in dit document heb ik hoofdstuk 1,2,3 en 4a samengevat. ook heb ik alle berekeningen opgeschreven met voorbeelden erbij. er staat veel in maar als je het een paar x leest en probeert te begrijpen is het al genoeg.
Samenvatting hoofdstuk 1
1.a De basis van het vak Economie: keuzes maken
Welvaart is de mate waarin mensen hun behoeften kunnen voorzien.
Iedereen heeft behoeftes, zo heb je verschillende behoeftes. Primaire en basisbehoeften:
Behoeften die we moeten vervullen om te kunnen leven, bijvoorbeeld voedsel, drinken,
kleding, onderdak en medicijnen. Secundaire of luxe behoeften: Behoeften die we willen om
het leven aangenamer te maken, bijvoorbeeld contact met andere mensen, vakanties en
bioscoopbezoek. Normale behoeften: behoeften die als ze onvervuld blijven het leven wel
mogelijk maken, maar niet gemakkelijk. Deze behoeftes verschillen per land en per mens. Zo
hebben mensen in andere landen paarden nodig om te overleven en is dat bij ons maar een
luxe.
Middelen is de tijd en het geld die we nodig hebben om in onze behoeftes te kunnen
voorzien. Toch zijn middelen wel beperkt, zo kan je geld opraken en heb je niet oneindig lang
de tijd. Het probleem is dus dat we met onze beperkte middelen onbeperkte behoeftes
willen vervullen. En aan gezien we dit niet allemaal kunnen vervullen moeten we kiezen, ook
wel prioriteiten stellen.
1.b De rol van geld in onze economie
Vroeg maakte en deed iedereen zijn eigen ding. Bouwde ze eigen huizen en zorgde ze voor
eigen eten. Inmiddels is dit veranderd dat iedereen doet waar hij of zij goed in is. Om dan je
behoefte te moeten voorzien moet je ruilen om goederen te krijgen die ze zelf niet maken.
Dit is directe ruil. Dit kan soms wel moeilijk zijn want als jij iets van jezelf wilt ruilen met een
ander omdat je dat nodig hebt, maar de ander heeft dat van jou niet nodig heb je een
probleem. Hierdoor konden mensen niet goed in hun behoeftes voorzien. Dan worden de
transactie kosten van de ruil ook wel te hoog.
Daarom werd er indirecte ruil verzonnen, hierbij word gebruik gemaakt van een
betaalmiddel. Dit moest de volgende voorwaarde hebben
1. Het moest zijn waarde niet snel verliezen, zodat het her ruilbaar was
2. Het moet gemakkelijk mee te nemen zijn
3. In kleinere hoeveelheden te verdelen zijn, zodat de waarde kan worden aangepast
4. Algemeen geaccepteerd worden, zodat iedereen bereid is om ertegen te ruilen.
Uiteindelijk verzonnen de chinezen het munt geld en briefgeld om het handelen makkelijker
en veiliger te maken.
Je hebt verschillende soorten geld, je hebt chartaal geld dit is geld dat je kunt aanraken,
munt of papiergeld. Giraal geld dit is het geld op je bankrekening of spaarrekening. Het geld
wordt voor drie functies gebruikt: betaalmiddel, er zijn transacties mee te verrichten door te
ruilen. Oppotmiddel, we kunnen het bewaren zonder dat het (veel) waarde verliest.
Rekenmiddel, je kunt de waarde van goederen en diensten met elkaar vergelijken.
, Samenvatting hoofdstuk 2
2.a hoe kom je aan inkomen ?
De inkomsten van mensen zijn te verdelen in drie groepen
1. Inkomst uit arbeid, door te werken bij een bedrijf verdien je loon of een salaris.
2. Inkomen uit vermogen, door bijvoorbeeld een huis, spaargeld of een bedrijf of
aandelen te bezitten ontvang je huur, rente of winst.
3. Overdrachtsinkomen, dit is inkomen zonder tegenprestatie. Denk aan uitkering van
de overheid of zakgeld van je ouders.
Toch ligt het er wel aan wat je verdiend bij inkomsten uit arbeid. Zo ontvangen sommige
loon naar prestatie. Bij overdrachtsinkomen kan je denken aan mensen die ziek zijn of een
partner zijn verloren die werkte en daarom geld van de overheid krijgen. Ook krijg je
kinderbijslag als een deel van je kosten voor het opvoeden van je kinderen.
Veel jongeren hebben een baantje om wat geld te verdienen. In een tabel kan je zien wat je
op welke leeftijd minimaal zou moeten verdienen. Uiteindelijk hoe ouder je word hoe meer
je verdient. Brutoloon is loon voor aftrek van belasting en sociale premies. Nettoloon is loon
na aftrek van belasting en sociale premies. Voordat je het geld op je bank heb gekregen van
je baas haalt hij er eerst de belasting af.
Het bedrag dat je verdient wordt bepaald door de werkgever. Vaak verdien je gewoon het
minimumloon, deze loon staat in de wet sinds 1969. Om te voorkomen dat mensen teveel
moeten werken zonder genoeg te verdienen. Om te voorkomen dat een werkgeven vaak
moet onderhandelen over het loon verdienen word er vaak gewerkt met het CAO.
Het CAO ook wel collectieve arbeidsovereenkomst = een schriftelijke overeenkomst tussen
werkgevers en de werknemers over de arbeidsvoorwaarden.
Hiervoor zijn een paar regels
- de afspraken gelden voor alle werkgevers en werknemers binnen een bedrijfstak
- de afspraken bestaan uit primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden
- de afspraken mogen niet in strijd zijn met de wet
- de afspraken zin bindend. Dit betekend iedereen binnen een sector zich eraan moet
houden
primaire arbeidsvoorwaarden = bepaling over de tijden dat werknemers werken en het geld
wordt bepaald
Secundaire arbeidsvoorwaarden = bepaling over extra voorwaarden bovenop de primaire
voorwaarden
Na twee jaar zal een werkgever de cao opnieuw beslissen en kunnen er dus dingen
veranderen. Hierbij worden ook de individuele arbeidsovereenkomst bepaald. Dit komt op
stand door een onderhandeling tussen een enkele werknemer en zijn/haar werkgever.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller felienstelma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.