Dit is een complete samenvatting van alle boekingen en de achterliggende theorie voor het tentamen van Financial Accounting 2! De casussen zijn makkelijk beschreven en alle aspecten komen in de casussen weer in makkelijke taal en tot in de puntjes uitgelegd.
LET OP: deze samenvatting is veel op ...
1 t/m 5, 6,7,8,9,10 en 15
January 19, 2023
62
2021/2022
Summary
Subjects
vaste activa
vlottende activa
effecten
onderhanden projecten
kennistoets
wetsartikelen
geamortiseerde kostprijs
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Accountancy
Financial Accounting 2
All documents for this subject (3)
1
review
By: danilsmit • 1 year ago
By: Jarno07 • 1 year ago
Translated by Google
Thank you well!

Seller
Follow
Jarno07
Reviews received
Content preview
Financial Accounting 2.
Samenvatting voor het Tentamen
Voorbeelden
Wetteksten
Een kennisquiz
& Toelichtingen op de verschillende sommen!
,1. Verslaggevingsprincipes
Realisatieprincipe:
Volgens het realisatieprincipe mag winst alleen worden geschreven als de onderneming haar
kant van de bestelling voldaan heeft. Dus wanneer de economische overdracht
plaatsgevonden heeft.
Voorbeeld (uit het boek jaarverslaggeving blz. 52):
Een handelsonderneming verkoopt een partij goederen voor 50.000 euro. Op 1 maart wordt
het verkoopcontract gesloten, op 1 april worden de goederen verstuurd en op 1 mei wordt de
factuur verstuurd. (deze wordt op 1 juni betaald)
Wanneer moet deze omzet verantwoord worden?
De omzet moet op 1 april verantwoord worden, aangezien de ondernemende partij op 1 april
de economische overdracht voldaan heeft, de goederen zijn immers verstuurd naar de klant.
Matchingsprincipe:
Bij het matchingsprincipe is het niet de omzet die verantwoord moet worden, maar de
kosten. Het is wel zo dat de voorraad (en duurzame productiemiddelen) niet als kosten
gezien worden in de administratie. Daarom berekenen we het verbruik van de
productiemiddelen. Volgens het matchingsprincipe moeten de kosten genomen worden
over de periode waarin de verantwoording van de omzet heeft plaatsgevonden, die ontstaan
is door het verbruiken van het productieproces.
Weer een voorbeeld (uit het boek jaarverslaggeving blz. 52)
Een productieonderneming schaft op 1 januari jaar t een machine aan voor 1 miljoen euro.
De restwaarde is 0 euro (nihil) en de levensduur is 8 jaar. De onderneming schrijft af met
gelijke bedragen per jaar.
In het jaar t worden er 1000 producten gemaakt en hiervan worden er 800 verkocht. De
totale afschrijvingskosten van de machine zijn: 1.000. = 125.000 euro.
Hoeveel kosten mogen we totaal opnemen in de winst/verlies rekening over het jaar t?
Volgens het matchingsprincipe mogen we alleen de kosten toerekenen van de producten die
daadwerkelijk verkocht zijn in deze periode. We mogen dus geen 1000 producten rekenen,
maar 800 producten (zie voorbeeld). Er is 80% van de voorraad verkocht. ( x 100),
dus de kosten mogen we ook maar voor 80% nemen.
125. x 80 = 100.000 euro aan kosten in de winst/verlies rekening.
Continuïteitsprincipe:
Bij het toerekeningproces wordt er stilzwijgend van uit gegaan dat de onderneming in de
toekomst nog steeds zal blijven staan. Zij gaat dus niet zomaar in eens failliet. Dat is het
continuïteitsprincipe. Als deze verwachting niet meer gaat gelden dan zal de waardering van
de inkoopprijzen niet maar aan de orde zijn en dient er worden overgeschakeld op lagere
voorraadwaardes. (Voorzichtigheidsprincipe) hieronder is er meer info daarover.
,Voorzichtigheidsprincipe:
Bij ondernemen kan je niet altijd dikke winst maken. Soms doet een product het super goed,
of heel slecht. Dat hangt van veel verschillende factoren af. Het voorzichtigheidsprincipe
schrijft in deze dat de verwachte omzetten pas genomen mogen worden op het moment dat
de onderneming ook daadwerkelijk gepresteerd heeft, maar dat de verliezen/nadelen gelijk
genomen moeten worden, hierbij mag er niet worden gewacht of deze uitkomen of niet!!
Een voorbeeld (Jaarverslaggeving blz. 53)
De productielijn van een onderneming staat op 31 december jaar T op de balans voor 7/8 x
1.000.000 = 875.000 euro. De vraag naar het product is gezakt en er wordt voorspeld dat de
vraag nog meer gaat zakken in het komende jaar. En dat de productielijn in de komende
jaren nog maar 700.000 euro waard gaat zijn.
