Wiebinga, P. (z.d.). Profiel van de Nederlandse overheid: organisatie, beleid en
besluitvorming. Coutinho.
Samenvatting bestuurskunde
Hoofdstuk 2
Drie criteria om te kunnen spreken van een staat:
1. Grondgebied
2. Bestuursgezag
3. Staatsvolk
Verschillende soorten samenlevingen:
- Samenlevingen op basis van gelijkheid
- Samenlevingen met rangorde
- Samenlevingen met gelaagdheid
Montesquieu beschreef drie machten (trias politica):
1. de wetgevende macht
2. de uitvoerende macht
3. de rechterlijke macht
→ horizontale machtenscheiding, omdat de machten gelijkwaardig zijn
4. eventuele vierde macht is de media, lobbyisten en adviesbureaus
Grondwetswijzigingen die nu nog relevant zijn:
- Invoering van ministeriële verantwoordelijkheid
- Rechtstreekse verkiezing Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraad.
- Indirecte verkiezing van de Eerste Kamer
- Mogelijkheid om de Kamer te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
- Recht van amendement
- Recht van enquête
- Vaststelling van de begroting
- Herziening van de Grondwet
Codificatie - het op schrift stellen van recht. De overheid volgt eerst de ontwikkelingen in de
samenleving en daarna stellen ze (eenmalig) wetten op die passen bij de geconstateerde
ontwikkelingen.
Modificatie - De overheid wil continu inspelen op de ontwikkelingen in de samenleving en
mogelijk zelfs daarop vooruitlopen en ontwikkelingen beïnvloeden.
Nachtwakersstaat - weinig bemoeienis met de inwoners van ons land.
Verzorgingsstaat - de overheid gaat de samenleving sturen en schept randvoorwaarden. Je
wordt van wieg tot graf gestuurd.
Participatiesamenleving - verantwoordelijkheden komen steeds meer bij de burger zelf te
liggen en de overheid kan zich vervolgens terugtrekken.
We kunnen niet spreken van dé overheid, want er is geen één overheid, maar de overheid is
opgebouwd uit verschillende actoren (iedereen die bij een beleidsproces betrokken is).
1
, Wiebinga, P. (z.d.). Profiel van de Nederlandse overheid: organisatie, beleid en
besluitvorming. Coutinho.
De gedecentraliseerde eenheidsstaat bestaat uit drie bestuurslagen: rijk, provincie en
gemeente → verticale machtenscheiding.
Toonen beschrijft de bewegingen in de taakverdeling tussen de bestuurslagen als het
continu zoeken naar evenwicht.
Taken en bevoegdheden kunnen aan andere overheidsorganen worden toebedeeld,
wanneer deze andere overheidsorganen een gebied besturen hebben we het over
territoriale decentralisatie. Wanneer zo’n ander overheidsorgaan is ingesteld ter behartiging
van een bepaald doel, hebben we het over functionele decentralisatie (waterschappen).
Autonomie houdt in dat gemeenten en provincies een ‘eigen huishouding’ hebben.
Medebewind heeft betrekking op het uitvoeren van rijkstaken door de lagere overheden.
Deconcentratie is het zich fysiek over een land verspreiden van delen van een overheid →
regionale kantoren van de Belastingdienst. Vormen van deconcentratie:
- Inspecties
- Directie
- Consulentschappen → voorlichting en advisering
Beleid is een plan → stelsel van doelen en middelen
Beleid is alles wat een overheid doet
Hoofdstuk 3
Systematische benaderingen geeft op zich al een toegevoegde waarde aan het
systeemdenken: als veel mensen, vanuit verschillende vakgebieden hebben leren werken
met systemen, dan kan die manier van denken dienen als een communicatiemiddel tussen
de verschillende wetenschappen.
Links: Invoer (input) bestaat uit eisen (demands) en steun (support)
Rechts: Uitvoer (output) bestaat uit gezaghebbende uitvoer (bijvoorbeeld een wet) en
niet-gezaghebbende uitvoer (bijvoorbeeld een interview). De uitvoer moet uitmonden in
effecten (outcomes), deze bestaan uit gewenste en ongewenste effecten.
In het midden wordt de invoer en uitvoer omgezet binnen het politieke systeem →
omzettingsfase, ofwel doorvoer (throughput), het wordt ook wel eens een black box
genoemd.
Het nut van het systeemmodel:
- Het is een hulpmiddel om te begrijpen hoe een beleid tot stand komt.
- Ten tweede maakt het model duidelijk dat beleid niet in een vacuüm tot stand komt,
maar dat er een duidelijke relatie is met de omgeving (door feedback).
- Ten derde wordt duidelijk dat de totstandkoming van een beleid niet statisch maar
dynamisch is, voortdurende verandering en doorstroming.
- Ten vierde brengt het systeem de relatie tussen politiek en het tot stand komen van
beleid in beeld.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AngelaaK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.