100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Medische kennis gebieden (HVVP17MKE4) $5.92   Add to cart

Summary

Samenvatting Medische kennis gebieden (HVVP17MKE4)

 19 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van alle hoorcolleges + 2 werkcolleges van het vak Medische kennis jaar 1 toets 4 Psychiatrie. De belangrijke onderwerpen zijn gearceerd en verduidelijkt door plaatjes en tabellen. Er staan ook meerdere toetsvragen in. Zelf heb ik door deze samenvatting te leren toets 4 kun...

[Show more]

Preview 3 out of 26  pages

  • January 19, 2023
  • 26
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoorcolleges medische kennis psychiatrie

Hoorcollege 1: inleiding psychiatrie

GGZ: geestelijke gezondheidzorg = psychiatrie

Wie werken en in de psychiatrie
 Psychiater, kinder- en jeugdpsychiater, andere artsen
 Psycholoog, GZ-psycholoog, klinisch psycholoog
 Orthopedagoog/gedragswetenschapper
 Maatschappelijke werker
En waar werken die in de psychiatrie
 Extramuraal: huisartsenpraktijk, polikliniek, thuiszorg.
 Intramuraal: verpleeg- of verzorgingshuizen, psychiatrische ziekenhuizen en
instellingen voor mensen met een verstandelijke handicap.
 Semimuraal: deeltijdbehandeling in een ziekenhuis of een instelling voor geestelijke
gezondheidszorg en dagverpleging in een verpleeghuis.

1. Statische (ab)normaliteit
Zowel een hoge als een lage intelligentie is abnormaal, maar heeft iedereen die bij deze
uitersten een stoornis? Nee echt niet iedereen.

2. Psychosociale (ab)normaliteit
Afwijken van de norm in de maatschapij, normaal of abnormaal. Bijvoorbeeld
punkers, anorexia enz

3. Persoonlijke (ab)normaliteit
 Persoonlijk lijden, niet functioneren
 Irrationeel/onbegrijpelijk gedrag
 Onvoorspelbaarheid en controleverlies
 Gedrag dat ongemakkelijk doet voelen
 Overtreden morele normen

Geschiedenis psychiatrie
Humoraal leer: (psychische) ziektes zijn een disbalans van de 4 lichaamssappen
1. Bloed (sanguis)
Sanguinisch: vurig, energiek
2. Gele gal (xanthè cholè)
Cholerisch: driftig
3. Zwarte gal (melaina cholè)
Melancholisch: zwartgallig
4. Slijm (phlegma)
Flegmatisch: kalm, rustig

, Institutionalisering en afgelopen eeuw
 Vanaf 19e eeuw: psychiatrische ziekten als hersenziekten onderzoek en categorisatie
 Begin 20e eeuw: Freud en het onbewuste: psychoanalyse, droomduiding, neurotische
afweer
 Vanaf jaren 50: ontwikkeling psychofarmaca
 Jaren 70: antipsychiatrie, tegen de instellingspsychiatrie
 Vanaf jaren 90: deels terug tussen het groen
 Jaren NU: te veel opgenomen mensen, trend is weer dat mensen zoveel en zolang
mogelijk thuis/zelfstandig blijven wonen: sterk toename overlast en ongevallen.

Moderne verklaringsmodellen
 Biopsychosociaal model:

 Kwetsbaarheidmodel:
- Draafkracht versus draaglast
- Sterke versus zwakke punten
- Coping
- Tijd (kwetsbare factoren, uitlokkende factoren, onderhoudende factoren)

 Ontwikkelingsmodel:
- ADHD (aandachtstekort +/- druk), ASS (autismespectrumstoornis)

Diagnostiek: het psychiatrische onderzoek
Psychiatrische onderzoek…… uitvragen en rapporteren van:
 Algemene indruk – uiterlijke kenmerken, contact, spraak klachtenpresentatie,
ziektebesef en -inzicht, lijdensdruk, intoxicatie
 Cognitieve functies – bewustzijn, aandacht, oriëntatie, intellectuele functies,
geheugen, waarneming, denken (vorm en inhoud)
 Affectieve functies- stemming, affect, affectmodulatie. Affect= van korte duur,
reactie op bepaalde situatie. Stemming= langdurende gemoedstoestand, niet directe
reactie op bepaalde situatie
 Conatieve functies- psychomotoriek (miniek, gestiek, spraak), kenmerken
persoonlijkheid, wilsbekwaamheid, niveau van psychosociaal functioneren.

Classificatie psychopathologie
Is iets in een vakje plaatsen
Etiket plakken: voordeel: noodzaak, overzichtelijk, richtlijnen, communicatie
Nadeel: classificatie wordt ten onrechte als diagnose beschouwd en vaak van
dossier naar dossier meegenomen, hokjesgeest

Vanaf DSM-IV: indeling in 5 assen (multidimensionale)
AS 1: huidige ‘klinische toestandsbeelden/stoornissen’
AS 2: persoonlijkheidsstoornissen + mentale retardatie
AS 3: lichamelijke toestand, indien relevant
AS 4: psychosociale problematiek

, DSM- IV: werkt niet meer met assen, die staan dus ook veelal niet in het leerboek (ze vinden
namelijk dat je de mens compleet moet gaan bekijken en niet vanuit hokjes)
- Toch wordt hier ook de DSM-IV behandeld omdat daar in de praktijk nog bijna altijd
mee wordt gewerkt

Asse
DSM-IV DSM-V
n
AS I Psychiatrische stoornissen AS I, II en III geïntegreerd
Persoonlijkheidsstoornissen met elkaar
AS II
Verstandelijke beperkingen
Relevante somatische
AS III Somatische aandoeningen aandoeningen worden nog
wel vermeld
V-codes: andere
AS IV problemen, die een reden
tot zorg kunnen zijn
Word Health Organisation
Global Assement of Disability Assessment
AS V
Functioning Scale (GAF) Schedule 2.0 (WHODAS
2.0)

De DSM geeft een classificatie, soms syndroomdiagnose genoemd. Volgt vaak uit het
Psychiatrisch Onderzoek.


• De precieze diagnose volgt pas uit:
- Informatie uit de drie milieus: wonen, werk, sociaal
- Anamnese, heteroanamnese, ontwikkelingsanamnese - Andere informatie (somatisch,
cultuur, persoonlijkheid)


• De structuurdiagnose is een ‘’narratief’’, een verhaal achteraf. Niet uit te drukken in
getallen (zoals bij RR, DM etc.) en ook niet experimenteel te toetsen (vgl. evolutieleer)
Het kwetsbaarheidsmodel: draagkracht, draaglast, coping, sterke en zwakke punten, speelt
een belangrijke rol.

Toetsvragen:
Een verschil tussen een psychiater en een klinisch psycholoog is:

1. Een psychiater mag medicijnen voorschrijven en een psycholoog niet
2. Een psycholoog mag psychotherapie toepassen en een psychiater niet
3. Een psychiater behandelt patiënten alleen intramuraal, een psycholoog intra- en
extramuraal

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller adejong84. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.92
  • (0)
  Add to cart