Geschiedenis hoofdstuk 9
Paragraaf 1:
- Het voeren wereldoorlogen
- De crisis van wereldkapitalisme
- Racisme en discriminatie die leiden tot genocide, in het bijzonder op de joden
- De rol van moderne propaganda en communicatiemiddelen tot massaorganisatie
- De Duitse bezetting van Nederland
- Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
- Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën en fascisme/ nationaalsocialisme
- Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
Benito Mussolini was de leider van Italië, deze dictator wilde Italië in haar oude glorie herstellen en
dus moest het land net zo groot en krachtig worden als het Romeinse rijk.
Hij vond hiervoor oorlogen noodzakelijk, en om de kracht van het Italiaanse rijk te testen viel
Mussolini in 1935 Abessinïe (het huidige Ethiopië)
Dit was het enige Afrikaanse land wat nog niet door een Europees land was gekoloniseerd, deze
oorlog liep niet voorspoedig er moest zelfs gifgas ingezet worden om Abbesinië te dwingen en koste
de oorlog veel meer geld dan waar Mussolini op gerekend had.
Om dat laatste probleem op te lossen deed hij een oproep aan alle Italianen om hun gouden
voorwerpen in te leveren deze inzamelingsactie werd Oro alla Patria genoemd.
Veel Italianen bezaten maat 1 ding: hun trouwring en Mussolini hield erg van een uiterlijke vertoning
dus liet hij een grote pot maken waarin de mannen en vrouwen hun trouwring in konden doen, met
deze handeling sloten ze als het ware een nieuw huwelijk, niet met een man of vrouw maar met het
vaderland.
De inzamelingsactie bleek succesvol en er werd dertigduizendkilo goud opgehaald.
In de Oro alla Patria campagne werd het collectief (volk, land) belangrijker gevonden dat het individu,
dit was niet alleen in Italië zo, in dit hoofdstuk wordt aan bod gebracht hoe dit kwam.
De 19e eeuw was een van de vreedzaamste periodes in de Europese geschiedenis, in deze eeuw
waren er 5 grote europose mogendheden:
- Groot-Brittannië
- Frankrijk
- Oostenrijk-Hongarije
- Rusland
- Pruisen
Elk van deze landen streden naar het in standhouden van machtsevenwicht, omdat dit de beste
garantie was voor vrede. Dit ging ook heel lang goed.
Onder de leiding van de Pruisen kwam in 1871 de Duitse eenheidstaat tot land, de snelle
economische groei en het militarisme in het Duitse keizerrijk zorgden voor een blijvende verstoring
van het machtsevenwicht.
Tussen 1871 en 1913 nam namelijk de bevolking in het Duitse keizerrijk met de helft toe, wat in GB
maar 20% was en in Frankrijk maar 5%...
De industriële revolutie was in 1871 in GB begonnen en werd er 4x zoveel gietijzer geproduceerd dan
in Duitsland maar in 1913 waren de rollen omgedraaid en maakten de Duitsers 2x zoveel gietijzer als
de Britten dit geld ook voor de militaire investeringen, terwijl Frankrijk op allebei de landen nog
steeds ver achter bleef.
,Omdat het europose machtsevenwicht uit balans raakte vormden de mogendheden
bondgenootschappen, zodat ze in geval van oorlog niet alleen zouden staan en er ontstonden dus 2
machtsblokken:
- Duitsland, Oostenrijk Hongarije en Italië, hun hadden internationale politiek en hielpen
elkaar bij conflicten.
- Groot- Brittannië en Frankrijk, hun voelden zich bedreigt door Duitsland, vooral de Britten
door de bouw van een Duitse grote moderne oorlogsvloot hun voelden bedreiging van hun
macht op de wereldzeeën, terecht ook.
