Als je de samenvatting graag aan een goedkoper tarief aankoopt (zonder extra Stuvia kosten), of in een Word-versie wil ontvangen, mag je me ook altijd een privéberichtje sturen en dan regelen we het verder via mail :)
Volledige samenvatting van de hoorcolleges van het onderdeel Neurologie II. D...
- Titularis: Prof. Eva Swinnen
- Assistenten/PhD onderzoekers: Dra. Emma De Keersmaecker - Dra. Ellen Scheys - Drs. Mahyar Firouzi
- Gastlessen door: Prof. Luc Vereeck - Prof. Em. Eric Kerckhofs - Suzanne Bruggemans
1.2. Inhoud en relevantie
De cursus behandelt het kinesitherapeutisch onderzoek en de kinesitherapeutische behandeling bij mensen met aandoeningen van
het CZS zoals dwarslaesie van het ruggenmerg, cerebrovasculair accident, traumatisch hersenletsel en coma, evenwichtsproblemen,
cerebellaire ataxie, vertigo, de ziekte van Parkinson, multiple sclerose (MS), …
In 2BARE werd er vooral gekeken naar perifere zenuwuitval, nu gaan we meer kijken naar problemen in de hersenen en het ruggenmerg
(centraal neurologische letsels). De eerste lessen zullen een beetje in een breder perspectief gegeven worden (neuroplasticiteit
enzovoort). In elke afstudeerrichting kom je in aanraking met patiënten met neurologische aandoeningen.
1.3. Leerdoelen
- Student kent de verschillende centraal neurologische ziektebeelden waarbij kinesitherapie geïndiceerd kan zijn.
- Student past een verantwoord kinesitherapeutisch onderzoek toe bij patiënten met een centraal neurologische aandoening.
- Student werkt een verantwoord kinesitherapeutisch behandelplan uit en kan dat ook correct uitvoeren.
- Student kent het natuurlijk en het afwijkend beloop van aandoeningen van het centraal zenuwstelsel.
- Student kent de rode vlaggen die doorverwijzing naar een specialist noodzakelijk maken bij aandoeningen van het CZS.
- Student heeft inzicht in relatie tussen lokalisatie pathologie in hersenen en de daaruit voortkomende neurologische
symptomen.
- De student bezit de vaardigheden ivm het kinesitherapeutisch onderzoek, het bepalen van behandeldoelen en het uitwerken
van een kinesitherapeutisch behandelplan voor patiënten met stoornissen, beperkingen of participatieproblemen ten
gevolge van aandoeningen van het CZS.
2. Leerstof
2.1. Modules in canvas
- Powerpoint presentaties
- Opnames ingesproken lessen via Panopto
- Handboek (verplichte literatuur)
- Eventueel extra documentatie (artikels,…)
Het handboek is niet voor alle hoofdstukken verplichte literatuur, maar als de prof ernaar verwijst moet je wel het hoofdstuk uit het
boek ook kennen! In het begin van de presentatie zal altijd heel duidelijk vermeld worden aan welk hoofdstuk de presentatie gelinkt is
en dan moet je de achtergrondinformatie ook goed kennen.
,3. Overzicht lessen (theorie en praktijk)
- Woensdagvoormiddag 8u tot 10u hoorcolleges
- Vooraf opgenomen video’s zullen ter beschikking worden gesteld
- Vragen enkel via discussieforum op canvas !
- 2x Q&A sessie (28/10 en 16/12): Vragen moeten voorafgaand op het forum aan bod gekomen zijn
- Woensdagnamiddag tussen 13u en 17u30 (planning zie lesrooster)
- 3 groepen, per week 1 of 2 wpo’s/lesmomenten per groep (zie lesrooster)
- Lesmoment 1: 13u - 14u30
- Lesmoment 2: 14u30 - 16u
- Lesmoment 3: 16u - 17u30
4. Examen
- Mondeling examen 100% totale eindcijfer
- Mondeling examen bestaat uit theoretisch deel: 50 % + praktisch deel: 50 %
- Bij een kwotatie van 7 of minder op 20 op één van beide onderdelen, wordt dat cijfer overgenomen voor de hele module
5. Communicatie en vragen
- Communicatie via Canvas
- Inhoudelijke vragen via Forum op Canvas
- Aanwezigheid WPO’s !
