100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting strafprocesrecht (hoorcolleges + werkgroepen + jurisprudentie) $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting strafprocesrecht (hoorcolleges + werkgroepen + jurisprudentie)

 8 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting voor Strafprocesrecht, bestaande uit aantekeningen van alle hoorcolleges en werkgroepen en samenvattingen van de voorgeschreven arresten.

Preview 4 out of 67  pages

  • January 18, 2023
  • 67
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Strafprocesrecht
Week 1
Hoorcollege 1

Strafprocesrecht:
- Het strafprocesrecht bestaat uit het geheel aan regels die betrekking hebben op de
toepassing van het strafrecht in een concreet geval.
- Het strafprocesrecht bepaalt op welke manier en door wie wordt onderzocht of een
strafbaar feit is begaan en door wie en naar welke maatstaven daarover en over de daaraan
te verbinden strafrechtelijke sancties wordt beslist.
- Het strafprocesrecht biedt het model waarin het materiële recht tot leven komt.
o Het strafproces als schakel tussen feit en reactie.
- Het strafprocesrecht heeft ook een eigen zelfstandige dimensie.
o Rechtsbescherming neemt daarbinnen een belangrijke plek in.
o Twee aspecten:

Doelstellingen van het strafproces:
- Hoofddoel: verwezenlijking van het materiële recht.
- Waarheidsvinding:
o Zoeken naar de materiële waarheid.
o Toepassing van het strafrecht op de werkelijk schuldigen.
- Rechtsbescherming:
o Bescherming van de burger tegen de almacht van de staat.
o Voor verdachten, maar ook voor de burger die zonder het te willen in het
strafproces wordt betrokken.
- Er is een intrinsieke spanning tussen welke doelen belangrijker zijn.

Accusatoir vs. Inquisitoir proces:
- Gelijkwaardige procespartijen vs. Verdachte als voorwerp van onderzoek.
- Lijdelijks vs. Actieve rechter.
- Formele waarheid vs. Materiële waarheid.
- Mondelinge procedure vs. Dominantie schriftelijke stukken.
- Admissibility rules vs. Beslis- en motiveringsregels.
- Accusatoir -> juryrechtspraak.
 Nederland: wortels in inquisitoire procestraditie met contradictoire elementen.

Beslis en motiveringsregels: eerst naar de inhoud van de bewijsstukken kijken en pas achteraf
beoordelen of de bewijsstukken toegelaten mogen worden en gebruikt mogen worden.
- Levert conflict op, omdat de rechter de bewijsstukken dan al gezien heeft, maar niet mag
gebruiken.

Bij het inquisitoire proces ligt de nadruk meer op het vooronderzoek door de politie, daar wordt
een strafdossier mee gemaakt, en dat gaat naar de rechter en wordt op de zitting naar gekeken. ->
er wordt dan gekeken of het strafdossier deugt.
- Levert kortere en snellere strafzaken op.


1

,Kenmerken Nederlandse strafproces:
- Beroepsrechter, geen lekeninbreng.
- Zwaar accent op het vooronderzoek.
- Het dossier vormt de ruggengraat van de strafrechtspleging.
- Gevaren:
o Onderzoek ter terechtzitting vooral gericht op verificatie, dit kan leiden tot
confirmation bias.

Bronnen van het strafprocesrecht:
- Het wetboek van strafvordering geeft het kader waarbinnen de justitiële afdoening van
een strafzaak moet worden verricht.
- Art. 1 Sv: strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.
- Maar ook andere bronnen van strafprocesrecht:
o Bijzondere wetten: Opiumwet, wegenverkeerswet.
o EVRM, EU-recht en andere (internationale) verdragen.
o AMvB’s en beleidsregels: sommige wetten in formele zin worden uitgewerkt in
AMvB’s of beleidsregels. Normaal lager recht (gemeente, provincie) hebben niks
met strafrecht te maken.
o Beginselen van een goede procesorde.
o Jurisprudentie.

Algemene ontwikkelingen:
- Digitalisering van criminaliteit en de aanpak daarvan.
- Internationalisering van criminaliteit en de aanpak daarvan.
- Bezuinigingen en druk op de rechtspraak.
- Afdoening buiten de rechter om.
- Modernisering van het wetboek van strafrecht.

Fasen van het strafproces:
- Voorbereidend onderzoek (art. 132 Sv): alles wat aan het hoofdonderzoek voorafgaat.
Verkennend onderzoek (art. 126gg Sv).
o Opsporingsonderzoek (art. 132a Sv): het onderzoek in verband met strafbare feiten
onder gezag van de OvJ met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
o Onderzoek door de rechter-commissaris (art. 181 Sv).
- Hoofdonderzoek/behandeling van de zaak (art. 268 e.v. Sv).




