij verkeer:
- Verbodsbepalingen (negatieve integratie): het verdrag verbiedt lidstaten om regels aan te
nemen die het vrije verkeer belemmeren (art. 56 VWEU).
- Harmonistie van nationale regels die handel belemmeren (positieve integratie).
o Dienstrichtlijn.
o Tabaksrichtlijn.
o Richtlijn financiële producten.
o Richtlijn voeding en labels.
Wie gaat dit handhaven:
- De Europese Commissie -> inbreukprocedure.
- Maar vooral: bedrijven en particulieren zelf.
o Direct effect vrij verkeerspebalingen (Van Gend & Loos).
o Voorrang EU-recht (Costa v. E.N.E.L).
- Een ieder kan naar de nationale rechter stappen om nationale regels die het vrij verkeer
belemmeren buiten werking te stellen.
2
,In eerste instantie werden de verdragen primair gesloten om het vrij verkeer van goederen
mogelijk te maken. Diensten waren hierbij een restcategorie.
Diensten: alles wat niet goederen, kapitaal of personen is.
Die nieuwe werkelijkheid is echter dat diensten meer dan 70% uitmaakt van onze economie.
Waarom begonnen we dan toch met vrij verkeer van goederen:
- Omdat goederen zo belangrijk waren:
o Veel aandacht in Verdrag voor goederen.
o Veel vroege rechtspraak over goederen.
o Veel funderende beginselen en regels geformuleerd in rechtspraak over goederen.
- Als gevolg hiervan is de basis van de interne marktrecht voor belangrijk deel gebaseerd
op goederen.
- Later grotendeels maar niet helemaal toegepast op andere vrijheden.
o Keck alleen bij goederen.
o Horizontaal direct effect verschilt nog per vrijheid.
Definitie van een goed:
- HvJEU: de waren die op geld waardeerbaar zijn en als zodanig het voorwerp van een
handelstransactie kunnen vormen (Commissie t. Italië).
- In beginsel een is er één vrijheid van toepassing -> kijk naar de hoofdvrijheid.
Het systeem voor goederen in de verdragen:
- Twee categorieën belemmeringen:
o 1. Verbod op Financiële handelsbelemmeringen: alle financiële
handelsbelemmeringen zijn in beginsel verboden.
Douanerechten en heffingen van gelijke werking (art. 28-32 VWEU).
Fiscaal discriminatieverbod (art. 110 VWEU).
Nb: geen rechtvaardigingen in het Verdrag.
o 2. Verbod op Niet-financiële handelsbelemmeringen (art. 34-36 VWEU).
Kwantitatieve beperkingen.
Maatregelen van gelijke werking.
In- en uitvoer.
Wel te rechtvaardigen in het Verdrag.
3
, Doel van het systeem van goederen:
- Zie art. 26 VWEU (interne markt).
- Samen zorgen voor het verwijderen van alle niet gerechtvaardigde belemmeringen op het
vrij verkeer.
- Financiële belemmeringen zijn bijna altijd verboden.
- Niet-financiële belemmeringen bieden lidstaten veel meer ruimte voor lidstaten om
beperkingen te rechtvaardigen.
Art. 28 VWEU: de gemeenschap is gegrondvest op een douane-unie die zich uitstrekt over het
gehele goederenverkeer en die zowel het verbod medebrengt van in- en uitvoerrechten en van alle
heffingen van gelijke werking in het verkeer tussen de lidstaten onderling als de invoeren van een
gemeenschappelijk douanetarief voor hun betrekkingen met derde landen.
- Deze bepalingen zijn van toepassing op de producten welke van oorsprong afkomstig zijn
uit de lidstaten alsook op de producten uit derde landen welke zich in de lidstaten in het
vrije verkeer bevinden.
Art. 30 VWEU: in- en uitvoerrechten of heffingen van gelijke werking zijn tussen de lidstaten
verboden. Zulks geldt eveneens voor douanerechten van fiscale aard.
Wat is een douanerecht: de betaling van geld voor het importeren van goederen.
Gemeenschappelijk douanetarief naar buiten toe: de rechten van het gemeenschappelijk
douanetarief worden door de Raad vastgesteld met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op
voorstel van de Commissie.
- De inkomsten uit de toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief behoren tot de
eigen middelen van de Gemeenschap.
- Nadat het GDT is betaald (+CCP), bevindt een goed zich in het vrije verkeer -> hierdoor
zijn er verder geen douanerechten meer op toepassing.
Heffing van gelijke werking:
- Commissie t. Italië: italië vroeg een zogenoemd statistiekrecht. Dat is een vergoeding
voor de statistische kosten die Italië maakt voor het bijhouden van de handelsstromen. ->
is dit een heffing van gelijke werking?
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller seanjansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.
