• kent oorzaken van stress, weet wie er extra kwetsbaar zijn voor stress, kent gevolgen van
stress en behandelingen om stress te reduceren
• past kennis van copingstrategieën toe op cliëntencasuïstiek
• kent de invloed van stress op het ontstaan van hart- en vaatzieken
• heeft kennis van de psychosociale gevolgen van hart- en vaatziekten
• weet wat hartrevalidatie inhoudt en wat de rol van de diëtist hier in kan zijn
• beoordeelt zelfmanagementinterventies voor cliënten met hart- en vaatziekten op
theoretische onderbouwing en beoordeelt deze interventies specifiek op visie op
gezondheid en visie op gedragsverandering.
Stressor: sterssvolle stimulus of situatie
Stress: een lichamelijke of psychische respons op een uitdaging of een bedreigende situatie
Distress: Een belastende emotionele, cognitieve en/of gedragsmatige reactie, die veroorzaakt wordt
door een externe stressor en die onderdeel kan zijn van stress.
Eustress: is een herkenbare stressvorm voor het lichaam dat van korte duur is. Na deze stressboost
is het lichaam in staat om zich hiervan volledig te herstellen
Cognitieve beoordeling: onze interpretatie van een stimulus (een stressor) en onze middelen die
helpen om te gaan met deze interpretatie. Stel je hebt veel boetes gehad dan heb je veel meer
stress bij een andere boeten omdat je bang bent dat je rijbewijs wordt afgepakt dan als je bijna geen
boete hebt gehad.
Traumatische stressor: een situatie die iemands geestelijke of lichamelijke veiligheid bedreigt en
daardoor gevoelens van angst, afschuw of hulpeloosheid oproept.
Catastrofale gebeurtenis: een plotselinge, gewelddadige ramp – hetzij ontstaan ten gevolge van een
natuurlijk fenomeen, hetzij door de mens aangericht – die een trauma veroorzaakt
Terrorisme: een type geweld of dreiging dat het werk is van mensen die de maatschappij willen
ontwrichten door angst en gevaar te veroorzaken
,Er volgen 5 fases die mensen door maken als psychologische reactie als slachtoffer van een erge
gebeurtenis:
1. Psychische gevoelloosheid: (onmiddellijk na de gebeurtenis, psychische schok en
verwardheid). De eerste dagen wordt er niet volledig begrepen wat er is gebeurt
2. Automatische piloot: ze zijn zich weinig bewust van hun ervaring en kunnen later slecht
details herinneren
3. Gezamenlijke inspanning: slachtoffers bundelen hun hulpmiddelen en bronnen. Ze zijn trots
op wat ze tot nu toe hebben verwerkt en gerealiseerd, ze zijn ook vermoeid en zich bewust
van de eindigheid van hun energie.
4. Inzinking: ze zijn uitgeput. De emoties van de gebeurtenis beginnen door te dringen. De
belangstelling van de gebeurtenis neemt af en de slachtoffers voelen zich alleen gelaten.
5. Herstel: het slachtoffer kan langzaam herstellen doordat de natuurlijke/menselijke omgeving
veranderd
Levensverhaal (self-narrative): het verhaal dat iemand over zichzelf vertelt. Levensverhalen geven
iemand een gevoel van continuïteit en samenhang in de loop van de tijd.
Secendaire traumatisering: hevige stress die wordt veroorzaakt door blootstelling aan traumatische
beelden of aan verhalen die tot gevolg hebben dat de waarnemer zich met de oorzaak van de stress
bezig houdt.
Rouw: de emotionele reactie op verlies, die onder meer bestaat uit verdriet, woede,
machteloosheid, schuldgevoel en wanhoop
Integratie (in het rouw proces): de laatste fase van rouw waarin het verlies in het zelf wordt
opgenomen.
Miskende rouw: de emotie rond een verlies die niet door anderen wordt ondersteund, gedeeld of
begrepen.