, Les 1A: Theoretische basis neurorevalidatie (framework)
* Handboek: Physical Management for Neurological Conditions: Hoofdstuk 1, pagina 3 - Scheila Lennon, Clare Bassile
1. Definitie neurorevalidatie
1.1. WHO (World Health Organisation)
“Proces dat personen met een beperking helpt bij het bereiken en behouden van een optimale functie en gezondheid in interactie met
hun omgeving.” Het vereist een actief partnerschap tussen de patiënt, zijn familie en een hele reeks gezondheids- en sociale
zorgverleners.
Belangrijk is hierbij is “het bereiken van een optimale gezondheid” en ook het “behouden” ervan en dit steeds in interactie met hun
omgeving. Om dat te kunnen bereiken, is er een actief partnerschap tussen de patiënt en zijn familie en een hele reeks zorgverleners
vereist.
2. Why is a conceptual framework important?
- Late jaren ‘80 : grote toename in kennis
- Evidentie concepten?
- Overzichtsartikels en richtlijnen voor specifieke aandoeningen
Sinds de late jaren ‘80 is er een grote toename in kennis betreffende de revalidatie van patiënten met neurologische aandoeningen.
Dit zorgde voor een hele goede basis voor de neurorevalidatie interventie maar desondanks blijft het toch een grote uitdaging om de
evidentie in de praktijk te gaan toepassen. Dit ook omdat er historische gezien een heel aantal behandel manieren en -concepten zijn
ontstaan die ook nu nog worden gebruikt in de praktijk ondanks er niet echt bewijs is dat ze effectiever zijn dan andere. Een recente
Cochrane review concludeerde dat de revalidatie zeker niet gelimiteerd mag blijven tot deze benaderingen maar eerder gaat moeten
bestaan uit evidence based technieken los van de historische en filosofische oorsprongen. De laatste jaren is er wel een enorme
toename gekomen van die evidentie wat een erg grote uitdaging is voor kinesitherapeuten in de praktijk. Momenteel zijn er wel al veel
overzichtsartikelen (zoals bv. Cochrane reviews) maar ook specifieke richtlijnen (bv. de richtlijn voor MS, Parkinson, …) die een erg
goede basis kunnen vormen voor de praktijk.
“Components selected within therapy sessions should be evidence based rather than based on therapist preference for a specific
treatment approach. However, it is also important to realise that there are still many key areas of clinical practice with no evidence or
conflicting evidence; therefore therapists will always need to rely on their clinical reasoning skills to select treatment techniques
appropriate to the needs, wishes and goals of patients and their carers. This meets the requirements of EBP, which is defined as the
integration of best evidence with clinical expertise and patient values (Sackett et al. 1996)
Waarom is een conceptueel framework nu zo belangrijk? Er wordt in de literatuur gezegd dat evidence based werken zoveel mogelijk
gebruikt moeten worden. Maar dat is niet gemakkelijk omdat er ook niet over alle specifieke klinische praktijken evidentie is. Soms is
er ook eerder conflicting evidence. Daarom moet de kinesitherapeut goed klinisch kunnen redeneren om zo de juiste technieken en
elementen te selecteren voor zijn behandeling rekening houdend met de noden, wensen en doelstellingen van de patiënt,
zorgverleners, familie en mantelzorgers. Daarom moeten we dus een goede integratie hebben van wetenschappelijke evidentie,
klinische expertise en de waarden van de patiënt.
, 3. Klinisch redeneren in neurologische revalidatie
- Klinisch redeneren is nodig voor de behandeling bij neurologische patiënten!
