Sequentieel: opvolgend. Dus bijv. eerst adhd behandelen en daarna cannabis.
Parallel: Tegelijkertijd (naast elkaar). Een organisatie behandelt het psychische en een
andere de verslaving. Tegelijkertijd en geen samenwerking. Wordt niet gezien als een
behandeling maar twee losse naast elkaar
Geïntegreerd: Door elkaar tegelijk. Dus een organisatie.
Dubbel diagnose week 2
Behandeling van ASS
- Psycho educatie en gedragstherapeutische – pedagogische benadering van client en
systeem
- Leren van cognitieve schema’s (bijvoorbeeld pictogram boekjes)
- Sociale vaardigheidstraining
- Hulpmiddelen (planbord, agenda, buddy, plaatjes)
- Trucs
- NIET: groeps/explorerende psychotherapie.
Er is geen medicatie voor oorzakelijke aanpak mogelijk, wel medicatie om bijkomende
problemen te verminderen zoals: angst/depressies, dwanghandelingen, slaapproblemen,
automutilatie.
Bij de omgang is het erg belangrijk dat je duidelijk en voorspelbaar bent. Dus leg altijd uit
wie, wat, wanneer, waar, hoe en waarom. Wat verder ook kan helpen is dat je vooral zakelijk
bent i.p.v. emotioneel. Stel concrete vragen en wees geduldig (I.v.m. informatieverwerking).
Communiceer met een ding tegelijk.
- A. Blijvende tekorten in de sociale communicatie en interactie, zoals blijkt uit:
Tekorten in sociaal-emotionele wederkerigheid
Tekorten in het voor sociale omgang gebruikelijke non-verbale
communicatieve gedrag
Tekorten in aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties.
- B. Beperkte zich herhalende gedragspatronen, beperkte interesses en activiteiten,
zoals blijkt uit:
Stereotype of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of
spraak
Hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, star gehecht aan routines of
geritualiseerde gedragspatronen
Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn.
Over- of onder reageren op zintuigelijke prikkels of ongewone belangstelling
voor zintuigelijke aspecten van de omgeving.
,A: Tekorten in sociale interactie
Opvallende beperkingen in non-verbaal gedrag: gezichtsuitdrukking (stil, onpeilbaar,
masker), lichaamshouding (stijf, weinig variatie, geen imitatie), gebaren (te weinig, geen
middel van expressie), oogcontact (niet vaak/lang genoeg, ongericht, leeg).
Gebrek aan adequate relaties: Teruggetrokken, geen interesse in contact (indien wel
interesse: weinig succes), gebrek aan het delen van plezier, interesses en prestaties (geen
plezier in samen dingen doen). Gebrek aan sociale wederkerigheid: leeft niet mee, weinig
inzicht in belevingswereld of die van anderen, gevoelens moeilijk onder woorden brengen).
Te late spraakontwikkeling en moeite om gesprek te beginnen of op gang te houden (dingen
letterlijk nemen en gebrek aan humor).
B: Stereotype gedragingen en interesses
Beperkte interesse. Helemaal opgaan in een hobby, weinig groei in die bezigheid, niet
voldoende gedeeld met anderen, maar relatief normaal qua inhoud. Ongewone
preoccupatie (opgaan in bizarre of merkwaardige interesse). Stereotype gebruik van (een
deel) van een voorwerp (bijvoorbeeld speelgoed), gehecht aan voorwerpen en
verzamelwoede.
Wiegen bij stress of verveling, fladderen bij opwinding, hoofdschudden voor het slapen.
Rituelen, dwang/dwanghandelingen uitvoeren van rituelen, ‘’perfectionistisch’’. Moeite
hebben met veranderingen het willen vasthouden aan routines/schema’s. Angstig of
ontstemd worden bij verstoring van de routine.
Opvallend stemgebruik. Monotoon of een verkeerde melodie, volume te hard, emotie van
persoon niet te interpreteren uit de stem alleen, stem niet moduleren met emotie. Motoriek
(vreemde, stijve en onhandige motoriek). Vreemde, overgevoelige, reactie op normale
prikkels. Snel overprikkeld zijn door (zachte) geluiden, opvallend gevoelig voor geuren,
ongevoelig voor pijn, kou of hitte.
Theory of Mind: Vaardigheid om gedachten, gevoelens aan zichzelf en anderen toe te
schrijven en daarnaar te denken en te handelen.
Centrale coherentie: Betekenisverlening door samenhang en integratie van fragmenten
(stimuli) in een geheel.
Executieve functies: De vaardigheid om bij de oplossing van een probleem de beste strategie
te kiezen, uit te voeren, te evalueren en ervan te leren. Dat kan alleen door een brede
inschatting van het probleem, concentratie, optimaal gebruik van (werk)geheugen, innerlijk
overleg, impulscontrole.
ASS en middelen gebruik
Functie van gebruik: Onderdrukken angst, zelfmedicatie, ervaren van belevingen
, Dubbel diagnose week 3 ADHD
De drie types van ADHD
Gecombineerd beeld: indien gedurende de afgelopen zes maanden voldaan wordt aan
zowel criterium A1 (onoplettendheid) als A2 (hyperactiviteit-impulsiviteit).
Overwegend onoplettend beeld: Indien de gedurende zes maanden aan criterium A1
voldaan wordt maar iet aan criterium A2.
Overwegend hyperactief-impulsief beeld: Indien gedurende de afgelopen zes maanden
voldaan wordt aan criterium A2 maar niet aan criterium A1.
Actuele ernst:
- In DSM 5 wordt de actuele ernst gespecificeerd
- Licht: niet of nauwelijks meer symptomen dan vereist zijn om de classificatie te
kunnen toekennen zijn aanwezig, en de symptomen leiden slechts tot lichte
beperkingen in het sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren.
- Matig: er zijn veel symptomen of functionele beperkingen tussen ‘licht’ en ‘ernstig’
aanwezig.
- Ernstig: Veel meer symptomen dan vereist zijn om de classificatie te kunnen
toekennen zijn aanwezig, of verschillende bijzonder ernstige symptomen zijn
aanwezig, of de symptomen leiden tot duidelijke beperkingen in het sociale, schoolse
of beroepsmatige functioneren.
Klachten van de cliënt:
- Alles mislukt, snel afgeleid
- Altijd gefrustreerd
- Chaos in het hoofd, vergeetachtig
- Ik heb nooit rust
- Ik kan meer, maar lukt niet/komt er nier uit, ik begin nergens aan want ik maak toch
niet af, ik kan niet plannen, heb geen overzicht
- Rusteloos, ongeduldig
- Problemen met omgeving
- Als iets mij niet interesseert, kan ik het niet
Feiten over ADHD.
- Meerderheid van ADHD heeft co morbiditeit met andere psychische problemen
- ADHD wijst op een verstoring van de executieve functies
- Basaal tekort in rem van de stimuli
- Helft van ASS vertoond ADHD kenmerken
- Stoornis in het gebruik van een middel tot 50% lifetime
- Geen selectieve voorkeur voor (stimulantia) middelen en een paradoxaal effect (dus
ook sederende middelen)
- ADHD ontstaat niet door negatieve opvoedingsomstandigheden of trauma maar kan
het wel in stand houden!
ADHD en MIDDELEN
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanneedejoode. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.