Posttraumatische stressstoornis (PTSS): een angststoornis waarbij de stressreactie volgend op
situaties waarbij er spraken is van levensbedreiging, ernstig lichamelijk letsel of een bedreiging van
de fysieke integriteit, aanhoudt en het functioneren verstoort. Kenmerkend hierbij is de herbeleving
van de emotionele, cognitieve en gedragsmatige aspecten van een trauma dat eerder is ondergaan,
terwijl geprobeerd wordt prikkels die deze herbeleving kunnen veroorzaken te vermijden
Chronische stressor: toestand van stress-volle arousal die langere tijd aanhoudt
Maatschappelijke stressor: stressvolle omstandigheid die haar oorsprong vindt in onze sociale
culturele of economische omgeving.
Compassiemoeheid: toestand van psychologische uitputting die verzorgers na langdurig contact met
lijdende cliënten gestrest verdoofd of onverschillig maakt
Social readjustment rating scale (SRRS): Psychologische kwalificatieschaal die wordt gebruikt om
stressniveaus te meten door middel van de waarde die iemand hecht aan veranderingen die veel
mensen tijdens hun leven meemaken
Ergernis: situatie die enige irritatie of frustratie veroorzaakt
Burn-out: Syndroom van emotionele uitputting, depersonalisatie en verminderde prestaties: houdt
vaak verband met het werk
, Job engagement: Het gevoel als werknemer onderdeel uit te maken van een betekenisvolle
werkomgeving waar je bijdrage wordt gewaardeerd en evenredig wordt beloond (het
tegenovergestelde van burn-out)
(een schematisch model van 6 factoren die bij een burn-out betrokken zijn en 5 meetbare
uitkomsten):
Uitkomsten
Werkomgeving Slechte gezondheid
Werklast
Burn-out werknemer
Zeggenschap
Uitputting Afwezigheid
Beloning
Cynisme Mindere kwaliteit
Gemeenschap
Lage productiviteit Ontevredenheid van
Rechtsvaardigheid
klanten
Waarden
Lagere kosteffectiviteit
Fight or flightreactie: reeks interne processen die het organisme voorbereiden op een gevecht of
vlucht, en die in gang wordt gezet als een situatie als bedreigend wordt geïnterpreteerd
Acute stress: Een tijdelijke, kortdurend, patroon van arousal als reactie op een stressor, met een
duidelijk begin en een beperkte duur
Stressoren: zijn factoren, invloeden, gebeurtenissen en dergelijke die iemand in een stresssituatie
brengen, die tot strain leidt. Strain kan evenwel ook ontstaan door mensen naar opleidingen te
sturen die ze of niet aankunnen of die tot geen enkel beter perspectief leiden, of door permanente
mentale onderbelasting.
Lichamelijke reacties op stress:
1. Bloedvaten in huid, skeletspieren, hersenen en ingewanden trekken samen
2. Pupillen worden wijder om beter in de verte te kunnen zien
3. Transpiratie neemt toe
4. Huid en lichaamshaartjes veroorzaken kippenvel
5. Bronchiën verwijden zich
6. Peristaltische bewegingen in spierverteringskanaal nemen af
7. Uitscheiding van alvleesklier verminderd
8. Bijnieren stimuleren de afscheiding van adrenaline, verhogen van de bloedsuikerspiegel en
de bloeddruk en een versnelde hartslag
9. Lever scheidt suiker af in de bloedbaan
10. Afscheiding van spijsverteringssappen verminderen
11. Blaas ontspant zich
12. Anale sluitspier verkrampt
13. Sluitspier van blaas verkrampt
14. Bloedvaten in externe genitaliën verwijden zich
Algemeen aanpassingssyndroom: Algemeen patroon van lichamelijke responsen waardoor het
lichaam in essentie op elke ernstige chronische stressor op dezelfde manier reageert
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller semp99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.77. You're not tied to anything after your purchase.