- Informatieverzameling – hypothesevorming – revalidatieplan opmaken – evalueren en aanpassen
Klinisch redeneren in de neurorevalidatie is heel belangrijk! Hier zie je een overzicht:
1) Het verzamelen van informatie op een objectieve en subjectieve manier met gebruik van gestandaardiseerde uitkomstmaten
2) Interpreteren, hypothese vormen
3) Implementeren in het revalidatieplan en het revalidatieplan opmaken
4) Tot slot steeds evalueren en terug aanpassen
4. De 10 principes van neurorevalidatie
Hier zie je een overzicht van 10 belangrijke principes in de neurorevalidatie. Deze kan je in detail nalezen in hoofdstuk 1. Op heel wat
van deze principes zullen we later terugkomen in de volgende lessen.
, 5. Doelstellingen van de neurorevalidatie
5.1. RAMP
- Recovery: herstellen van beweging en functie, is niet altijd mogelijk en daarom zullen we soms moeten adapteren
- Adaptation: (compensatie), gebruik van alternatieve bewegingsstrategieën (bv. oude beweging op nieuwe manier uitvoeren)
- Maintenance: functiebehoud is zeker even belangrijk als functieherstel (soms vooral zorgen dat er geen achteruitgang is)
- Prevention: bv. van de ontwikkeling van negatieve complicaties (contracturen, zwelling, atrofie door het niet gebruiken van
een lidmaat etc), maar ook preventie van het opnieuw krijgen van een beroerte na een eerste beroerte
De doelstellingen binnen de neurorevalidatie kunnen we formuleren aan de hand van het RAMP principe.
, Les 1B: Neuroplasticiteit
conditio sine qua non voor neurologische revalidatie
1. Inleiding
1.1. Werking hersenen is gelijk aan werking computer?
Neuroplasticiteit is een erg belangrijk begrip binnen de neurorevalidatie. We kunnen ons hierbij de vraag stellen of de werking van
onze hersenen gelijk is aan de werking van een computer. Voor een deel klopt dit, maar bij een computer is alles voorgeprogrammeerd
en een computer leert hierdoor niet uit zijn eigen fouten en past zich ook niet aan. Dit is iets dat ze de laatste tijd met artificiële
intelligentie meer en meer proberen realiseren bij computers. Toch is er nog een groot verschil tussen onze hersenen en een computer.
1.2. Levend orgaan
We zien dat de hersenen een levend orgaan is en geen vaste structuur. Het bevat zenuwen, bloedvaten, hersenweefsel,
verbindingen etc. Dit geeft de mogelijkheid dat de hersenen steeds veranderbaar zijn.
1.3. How the brain works (youtube filmpje)
Your brain is the most complex organ in your body. The seat of who we are and what we are. The container for our thoughts and our
memories. In short: we are our brains.
Our brains are built for many parts with different functions. Deep in the center of the brain is the brainstem. This is the oldest part of
the brain and has also been called the reptilian brain. It controls many essential functions such as breathing and heart rate or blood
pressure, whether we feel hungry or thirsty. It's also the seat of all most fundamental emotions: happiness or sadness, fear and love
or hate. They all seem to reside in the brainstem.
Sitting atop the brainstem is the thalamus. This is like an older version of our brain which now acts as a gateway to the higher cortical
regions. All sensory information from our bodies whether it's sensations from the skin or sense of touch, passes through the thalamus
and is directed to the correct regions of the cortex for further processing.
Surrounding the thalamus is a structure called the hippocampus. This is a crucial part of the brain; it's the seat of our spatial working
memory, it lets us remember where we put those keys or how to get back home from work or school. This region has even been shown
to be bigger in London cabbies after doing the knowledge.
,The folded outer surface of the brain is called the cerebral cortex although it all looks the same it's actually divided into different lobes
that perform very different roles. The occipital lobe contains the visual cortex and so is concerned mainly with vision. The parietal lobe
is concerned with processing sensory information and integrating it with the visual information from the occipital look. The temporal
lobe is the center for memory in learning, it contains the hippocampus and a number of other regions that are required for us to
recognize different objects and faces, sounds and environments. The frontal lobe is probably the most important part of the brain for
defining us as who we are, it's where our higher emotions and personality reside as well as language and social behavior, lots of the
things that we think of as being human. It's our decision-making center and contains the motor cortex, which controls voluntary
movement. At the back of the brain are the two lobes of the cerebellum. This region of the brain is a coordinating center for movement,
allowing us to move multiple sets of muscles in a coordinated fashion so that we can walk and talk, pick things up and put things down.