Er ontstond een wapenwedloop, de Britten gingen net als de Duitsers hun vloot uitbreiden, tussen
ieder land ontstond wedloop (sterker willen zijn dan de andere)
De fransen zaten ook nog vol wrok door het verliezen van de frans- Duitse oorlog.
Vanaf 1893 werken Frankrijk en Rusland zoveel mogelijk samen en in 1907 sloot GB hier zich bijbaan.
In het zuidoosten van Europa, op de Balkan woonde een aantal volkeren in een veelvolkerenstaat:
Oostenrijk Hongarije of het Turkse rijk.
Veel van deze volkeren streefden onder invloed van het nationalisme naar een eigen onafhankelijke
staat: Oostenrijk Hongarije bestreed het nationalisme van deze volkeren fel om te voorkomen dat
het land uiteen zou vallen.
De spanning op de Balkan nam snel toe en er werden regelmatig kleine oorlogen uitgevochten, rond
1910 was voor iedereen duidelijk dat de Balkan een Kruidvat was.
De lont voor dit Kruidvat werd aangestoken op 28 juni 1914, Oostenrijk Hongaarse kroonprins frans
Ferdinand bezocht samen met zijn vrouw Sarajevo, dit was toen de hoofdstond van Bosnië en
Herzegovina.
Dit gebied was enkele jaren eerder ingenomen en de Servische nationalisten wilden dat ohg dit
loslieten zodat Servië zich bij Bosnië en Herzegovina kon aansluiten en zo planden ze dus een
moordaanslag op het kroonprinselijk paar.
Na de aanslag eisten de oostenrijkhongaarse regering een onderzoek op te stellen in Servië, maar de
Servische regering (die niks met de aanslag te maken had) stemde hier niet mee in omdat ze bang
waren dat de politieagenten een bezettingsleger waren en zo wezen ze dus de oostenrijkhongaarse
eis af, een paar weken erna bleef er koortsachtig overleg maar dit wees op niks en dus verklaarde
Oostenrijk Hongarije de oorlog aan Servië en door de bondgenootschappen werden er heel veel
landen bij betrokken.
Doordat Frankrijk en Rusland bondgenoten van elkaar waren, zou Duitsland bij een grote Europese
oorlog vanaf 2 kanten bedreigd worden: tweefronten oorlog.
Om dit te voorkomen wilden de centralen (Duitsland en Oostenrijk Hongarije) met een snelle
aanvalsoorlog Frankrijk verslaan en vervolgens alle militaire macht op Rusland richten.
Dus trok op 4 augustus het Duitse leger België binnen en de opmars van Frankrijk verliep snel en
gewelddadig.
Begin september zaten de Duitsers al in Noord-Frankrijk en daar slaagden de fransen en Britten de
Duitse opmars te stoppen, soldaten groeven zich in aan weerszijden van de frontlijn.
Wanneer de generaals besloten dat de soldaten hun loopgraven moesten verlaten en op hun
tegenpartij moesten afrennen deden ze dit maar hier wonnen ze geen terrein maar verloren ze wel
veel soldaten.
Omdat het beide partijen niet lukte de linies van de tegenstander te doorbreken, werden er steeds
nieuwe wapens ingezet.
Niet alleen in Vlaanderen en Noord-Frankrijk werd hard gevochten ook in het oosten van Europa was
dat het geval, echter trok in 1918 Rusland zich terug uit de oorlog.
En zo konden de Duitse troepen nu al hun in het westen inzetten, met succes zo leek het: de Duitsers
doorbraken de frontlijnen en rukten tientallen kilometers het land in, toch kwam de opmars al snel
tot einde: het Duitse leger was moegestreden.
, Maar ook de opkomst van steeds meer Amerikaanse soldaten droeg bij aan het uiteindelijke Duitse
verlies, in 1917 had de Amerikaanse president Wilson besloten te deelnemen aan de oorlog.
Daarbij had hij het ideologisch motief: dat hij wilde zorgen dat meer volken hun eigen keuzes konden
maken en niet onder bezit van Duitsland waren of onderdrukt werden in veelvolkerenstaten.
