100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 en 4 dilemma $7.68   Add to cart

Summary

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 en 4 dilemma

1 review
 27 views  2 purchases
  • Course
  • Level

hoofdstuk 3 en 4 samengevat

Preview 3 out of 17  pages

  • January 19, 2023
  • 17
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5

1  review

review-writer-avatar

By: jaydenmaljaars • 7 months ago

avatar-seller
Maatschappijleer H3: Verzorgingsstaat .

Par. 1: De overheid of de mensen zelf?

Je kunt de drie reguleringsmechanismen van de welfare triangle
noemen en toelichten aan de hand van voorbeelden, kenmerken en
kernwaarden.

In een verzorgingsstaat is de overheid
verantwoordelijk voor noodzakelijk
geachte materiële en immateriële
voorzieningen voor alle burgers. Er zijn 3
mechanisme om hulp en inkomsten te
produceren en te verdelen.
- de overheid
De overheid kan de zorg regelen. Iedere
burger betaalt hier aan mee. Iedereen
heeft hetzelfde recht op zorg, er is dus sprake van gelijkheid.
- de markt
Dingen kunnen ook via de markt geregeld worden. Denk aan een particulier
verzorgingshuis. Hier geldt de wet van vraag en aanbod, als vraag bij aanbod
aansluit kan er een contract getekend worden. Er is sprake van vrijheid en
wederkerigheid. Een ander voorbeeld is een verzekering.
- het particulier initiatief
Een voorbeeld van particulier initiatief is vrijwilligerswerk. Mensen
ondersteunen elkaar omdat ze vinden dat het zo hoort. Een belangrijke norm
is zorgen voor elkaar met als waarde naastenliefde.

Je kunt uitleggen voor welke reguleringsmechanismen de verschillende
politieke stromingen een voorkeur hebben.



Liberalen Hebben een sterke voorkeur voor de
markt. Vrijheid is een centrale
waarde voor de liberalen. De
voorwaarde is dat er sprake is van
concurrentie, alleen de beste
bedrijven blijven in de race

Sociaaldemocraten Hebben een sterke voorkeur voor de
overheid. Gelijkheid is hun
kernwaarde.

,Christendemocraten Hebben een sterke voorkeur voor
het particulier initiatief. Hun
kernwaarde is naastenliefde. Ze
vinden dat mensen elkaar nodig
hebben in de samenleving.


Je kunt in concrete maatschappelijke vraagstukken een voorkeur voor
een reguleringsmechanisme of combinatie van
reguleringsmechanismen formuleren en onderbouwen.

Par. 2: Verzorgingsstaat: betutteling of noodzaak?

Je kunt uitleggen wat een verzorgingsstaat is, de vier functies van de
verzorgingsstaat beschrijven en hun relatie met de sociale
grondrechten uitleggen.
Nederland is een verzorgingsstaat, de overheid heeft de zorg voor welvaart en
welzijn van de burgers op zich genomen
4 functies:

- Verzorgingsfunctie: Hulp als je niet voor jezelf kan zorgen, het gaat dan
om financiële ondersteuning, troost, begeleiding of medische zorg.
- Verzekeringsfunctie: Zekerheid van een inkomen. Er is een
minimumloon en een uitkering.
- Verheffingsfunctie: Kans op ontplooiing

- Verbindingsfunctie: creëren sociale cohesie

Dat een verzorgingsstaat belangrijk is voor onze samenleving blijkt uit het
feit dat er in 1983 sociale grondrechten werden toegevoegd aan de
nederlandse grondwet. Deze rechten zijn gebaseerd op de
verzorgende,verzekerings,verheffings en verbindingsfunctie.

Je kunt drie verklaringen voor het ontstaan van de verzorgingsstaat
beschrijven en gebruiken om overheidsingrijpen in actuele
maatschappelijke kwesties te analyseren.

Drie verklaringen voor het ontstaan/ groei van de verzorgingsstaat

- Algemeen maatschappelijk belang (theorie van Abraham Swaan):

- Als gevolg van de sociale strijd (eind 19e eeuw)

- Als gevolg van de gegoede burgerij, die arbeiders wilde verheffen.

, - Algemeen maatschappelijk belang (theorie van Abraham Swaan):
In de theorie staan 3 begrippen centraal:
1. interdependentie
2. externe effecten
3. dilemma van collectieve actie

Interdependentie is eigenlijk onderlinge afhankelijkheid. In de tijd van de
jagers was het iedereen voor zichzelf, je was totaal zelfonderhoudend. Tijdens
de agrarische revolutie ontstond pas arbeidsdeling. Mensen hadden elkaar
nodig om zichzelf te voorzien. Ook de industrialisatie gaat gepaard met dit
effect.

Volgens Swaan leidde interdependentie tot meer externe effecten. Dit
betekend dat iemands gedrag gevolgen heeft voor anderen. Wanneer je ziek
bent kan je bvb niet werken. Dit heeft negatieve gevolgen voor de werkgever.
Armoede leidt ook tot externe effecten: ze kunnen gaan bedelen en de
economie verliest koopkracht.

Mensen zijn zich niet altijd bewust van de negatieve gevolgen en ook al zijn ze
dat wel dan is het niet makkelijk deze externe gevolgen op te lossen. Dit heeft
te maken met het dilemma van collectieve actie. Dit dilemma laat zien dat
individuele keuzes leiden tot collectief ongewenste gevolgen. Samenwerken
om problemen op te lossen kan belemmerd worden door angst dat mensen
gaan profiteren zonder zelf mee te helpen: het freerider-probleem. Daarom is
het soms noodzakelijk voor de overheid om mensen te dwingen om mee te
helpen. Het dilemma van collectieve actie laat zien dat het soms noodzakelijk
is om mensen te dwingen om collectieve problemen op te lossen.

- Als gevolg van de sociale strijd
Door de opkomst van de industriële samenleving ontstond er een nieuwe
maatschappelijke klasse: de arbeiders. De werkomstandigheden waren
beroerd. De strijd voor meer rechten voor arbeider kwam vanuit de
arbeidersbeweging. Eerst was het verboden voor arbeiders om zich te
organiseren maar hier kwam verandering in en in 1866 kwamen de eerste
politieke partijen voor arbeiders. De arbeiders wilden dat er een
verzorgingsstaat kwam omdat ze te lange werkdagen hadden en een slecht
salaris, hun wilden dat de overheid hun ging helpen.

- Als gevolg van de gegoede burgerij,die arbeiders wilden verheffen
Aan het einde van de 19e eeuw waren de sociale verschillen in de
samenleving heel groot. Verschillen in rijk, arm en in waarden,normen.
Arbeiders werden gezien als onbeschaafd zo konden ze niet lezen, schrijven,
dronken veel etc. Veel fabriekseigenaren wilden hier verandering in brengen
en probeerde goed gedrag af te dwingen door middel van regels. Er waren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkestiefelhagen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.68. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79373 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.68  2x  sold
  • (1)
  Add to cart