So what are our brains made of? Muscle or bone? Well there's none of that in the brain even though it takes over a fifth of the calories
you eat just to keep it running. Instead your brain is made up of billions upon billions of cells called neurons. These cells are very
specialized with long extensions through which they talk to each other and form large and complex networks. These networks are the
basis of how the brain does what it does. The process is of two basic types then try to receive incoming information from other neurons
signals pass through the cell body or soma where, if sufficient information is received, a signal is passed to the other neurons via the
axon. This is happening in billions of neurons across the brain 24 hours a day 7 days a week. It's happening right now while you're
watching this.
So how do neurons talk to each other? Neurons are usually seen to use electrical signals to communicate. However the act of passing
the signal from one neuron to another is actually a chemical process. This happens as structures called synapses. These are formed
from the terminal of an axon and are swimming on the dendrite called a spine electrical signals from the axon pass to the dendrite via
a chemical messenger called a neurotransmitter. Neurotransmitters are stored in small vesicles inside the axon terminal or the
presynaptic bouton. When a signal arrives down the axon one or more of these vesicles joins with the outer membrane of the bouton
and releases its contents into a small gap between the axon and dendrite. This is the synaptic cleft. On the other side of the synaptic
cleft are receptor molecules to which the transmitter binds in much the same way as a key fits into a lock. The receptor molecules act
as poles through the outer membrane of the dendritic spine allowing charged atoms or ions to cross.
This entry of charged ions into the spine recreates the signal that was sent from the previous neuron. In this way information can be
passed from one neuron to the next and around the neuronal network. Although we've seen only one neuron here talking to one other
neuron, in reality each neuron toasts many many others in kind of thousands upon thousands of spines. In this way an extraordinarily
complex system can be built that allows us to see here to experience the world around us. It allows us to walk and talk and to laugh
and cry and to be who we are. So we really are our brain.
, 1.4. Neuroplasticiteit
- Vervormbaarheid
- Het vermogen van neuronen en het zenuwstelsel om qua eigenschappen te veranderen (structureel, chemisch, fysiologisch)
- Plasticiteit is de biologische basis voor ontwikkeling, leren en herstelvermogen
De term neuroplasticiteit is de vervormbaarheid of het vermogen van neuronen uit het zenuwstelsel qua eigenschappen (bv. van
functie veranderen). Deze veranderingen kunnen structureel, chemisch of fysiologisch van aard zijn. Plasticiteit is hiermee de
biologische basis voor de ontwikkeling. Het leren maar ook het herstelvermogen in de hersenen.
Deze afbeeldingen geven weer wat de prof wilt zeggen. Tijdens de ontwikkeling gaan neurale netwerken zich vormen en ontstaat er
een primair netwerk van hersenverbindingen. Als we dan zaken gaan leren in de loop van ons leven, dan gaan er zich secundaire
netwerken vormen, die specifiek zijn voor ieder individu. Bij beschadiging van de hersenen kunnen de hersenen zich dan gaan
reorganiseren en dan vormen ze nieuwe netwerken (zie laatste figuur).
, 2. Plasticiteit van het gezonde brein
2.1. Nature and nurture (enkele belangrijke elementen van het gezonde brein zijn:)
- Ontwikkeling van de hersenen
- Leren
- Kritische periodes
2.2. Onderhoud en verfijning van connecties
- Er zijn 1014 connecties in het brein!
- Er zijn 15.000 verschillende proteïnen in het ZS
- De proteïnen worden gecombineerd tot codes
- Target herkenning gebeurt via een combinatie van enkele moleculen (vgl cijferslot)
- Gevormde synapsen kunnen worden gemodifieerd afhankelijk van hun gebruik
We hebben een enorme hoeveelheid connecties in onze hersenen en ongeveer 15000 verschillende proteïnen in ons ZS. Die proteïnen
zorgen voor de werking van de hersenen. Ze worden gecombineerd tot codes. Zo gaat target herkenning in de hersenen gebeuren aan
de hand van een combinatie van deze moleculen (vergelijk het met een cijferslot). Deze synapsen of connecties kunnen zich aanpassen
aan de hand van hun gebruik. We noemen dit modificatie.
