Samenvatting Biomedisch Periode 1 halen in een keer!
18 views 0 purchase
Course
Biomedische kennis
Institution
Hogeschool InHolland (InHolland)
Alle leerdoelen voor het vak Biomedisch uitgewerkt. Heb het overzichtelijk gemaakt door bij de inhoudsopgave voor elke leerdoel een bladzijde toe te voegen. Zo kun je makkelijk teruggaan naar het leerdoel waar jij tegen aan liep! Ik heb een 77% gehaald met mijn samenvatting. Als ik dat kan, kan jij...
1. Hoe het hart is opgebouwd .................................................................................................3
2. Verschillen tussen de bloedvaten........................................................................................4
3. Hoe de grote en kleine circulatie verlopen...........................................................................5
4. De fases van de hartcyclus..................................................................................................6
5. Hoe de impulsgeleiding tot stand komt................................................................................8
6. Relatie tussen impulsvorming en geleiding over het hart en ECG.......................................10
7. Het slagvolume en hartminuutvolume................................................................................11
8. Factoren die van invloed zijn op de bloeddruk en hoe deze gereguleerd
worden.............14
9. Welke mechanismen en drukverschillen een rol spelen bij de verplaatsing van
vloeistoffen tussen de capillairen en de interstitiële ruimte.....................................................................16
10. Welke centrale en plaatselijke regelmechanismen samenwerken om de
doorbloeding en de bloeddruk in de weefsels te
reguleren.............................................................................20
11. Welke verschillende factoren een rol spelen bij de zuurstofbalans van het myocard en
hoe ze dat doen.....................................................................................................................23
12. Op welke wijze het cardiovasculaire stelsel reageert op de behoefte bij inspanning of
bloedverlies…………..............................................................................................................24
13. Wat de onderdelen en belangrijkste functies en fysische eigenschappen van bloed
zijn…………………………………………………………………………………………………….28
14. Wat de samenstelling van bloedplasma is en welke functies bloedplasma
heeft............32
15. Wat de functie van erytrocyten, hemoglobine en trombocyten is.....................................34
16. Uit welke twee processen de stolling bestaat..................................................................37
17. Wat de risicofactoren, symptomen, diagnostiek en behandeling zijn voor het ontstaan
van diepe veneuze trombose.................................................................................................39
18. Wat de oorzaken, symptomen, diagnostiek en medicamenteuze behandeling van de
volgende ziektebeelden zijn...................................................................................................42
19. Wat de oorzaken, risicofactoren, symptomen, diagnostiek en medicamenteuze
behandeling van de volgende ziektebeelden zijn..................................................................48
20. Welke homeostatische mechanismen een rol spelen bij het handhaven van
lichaamstemperatuur………………………….........................................................................52
21. Hoe koorts ontstaat..........................................................................................................54
22. Hoe stoornissen in de temperatuurregulatie ontstaan.....................................................55
23. Welke verschijnselen wijzen op een ontregeling van de lichaamstemperatuur en
aangeven welke acties daarbij gewenst zijn..........................................................................56
24. Welke medicamenteuze behandeling bij koorts wordt gegeven......................................57
2
,Opbouw van het hart
Hoofdstuk 19 Cardiovasculair systeem – het hart
Zo groot als je vuist
Bevindt zich in het midden van de borstkas, maar ligt iets naar links gedraaid
De punt van het hart noemen we de apex, dat iets aan de linkerzijde ligt
De apex voelen we vaak goed op de borstkas
1. Linkerkamer = linkerventrikel
2. Rechterkamer = rechterventrikel
3. Rechterboezem = rechter atrium
4. Linkerboezem = linker atrium
De atria zijn de eerste ruimtes in het hart die het
bloed ontvangen vanuit de aders (de venen) die
geven het bloed door aan de ventrikels (de kamers)
5. Bovenste holle ader = vena cava superior
Het bloed wat hoger dan het hart stroomt, vanuit de
armen, hals en het hoofd, komt allemaal uit in de
vena cava superior, die brengt het bloed naar de
rechter boezem
6. Aorta
Grote lichaamsslagader die het bloed vervoert naar
de verschillende organen. Vanuit de linkerventrikel
wordt het bloed in de aorta gepompt.
