Examenmatrijs burgerlijk procesrecht
1.1 De kandidaat beschrijft wat het burgerlijk procesrecht inhoudt of wanneer het van
toepassing is.
Het beschrijft de handhaving van het materieel recht.
- Hoe een gerechtelijke procedure in gang wordt gezet
- Het verloop van een gerechtelijke procedure
- De tenuitvoerlegging van een gerechtelijke uitspraken
- Mogelijke rechtsmiddelen tegen rechterlijke uitspraken
- Arbitrage -> bindend advies door niet-rechters
Grondregels procesrecht
- Hoor en wederhoor art. 19 Rv
Rechter doet eerst een uitspraak als hij beide partijen heeft gehoord.
- Openbaarheid art. 6 EVRM, art. 121 GW, art. 27 Rv, art. 4 en 5 Wet Ro
Iedereen heeft toegang tot de rechtszaak.
- Motivering art. 5 Wet Ro, art. 30 Rv en art. 121 GW
Rechter moet zijn uitspraak motiveren.
- Hoger beroep en cassatie
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter art. 117 GW
- Uitspraak binnen een redelijk termijn art. 6 EVRM
Lijdelijkheid van de rechter -> rechter is passief voor de inhoud van de rechtszaak. Hij
moet:
- Zaken, die niet tegengesproken worden, als ‘feit’ zien.
- De rechter mag niet meer eisen, dan de eisende partij zelf.
Niet lijdelijkheid bij bewaren voortgang -> rechter heeft een actieve rol om proces niet te
vertragen en termijnen te geven.
Verplichte procesvertegenwoordiging -> procespartijen zijn verplicht een advocaat in te
schakelen, mits het geen kantonzaak is.
1.2 De kandidaat legt het verschil tussen een verzoekschriftprocedure en een
dagvaardingsprocedure uit.
Dagvaardingsprocedure
Eenvoudig
1. DagvaardingE-> de officiële oproep gedaagde en de vordering van de eiser staat
hierin (conclusie van eisE)
2. Conclusie van antwoordG art. 128 Rv-> schriftelijk verweer van de gedaagde
tegen de inhoud van de dagvaarding. Termijn is 6 weken en wordt op de volgende
roldatum ingediend. (Conclusie van eis in reconventieG)
3. Comparitie van antwoord -> mondelinge behandeling van de zaak. De rechter
beoordeelt of een minnelijke schikking mogelijk is.
4. Vonnis -> de uitspraak van de rechter op een vastgestelde datum.
Uitgebreid art. 136 e.v. Rv
4. conclusie van repliekE en daarna apart een conclusie van antwoord in reconventieE.
5. conclusie van dupliekG en de conclusie van repliek in reconventieG. art. 132 Rv
6. conclusie van dupliek in reconventieE
7. Comparitie als rechter dit beveelt
8. Vonnis art. 229 t/m 236 Rv
Verzoekschriftprocedure
1. Verzoekschrift art. 261 Rv
- Oneigenlijke rechtspraak -> verzoeker vraagt voorziening te heffen
- Eigenlijke rechtspraak -> geschil tussen verzoeker en verweerder. Er kunnen ook
belanghebbende zijn en zij reageren ook met een verweerschrift. Art. 282 Rv.
2. Griffier tekent verzoekschrift na indiening. Het wordt niet betekend. Art. 278 lid 4 Rv.
3. Rechter bepaalt zelf dag en tijd zitting. Er is geen rolrechter.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nissientje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.