Ook speelde hierbij mee dat Amerikaanse burgers slachtoffers waren geworden van onderzeese
Duitse aanvallen, maar op 11 november 1918 tekende Duitsland de capitulatie.
De overwinnaars van de 1e wereldoorlog kwamen naar Parijs om over de vredesregeling te
onderhandelen, de verliezers ondertekenden onderling afzonderlijke verdrag.
In het verdrag van Versailles werd de vrede van Duitsland vastgelegd en de Duitsers konden hier niet
over onderhandelen ze hadden de resultaten gewoon te accepteren: Duitsland werd hard gestraft:
- Het land mocht nog maar een klein leger hebben
- Moest de oorlogsschade betalen
- Grondgebied afstaan
Tijdens de vredebesprekingen zorgde Wilson voor de oprichting van de Volkenbond, deze
internationale vergadering moest vrede, veiligheid en democratie stimuleren.
Niet alle landen konden van de Volkenbond lid worden zoals Duitsland en Ruslan en ook de vs. niet.
Omdat de Volkenbond geen straffen kon opleggen bij overtreding bleef de bond zwak, mede
hierdoor bleek het verdrag van Versailles geen vredesverdrag maar een wapenstilstand van 20 jaar.
Economisch gezien hadden de verenigde staten sterk geprofiteerd van de 1e wereldoorlog, toen de
oorlog de economie in Europa had verstoord vulden de Amerikanen dit aan met tekorten zoals:
landbouwproducten, industrieproducten en grondstoffen.
De Amerikaanse boeren kregen hierdoor veel nieuwe grond en breidden de fabrikanten hun
productiecapaciteit sterk uit, wat na de oorlog ook bleef aanhouden.
Optimisten dachten dat er een eeuwige periode van economische groei was aangekomen waar ze
zwaar ongelijk mee hadden, de Amerikaanse economie had een aantal zwaktepunten:
- Te hoge productie
- Protectionistische politiek, door de hoge invoertarieven zorgden de overheid ervoor dat de
buitenlandse producten in de vs. duur waren, dit was eerst goed voor de Amerikaanse
economie omdat de inwoners alleen Amerikaanse producten kochten maar na een tijdje
waren de Europeanen er klaar mee en stelden hun ook invoerkosten in en werden de
Amerikaansen producten slechter verkocht in heel Europa en moest de hele markt draaien
op de Amerikanen zelf waarbij het moeilijk was om geproduceerde goederen kopers te
vinden.
- Zeer ongelijke inkomstenverdeling, een grote groep armen en een kleine groep zeer rijken,
bij de armen werd het aangemoedigd om met geleend geld dingen te kopen.
- Slechte controle van de banken, de overheid stelde haast eisen aan de banken en hierdoor
konden bedrijven en particulieren veel meer geld lenen dan dat voor de banken goed was.
Door de snelgroeiende comic steeg de prijs van aandelen, dit was aantrekkelijk veel mensen leenden
zelfs geld om aandelen te kopen, in oktober 1929 stortte de aandelenhandel in: de Beurskrach,
beleggers schrokken en verkochten hun aandelen meteen waardoor de waarde normeer daalde.
Deze kettingreactie leidde tot een economische crisis waardoor de productie steeds verder afnam en
de werkeloosheid toe nam.
De meeste Amerikaanse politici vertrouwen op het economisch liberalisme: hoe meer economische
vrijheid, dan zou de economie vanzelf gaan herstellen.
Er waren 2 economen die het niet eens waren met de overheid:
- John mansarde Keynes, stelde een ander beleid voor: als het goed ging met de economie
moest de regering deze afremmen door middel van hogere belasting en zo zou de overheid
een financiële buffer opbouwen die ze konden gebruiken in tijd van crisis om de economie te
stimuleren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aambogaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.