2

,Een andere indeling:
- Opsporing.
- Vervolging:
o Het vervolgingsbegrip is door de wetgever niet duidelijk omlijnd.
o Teloorgang van het gerechtelijk vooronderzoek (GVO) en de invoering van de
strafbeschikking hebben geleid tot verwatering van het klassieke
vervolgingsbegrip.
o Betekenis ‘vervolging’ na afschaffing GVO?
o EVRM kent autonoom vervolgingsbegrip.
- Berechting: onder berechting in strike zin wordt verstaan het op basis van het onderzoek
ter terechtzitting op de grondslag van de tenlastelegging beraadslagen en beslissen over de
vragen van art. 348 en 350 Sv.
o Overgang van het voorbereidend onderzoek naar het onderzoek ter terechtzitting is
niet helder geregeld.
o Modernisering WvSv: meer nadruk op voorbereidend onderzoek en contradictoire
karakter van het strafproces.
- Tenuitvoerlegging (Art. 6:1:1 Sv): de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en
strafbeschikkingen geschiedt door onze minister.
o Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen.
o Overheveling regeling van de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen van
het WvSr naar het WvSv.
o OvJ niet langer formeel verantwoordelijk voor tenuitvoerlegging, maar de
Minister van Justitie.

Week 2
Hoorcollege 2

Opsporingsambtenaren (art. 141 Sv):
- OvJ’s en politieambtenaren.
- Militairen van de Koninklijke Marechaussee (mits daartoe aangewezen).
- Opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten.
o FIOD; ISZW-DO; NVWA-IOD en ILT-IOD.
o Richten zich op bepaalde beleidsterreinen en -domeinen.
- Buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s) (art. 142 Sv): beperkte (maar soms ook
algemene) opsporingsbevoegdheid.

Naarmate de opsporingsbevoegdheden ingrijpender worden is er een hogere rang voor nodig om
ze uit te voeren.

Hulp-OvJ werkt bij de politie.




3

, Verdenking:
- Verdachte: als verdachte wordt voordat de vervolging is aangevangen, aangemerkt degene
te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een
strafbaar feit voortvloeit (art. 27 lid 1 Sv).
o Voorafgaande feiten of omstandigheden.
o Een redelijk vermoeden van schuld.
o Aan enig strafbaar feit.
- Je moet een objectieve reden hebben om iemand te verdenken, dit komt voort uit de
voorgaande feiten en/of omstandigheden.
- Handvat:
o Objectiveerbaarheid.
o Individualiseerbaarheid.
o Concretiseerbaarheid: van welk strafbaar feit verdenk je iemand eigenlijk? Dit
moet specifiek zijn.
- Zeer afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
- Soms ook op basis van anonieme bronnen, mits deze voldoende concreet zijn.
- Verschil verdenking en verdachte is belangrijk, bij het bepalen welke bevoegdheden
wel/niet gebruikt mogen worden.
o Verdachte betreft daadwerkelijk de vermoedelijke dader.
o Maar voor de verdenking van een misdaad mogen ook bevoegdheden gebruikt
worden, die niet specifiek op één persoon, maar meer stelselmatig gericht zijn.
- Ernstige bezwaren: een stevige verdenking.
o Soms eist de wet voor een bepaalde bevoegdheid een ernstig bezwaren in plaats
van een verdenking. Er is dan een sterke verdenking nodig.

Functie van het verdachtenbegrip:
- Het is de opening naar de mogelijkheid tot het uitoefen van de bevoegdheden.
- Het is ook de begrenzing van het uitoefenen van bevoegdheden.
- Toekenning van rechten aan de verdachte.
o Zwijgrecht.
o Recht op een rechtsbijstand.
- Formeel verdachten begrip (Ard. 27 lid 2 Sv): daarna (nadat de vervolging is
aangevangen) wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.

De IRT-affaire en de wet BOB:
- De IRT-affaire in de jaren ’90, leidend tot parlementaire enquêtecommissie Van Traa ->
drievoudige crisis in de opsporing: gebrek aan normering, gebrekkige organisatie, gebrek
aan gezag.
- Gevolg: nadere normering van de opsporing en de invoeren van de Wet bijzondere
opsporingsbevoegdheden (Wet BOB) in 2000.
- Daarnaast: introductie van proactieve opsporing.
o Je gaat dan opsporen naar strafbare feiten, die nog moeten gaan plaatsvinden.
- In 2007: verdere verruiming van bevoegdheden in het kader van de opsporing en
vervolging van terroristische misdrijven.
o Nieuw verdenkingscriterium voor terroristische misdrijven.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller seanjansen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  2x  sold
  • (0)
  Add to cart