,Hoofdstuk 2: Risico en rendement
Moderne portefeuille theorie: laat zien hoe de belegger op basis van de beschikbare
beleggingsobjecten een optimale portefeuille samenstelt. Uit de theorie blijkt dat de belegger zijn
risico kan verminderen door zijn vermogen over meerdere beleggingsobjecten te spreiden, hierbij
wordt een afweging gemaakt tussen risico en rendement.
Het verwachte rendement van beleggingsobject is het gewogen gemiddelde van mogelijke
rendementen (rendementen opgeteld / looptijd). Het risico is de mate van spreiding rond het
verwachte rendement. Een veelgebruikte statistische maatstaf voor spreiding is standaarddeviatie.
Hoe hoger de standaarddeviatie, hoe hoger de spreiding en dus het risico. Beleggers hebben een
risicoafkeer en willen dit zoveel mogelijk vermijden. De mate van risicoafkeer wordt weergegeven in
indifferentiecurven: geeft alle combinaties van verwacht rendement en risico weer die de belegger
hetzelfde nut opleveren. Hoe hoger de indifferentiecurve, hoe hoger het nut.
Portefeuille vorming: belegger is als regel beter af wanneer hij in meerdere beleggingsobjecten
belegt. Dit levert vaak vermindering van risico op risicoreductie. Wat bepalend is voor de mate
waarin risicoreductie optreedt, is de mate van correlatie (samenhang) tussen de afzonderlijke
beleggingsobjecten, wordt gemeten d.m.v. correlatiecoëfficiënt. Als algemene regel geldt: hoe lager
de correlatie tussen de rendementen van 2 objecten, hoe meer risicospreiding er optreedt bij
combinatie van die objecten. Immers hoe lager de correlatiecoëfficiënt is, des te sterker het resultaat
op het ene object het resultaat op het andere object compenseert (dus lager dan 1).
Hoe kiest een belegger voor een van deze portefeuilles?
1. Kiezen welke portefeuilles efficiënt zijn biedt bij een gegeven risico het grootste mogelijke
rendement en bij een gegeven rendement het kleinst mogelijke risico, deze portefeuilles zijn
te vinden op efficiënte-grenslijn.
2. Vaststellen welke portefeuille op deze grenslijn het maximale nut oplevert Hoe hoger de
indifferentiecurve ligt, hoe hoger het nut voor de belegger. Dus moet een efficiënte
portefeuille gekozen worden die op een zo hoog mogelijke indifferentiecurve ligt het punt
waar de indifferentiecurve kruist met efficiënte-grenslijn.
Capital Asset Pricing Model: laat zien dat elke belegger uiteindelijk voor dezelfde efficiënte
portefeuille kiest. Veronderstelling: elke belegger kan onbeperkt risicovrij geld lenen en uitzetten.
Een risicovrije uitzetting wordt daarbij opgevat als een
belegging in kortlopend schuldpapier van de overheid.
De rentevoet die belegger hierop ontvangt, is het
risicovrije rendement.
Elke belegger kiest voor de marktportefeuille. De
reden dat elke belegger kiest voor de
marktportefeuille, is dat elke belegger bij een gegeven
risico voor het hoogst mogelijke rendement kiest,
waardoor elke belegger terecht komt op de
kapitaalmarktlijn.
2
, 2 vormen van risico:
Marktrisico het risico voor het aanhouden van de marktportefeuille, wordt bepaald door
algemene omgevingsfactoren (conjunctuur, inflatie)
Uniek risico vind zijn oorzaak in ondernemingsgebonden factoren, is voor elk
beleggingsobject verschillend
Hoe meer objecten een beleggingsportefeuille omvat, des te beter het unieke risico
weggediversifieerd kan worden.
Het marktrisico van een beleggingsobject wordt gemeten met de bèta. Hoe hoger de bèta van een
beleggingsobject, hoe groter het aan dat object verbonden marktrisico. De bèta wordt bepaald door
2 factoren: de bèta is hoger naarmate het rendement op het beleggingsobject nauwer samenhangt
met het rendement op de marktportefeuille (marktrisico. De bèta is hoger naarmate het totale risico
van het beleggingsobject hoger is.
Volgens het CAPM is alleen het marktrisico van een beleggingsobject bepalend voor het rendement
dat beleggers eisen en niet het uniek risico, dus beleggers ontvangen alleen een beloning voor het
marktrisico.
De relatie tussen rendement en marktrisico wordt weergegeven in de security market line.
De efficiënte markthypothese: zegt dat in de prijs van een financiële titel alle beschikbare informatie
over de betreffende titels is opgenomen, zodat het risico dat de belegger loopt in de prijs verwerkt is,
doordat door de partijen snel wordt gereageerd op alle informatie die ter beschikking komt.
3 versies van efficiënte markthypothese:
1. Zwakke versie stelt dat alle beursinformatie in de koersen verwerkt zit, zoals koersen en
handelsvolumes
2. Meer stringente versie definieert ‘alle beschikbare informatie’ als alle openbare
informatie, dit omvat naast beursinformatie ook algemeen economisch nieuws.
3. Meest stringente versie alle informatie wordt in koersen verwerkt, dus openbare en niet-
openbare informatie.
Door de efficiënte markthypothese is het moeilijk om de markt te verslaan, daarom is het beter voor
de belegger om te proberen de markt te volgen, bijvoorbeeld een index die een goede afspiegeling is
van de marktportefeuille indexbeleggen (passief beleggen).
De behavioral finance: een stroming binnen de vermogensmarkttheorie die bestudeert hoe
marktdeelnemers informatie interpreteren en hoe ze op basis daarvan beleggings- en
investeringsbelissingen nemen, maakt hierbij gebruik van inzichten uit de psychologie. Uit
experimenteel onderzoek blijkt dat verlies tweemaal zo zwaar weegt als winst. Dit heeft tot gevolg
dat beleggers zich veel risicovoller gaan gedragen wanneer er verlies dreigt dan wanneer er kans is
op winst. Belegger hebben verliesaversie beleggers vinden het belangrijker om verlies te
vermijden dan om winst te maken.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louise1222. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.