7. Longslagader = arteria pulmonalis (pulmo staat voor long)
De rechter ventrikel pompt het bloed de longslagader in.
8. Longaders = venae pulmonales
9. Onderste holle ader = vena cava inferior
Het bloed van de organen die juist onder het hart bevinden bijvoorbeeld de buikorganen,
de darmen, maar ook vanuit de benen. Dat wordt allemaal via de vena cava
teruggebracht naar het rechter atrium
10.Drieslippige klep = tricuspidaalklep
Een klep tussen het rechter atrium en de rechterventrikel. Heeft drie slipjes (uitsteeksels)
11.Pulmonalisklep
Tussen de rechterventrikel en de arteria pulmonalis
12.Tweeslippige klep = mitralisklep (lijkt op een mijter)
Tussen de linker atrium en de linkerventrikel. Heeft twee slipjes
13.Aortaklep
Tussen de aorta en de linkerventrikel
De aortaklep en de pulmonalisklep zijn kleppen die de overgang van het ventrikel naar
een slagader vormen. De kleppen lijken op halve maanvormig. Vandaar dat ze
semilunaire genoemd. De mitralisklep en de tricuspidaalklep zijn kleppen die tussen
een boezem en een ventrikel in zitten. Die kleppen worden ook wel de AV-kleppen
(Atrioventriculaire kleppen) genoemd.
3
, Verschillen tussen de bloedvaten
Arteriën: vervoeren bloed van het hart af
Venen: vervoeren bloed richting het hart
Capillairen: zeer kleine bloedvaten met dunne wanden. Uitwisseling van voedingsstoffen,
afvalstoffen, gassen en water met omringende weefsel cellen is mogelijk door de dunne
vaatwand. Voedingsstoffen en zuurstof afstaan aan de weefsels, en afvalstoffen en
koolstofdioxide vanuit de weefsels weer het bloed in.
5 Type bloedvaten
1. Arteriën (slagaders)
- Vervoeren het bloed van het hart af naar de weefsels toe
- Druk en snelheid van het bloed is hoog
- Arteriën moeten sterk gespierde vaatwanden vormen
- Grootste zijn aorta en longslagaders die weer vertakken in kleinere arteriën en
uiteindelijk in de arteriole
2. Arteriole
- Kleinere diameter dan de arteriën
- Bevatten glad spierweefsel: waarmee ze kunnen uitzetten en samenknijpen
- In staat om de bloedtoevoer naar de organen en de weefsels te reguleren
afhankelijk van de behoefte van de weefsels op dat moment
3. Capillairen
- Kleine haarvaatjes
- Ontzettend groot netwerk in alle weefsels en organen
- Bestaan uit 1 laag cellen om hun functie optimaal te kunnen uitvoeren
- Zorgen voor de uitwisseling van de voedingsstoffen, zuurstoffen en de
kooldioxide en afvalstoffen tussen bloed en de weefsels
4. Venule
- Kleine venen (kleine aders)
- Hierdoorheen stroomt de zuurstofarme bloed met de afvalstoffen en kooldioxide
richting het hart
- Komen daarna uit in de grotere venen
5. Venen
- Reservoir voor bloed
- 60 tot 65% van het bloed verzamelt zich in de venen
- De bloeddruk is een stuk lager en de stroomsnelheid ook
- De vaatwanden zijn een stuk dunner dan die van de arteriën
- Grootste venen zijn de bovenste en de onderste holle ader en de longaders die
uitmonden in het hart
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xsouuu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.73. You're not tied to anything after your purchase.
