- Kan de fysiologie van het hart en de bloedsomloop beschrijven en koppelen aan de
pathofysiologie van hypertensie.
- De DIO kan de begrippen vochtbalans, intra- en extracellulaire ruimte en oedeem
uitleggen en toepassen op relevante ziektebeelden zoals hypertensie.
- De DIO kent de pathofysiologische analyse van hypertensie.
- TIP: Bekijk op youtube.com bijvoorbeeld nog het volgende filmpje:
https://www.youtube.com/watch?v=XtIh1ZFspHs
- -TIP: bekijk de video van Juf Danielle: Bloeddruk, RAAS en hypertensie - YouTube
- https://www-1dieetbehandelingsrichtlijnen-1nl-
1y6n1lg4h2a69.stcproxy.han.nl/richtlijnen/22HK_hypertensie_1.html
Bloeddruk, raas, hypertensie
Bloeddruk (wordt vaak aangegeven met RR): de druk die het bloed uitoefent op de vaatwand. De
bloeddruk zorgt ervoor dat het bloed naar heel het lichaam stroomt. Onder bloeddruk vallen:
- Systolische bloeddruk:
o Het samentrekken van het hart. Waarbij de bloedruk op zijn hoogst is.
- Diastolische bloeddruk
o Als het hart ontspant daalt de bloeddruk weer. Het laagste punt heet diastolische
bloeddruk
Metingen:
120/80: ideale bloeddruk
140/90: hypertensie (hoge bloeddruk)
90/60: hypotensie (lage bloeddruk)
Welke factoren bepalen de RR? P26 Van der Bijl
1. Hart:
- Snelheid van pompen (frequentie)
- Hoeveelheid bloed dat het hart pompt per slag (slagvolume)
- hartminuutvolume (hoeveelheid bloed dat het hart in een minuut rondpompt)
2. Weerstand waartegen het hart moet pompen
- Vasoconstrictie/ dilatatie van vaten
- Bloedvolume/ vullingstoestand
- Kwaliteit vaten (vb. atherosclerose)
- Viscositeit bloed
,De basis van bloeddruk is een combinatie van:
- Perifere weerstand:
o Heeft te maken met de diameter van de bloedvaten (vasoconstrictie en vasodilatatie)
- Cardiac output
o Hartminuut volume genoemd (hoeveelheid bloed die het hart per minuut wegpompt)
Berekenen door:
- Hartslagfrequentie (in slagen per minuut) te vermenigvuldigen met
slagvolume (de hoeveelheid bloed dat het hart uitpompt per hartslag)
Slagvolume berekenen:
1. Het verschil te nemen tussen het einddiastolisch
volume
a. Volume na de rust van het hart (na het
vullen van de ventrikels en precies voor de
hartslag
b. Het eindsystolische volume ( na de
samentrekking van het hart, na de hartslag)
,We hebben 3 mechanisme om de bloeddruk te verhogen:
1. Het zenuwstelsel samen met de bloedvaten (snelle systeem)
a. Doet dit doormiddel van baroreceptoren, dit betekent letterlijk druk receproten
i. De sympaticus (onderdeel van autonoom zenuwstelsel), aangezet.
Hierdoor gaat de hartslag frequentie omhoog. De hogere hartslag
frequentie zorg voor een hogere cardiac output.
ii. Sympaticus zorgt ook voor vasoconstrictie (diameter van bloedvaten
wordt kleiner). Hierdoor perifere weerstand omhoog.
2. De hersenen (langzame systeem)
a. Bloeddruk regelen via hypofyse, dit maakt het hormoon anti diuretisch hormoon
(ADH (betekent anti plas hormoon)). Hierdoor wordt vocht vast gehouden
waardoor he bloedvolume stijgt. Dit zorgt ervoor dat je diastolisch volume stijgt.
3. Nieren (langzame systeem)
a. Afferente arteriolen (kleine bloedvaatjes richting nieren) zitten ook
baroreceptoren. Ook wordt er door de afferente arteriolen met verminderde
bloeddruk minder vocht naar buiten geperst. Er wordt dan minder voor urine
gemaakt.
i. Beide functies zorgen ervoor dat er nier renine (eerste stofje uit het
RAA-systeem (RAA = renine-angiotensine-aldosteron systeem)) gaat
uitscheiden.
1. Renine zet angiotensinogeen om in angiotensine 1
2. In de longen word angiotensine 1 omgezet naar angiotensine 2
door het stofje ACE
a. Ageotensine heeft 3 functie:
i. Zorgt voor vasoconstrictie: waardoor de
diameter van de bloedvaten kleiner wordt en de
perifere weerstand stijgt
ii. Uitscheiding van aldosteron (bijnierenschors);
dit haalt natrium terug uit de voor urine
waardoor er meer natrium in het lichaam is.
hierdoor blijft er water in je lichaam (osmose).
Hierdoor is er meer bloedvolume en stijgt het
eind diastolisch volume. En dus ook het
slagvolume, de cardiac output, waardoor de
bloeddruk.
iii. Zorgt ook voor een dorst prikkel: meer drinken
waardoor je bloedvolume stijgt en dus ook de
bloeddruk
, Bloeddruk naar beneden maar een route:
1. Natriuretische peptiden (atriaal natriuretische peptide de belangrijkste):
a. Als er door de hoge bloeddruk extra druk staat op het hart, rekken de volume
receptoren uit. Hierdoor wordt ANP afgegeven.
i. Ook verminderd ANP het dorst gevoel, waardoor minder drinken
ii. Ook remt de afgifte van bloeddrukverhogende hormonen zoals ADN en
aldosteron
iii. Ook vasodilatatie, waardoor de diameter van de bloedvaten toeneemt,
waardoor de perifere weerstand daalt, waardoor de bloeddruk daalt
iv. Ook leid dit tot extra uitplassen van natrium waardoor er ook meer water
wordt uit geplast. Hierdoor neemt de bloedvolume af, waardoor de
bloeddruk
Gaat er iets mis in deze functie ontstaat er hypotensie of hypertensie ontstaan:
a. Hypotensie (te laag)
a. Sterretjes zien bij opstaan
b. Flauwvallen
c. Shock: levensbedreigend waardoor er te weinig circulerend volume is, hierdoor
krijgen de organen niet genoeg bloed
b. Hypertensie (te hoog)
a. Geen symptomen (sluip moordenaar)
Het kan wel leiden tot cardiovasculaire ziekten:
i. Hartfalen
ii. Beroerte
iii. Hartinfarct
De klachten van hypertensie krijg je pas als je een extreem hoge bloeddruk hebt (hypertensieve
crisis): hierbij worden je ogen, hart (cardiaal), hersenen (cerebro), ledenmaten en nieren beschadigd.
Dit zorgt voor:
1. Hoofdpijn
2. Wazig zien
3. Benauwdheid
Cardiaal:
a. Angina pectoris en hartinfarct door atherosclerose
a. Hartfalen*
Cerebrovasculair :
a. Herseninfarct/ bloeding (CVA)
a. Door kleine infarctjes -> dementie
Ledematen:
a. Benen: claudicatio intermittens
Nieren:
a. Nierfalen door ‘microangiopathie’ (vicieuze cirkel)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller semp99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.77. You're not tied to anything after your purchase.