Wat moeten we hier doen? (Met oog op het voorzichtigheidsprincipe)
Het voorzichtigheidsprincipe zegt hier dat de voorraad onmiddellijk wordt afgewaardeerd
naar 700.000 euro en dat het verlies gelijk opgenomen wordt. Of het daadwerkelijk
gerealiseerd wordt weet de onderneming nog niet. Dat zal in de komende 7 jaar duidelijk
worden.
Bestendigheidsprincipe:
Voor de gebruikers van de jaarrekening is de absolute hoogte van de gepubliceerde cijfers
als zodanig van minder belang dan de ontwikkeling ervan in de tijd. De gebruiker wil
bijvoorbeeld kunnen zien of zich een verbetering of een verslechtering van de winst heeft
voorgedaan ten opzichte van het jaar daarvoor. Om een zinvolle tijdsvergelijking mogelijk te
maken, is het noodzakelijk dat de onderneming zich door de jaren heen bedient van dezelfde
grondslagen voor waardering en winstbepaling. Indien dit niet het geval is, wordt het heel erg
lastig om te bepalen of een winstverandering veroorzaakt wordt door het beter, of slechter
presteren van een onderneming, of door het gewoonweg veranderen van de
waarderingsprincipes.
Het Bestendigheidsprincipe is er dus op gericht dat de onderneming 1
waarderingsgrondslag gebruikt en dus niet om de havenklap switcht tussen
waarderingsgrondslagen.
,Period & Product Matching
Het matchingprincipe (Hierboven beschreven) houdt in dat de kosten en opbrengsten in de
maand van gebruik / verbruik verantwoord moeten worden. Maar, dit principe kan opgesplitst
worden in 2 aparte matchingsprincipes, met ieder een andere verwerkingswijze. Deze zijn:
- Period matching
- Product matching
Product Matching:
Bij product matching worden de uitgaven toegerekend aan de producten en als zodanig
uiteindelijk geactiveerd onder de voorraden. Pas wanneer de voorraad verkocht wordt (en
wordt afgeleverd) worden onder de voorraden de geactiveerde uitgaven als kosten van de
omzet ten laste van het resultaat gebracht. Product matching zal worden toegepast voor
zover de uitgaven rechtstreeks aan de producten zijn toe te rekenen (Directe loonkosten en
grondstoffen)
Period Matching:
Bij period matching worden de uitgaven ook in de balans geactiveerd, maar niet onder de
voorraden. De geactiveerde uitgaven worden vervolgens via de afschrijvingen toegerekend
aan de perioden waaraan de uitgaven dienstbaar zijn.
Voorbeeld Period & Product matching:
We gaan terug naar Marcel van Waal. (Bad2 samenvatting). Marcel en Annette doen het zo
goed met hun BV, dat ze uit gaan breiden en tuinhuisjes gaan verkopen. De kosten zijn:
Gronstoffen: € 30.000 per stuk
Loonkosten monteurs: € 40.000 P.p. op jaarbasis.
3 bestelwagens: € 60.000 Per stuk.
Extra kosten 3 bestelwagens: € 1.000 per wagen, per maand.
Kantoor (Huur) € 48.000 Per jaar
Loonkosten kantoormensen: € 36.000 P.p. op jaarbasis.
* De bestelwagens worden in 5 jaar afgeschreven. De restwaarde is nihil.
* Begin januari was er 0,- eindvoorraad OHP.
* De kosten van de grondstoffen en de monteurs wordt d.m.v. product matching berekend.
* De kosten van de afschrijvingen (Bestelwagens) wordt d.m.v. period matching berekend.
* Er zijn 5 monteurs in dienst.
* Voor de 40.000 euro werken de monteurs jaarlijks 2.000 uur.
* Er werken 2 mensen op het kantoor van Marcel & Annette.
Op 1 februari krijgen Marcel & Annette hun eerste opdracht! Ze krijgen een order van 10
tuinhuisjes. Eind februari hebbende monteurs in totaal 1.000 uur gewerkt aan deze opdracht
en zijn er 8 van de 10 tuinhuisjes klaar. Aan de overgebleven 2 tuinhuisjes is al 200 uur
besteed door de monteurs.
, Welk bedrag wordt in de maand februari ten laste van het resultaat gebracht?
Product Matching:
Grondstoffen: 8 x 30.000 € 240.000
Loonkosten monteurs: 800 x € 20 € 16.000
€ 256.000
Period Matching:
Afschrijving bestelwagens 3 x (60.) € 3.000
Overige kosten (Direct)
Extra kosten bestelwagens 3 x 1.000 € 3.000
Huur kantoor 48. € 4.000
Personeel kantoor: 36.000 x € 6.000
€ 13.000
Totaal Resultatenrekening € 272.000
Balans: OHP per 28 februari:
Grondstoffen: 2 x 30.000 € 60.000
Loonkosten monteurs: 200 x 20 € 4.000
€ 64.000
Toelichting op het bovenstaande:
- € 40.000 euro per monteur / 2.000 uur = € 20 per uur.
- Er was in totaal 1.000 uur besteed (- 200 uur vanwege niet alles gereed) = 800 uur.
- Bestelwagens worden in 5 jaar afgeschreven = 60 maanden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jarno07. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.