2.3. Neuroplasticiteit
- Verandering in de connectiviteit van het ZS
- Adaptief of maladaptief !
- Hoe zenuwcellen:
- Contact maken met elkaar
- Een verbinding versterken als dat geschikt is
- Een verbinding verbreken als dat geschikt is
- De fysiologische werking controleren van anatomische connecties
Deze modificatie of veranderingen in connectiviteit in het zenuwstelsel kan adaptief of maladaptief zijn (+ of -). Zenuwcellen kunnen
contact maken met elkaar, verbindingen versterken of verbreken. En de fysiologische werking gaan controleren van andere
anatomische connecties.
2.4. De connectiviteit van het ZS
- Zenuwcellen moeten contact maken met elkaar
- Er moeten dus nieuwe neurale uitlopers (neurieten) worden gevormd (worden dendrieten of axonen)
- Sommige signalen trekken de groeiconus aan, andere verdrijven hem
- De groeiconus moet de targetcel herkennen en een synaps vormen
- Als een anatomische connectie gemaakt is, kan de synaps fysiologische actief worden of kan de synaps ‘slapend’ blijven
- Effectiviteit v/e synaps kan worden verhoogd voor langere tijd (long term potentiation) of worden verlaagd (long term
depressie)
- Het aantal synapsen tussen cellen en de sterkte van die synapsen verandert onder invloed van leerprocessen
, Om correcties te kunnen maken, moeten de zenuwcellen met elkaar contact maken. Er moeten dus nieuwe neurale uitlopers zijn (dit
noemen we neurieten). Deze worden dan dendrieten of axonen. Voor de groei van een axon of dendriet is vooral het uiteinde erg
belangrijk (dit noemen we de groeiconus). De groeiconus helpt het axon de juiste weg te vinden. Het is zowel een sensorische (omdat
het bepaalde signalen kan ontvangen betreffende de richting die het op moet) als motorische (omdat het groeit, het zet iets in
beweging) structuur. Sommige signalen trekken de groeiconus aan, en anderen verdrijven hem juist. De groeiconus moet dus de
targetcel herkennen en een synaps vormen om zo een connectie te kunnen maken.
Als er een anatomische connectie gemaakt is, kan de synaps fysiologisch actief worden of net slapend worden. De effectiviteit van een
synaps kan voor een langere tijd worden verhoogd (long term potentiatie) of verlaagd (long term depression). Het aantal synapsen
tussen de cellen en de sterkte van de synapsen veranderen door middel van leerprocessen.
2.5. The effect of nature and nurture (youtube filmpje)
This film is about the interplay of factors that shape individual human brains over a lifetime. Hello my name is Helen Neville and for
many years now we've been studying the development of the human brain and we're particularly interested in the role of experience
or input from the environment which is also referred to as nurture in shaping the development of our brains. We know that there's
not a dichotomy between nurture on the one hand and inborn characteristics or nature on the other hand. There's a complex interplay
between nature and nurture that determine every aspect of the development of our brains and all the functions that our brain
supports.
What do we know about this newborn's brains? He reacts to being aspirated for instance and can see faces directly in front of him.
Over the course of the next few months the neurons in his visual system will make trillions of connections as he pays attention to the
world around him. In early childhood the number of connections between neurons rises very rapidly. In terms of the nuts and bolts or
hardware the brain doesn't look mature in terms of the size of the neurons, the density of neurons and connections between neurons
for at least 20 to 25 years after birth as the brain develops of a childhood in adolescence it becomes increasingly specialized.
We use a cap like this one that places little pieces of silver on the scalp. Event related brain potentials or ERPs are voltage fluctuations
in the EEG in response to a controlled stimulus. They reveal the time course of activation of a particular set of neurons within
milliseconds.
The giant magnets in this machine tracked the changes of blood flow in the brain thus giving fine spatial resolution images of the brain.
Images of where particularly neurons are active and what connections exist.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellasmout. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.79. You're not tied to anything after your purchase.