Samenvatting van de lesstof van de volgende boek: Grondslagen Vermogensrecht, Praktisch Verbintenissenrecht, Praktisch Goederenrecht. Tentamen behaald met een 6,6
Rechtshandeling: Art. 3:33 BW
- Een handeling van een natuurlijk- of rechtspersoon (rechtssubject) die een
rechtsgevolg heeft.
- Er ontstaan rechten en plichten in het recht.
- Het rechtssubject heeft ook de bedoeling om een rechtshandeling te verrichten.
- Rechten en plichten uit de wet zijn geen rechtshandeling.
o Vb -> Onrechtmatige daad
- De rechtshandeling moet door het recht worden erkend.
o Vb -> Witwassen. Partijen hebben de wil en verklaring om te witwassen.
Toch geen rechtshandeling omdat het in strijd is met de wet.
Eenzijdige rechtshandeling:
- 1 persoon wil een rechtsgevolg in het leven roepen.
- 1 persoon heeft een wil en een verklaring.
Eenzijdige ongerichte rechtshandeling:
- Een rechtshandeling die niet specifiek gericht is tot een bepaald persoon.
- Vb -> Het opstellen van een testament.
Eenzijdige gerichte rechtshandeling:
- Een rechtshandeling die wel specifiek gericht is top een bepaald persoon.
- Vb ->
o Opzegging van een arbeids- of huurovereenkomst.
o Het bevestigen van een rechtshandeling
o De ontbinding van een overeenkomst
1
, o Een ingebrekestelling
o Een aanbod
o Een verrekeningsverklaring
o Het verlenen van een volmacht
Meerzijdige rechtshandeling:
- 2 of meer rechtssubjecten willen een rechtsgevolg in het leven roepen.
- Vb ->
o Overeenkomsten
o Besluiten van een AV of een ALV
o Besluit om een vereniging te oprichten.
Rechtshandeling
Eenzijdig Meerzijdig
Gericht Overeenkomst
Ongericht Andere
Verbintenisscheppende/obligatoire overeenkomst:
- Een meerzijdige rechtshandeling die de bedoeling heeft om 1 of meer
verbintenissen te scheppen.
Wederkerige (verbintenisscheppende) overeenkomst:
- Er ontstaan 2 of meer verbintenissen.
- 2 of meer partijen hebben rechten en plichten naar elkaar.
- Beide partijen zijn schuldeiser en schuldenaar.
- Vb -> een koopovereenkomst, een huurovereenkomst, een
arbeidsovereenkomst.
o Ene partij heeft plicht om geld te betalen en het recht om een goed te
ontvangen. De andere partij heeft de plicht om het goed te leveren en het
recht om geld te ontvangen.
Eenzijdige (verbintenisscheppende) overeenkomst:
- Een ontstaan maar 1 verbintenis.
- 1 partij heeft rechten en plichten
- Ene partij is de schuldeiser en de andere partij is de schuldenaar.
- Vb -> een schenkingsovereenkomst.
2
, o Ene partij heeft de plicht om een goed te leveren. De andere partij heeft
geen plicht.
Koop-, huur-,
Het vestigen van een
Huwelijk Dading schenking-,
beperk recht
arbeidovk
Overdracht van een
Compronis
zaak
5.2 Totstandkoming van een rechtshandeling
Vereisten totstandkoming van een rechtshandeling: (art. 3:33 BW)
- Een handelingsbekwaam rechtssubject (art. 3:32 lid 1 BW)
o Natuurlijke- of rechtspersonen.
o 18+ en niet onder curatele gestelde.
- Een op een rechtsgevolg gerichte wil (art. 3:33 BW)
o De wil van een persoon.
- Een verklaring waarin de op een rechtsgevolg gerichte wil is geopenbaard (art.
3:33 BW)
o De uiting van een wil van een persoon.
Vertrouwensbeginsel: Art. 3:35 BW
- Discrepantie tussen de wil en verklaring:
o Wil en verklaring komen niet overeen.
Vergissing
Verspreking
Misverstand
- Als er sprake is van discrepantie en de wederpartij dit niet wist en dit ook nooit
kon weten, dan is er sprake van het vertrouwensbeginsel en is er een
rechtshandeling ontstaan.
Onderzoeksplicht:
- De wederpartij heeft de plicht om te onderzoeken of de wil en verklaring van de
ene partij wel realistisch zijn.
- Anders geen beroep mogelijk op het vertrouwensbeginsel.
- Bij rechtshandelingen om niet (tegenpartij heeft geen of zeer lichte
tegenprestatie) kan er geen beroep worden gedaan op het
vertrouwensbeginsel.
3
, Moment waarop de rechtshandeling tot stand komt
Ontvangsttheorie: Art. 3:37 lid 3 BW
- Een rechtshandeling komt tot stand als het de persoon tot wie gericht is heeft
bereikt.
- Het ontvangen van een brief, e-mail, enz.
- Soms een geldige rechtshandeling ondanks het niet bereiken van de persoon tot
wie gericht is.
o Wanneer de aanbieder zelf of degene voor wie hij aansprakelijk is de
oorzaak is van het feit dat de verklaring hem niet of niet tijdig heeft
bereikt.
o Er spelen andere omstandigheden zoals persoonlijke omstandigheden.
Bij onjuiste overgebrachte verklaringen:
- Art. 3:37 lid 4 BW
Voorbeeld:
A biedt een goed aan B via de mail. B reageert snel terug met: aanbod aanvaard i.p.v.
aanbod niet aanvaard.
- Er is een geldige rechtshandeling tot stand gekomen. Het risico ligt bij B. B had
ook kunnen bellen of appen.
A biedt een goed aan B via de mail. A geeft in de mail aan dat B moet reageren via de
mail terug. B reageert snel terug met: aanbod aanvaard i.p.v. aanbod niet aanvaard.
- Er is geen rechtshandeling tot stand gekomen. Het risico ligt nu bij A, omdat die
aangeeft dat B alleen via de mail kan reageren.
Verklaring intrekken: Art 3:37 lid 5 BW
- De verklaring van de intrekking moet eerder of gelijktijdig met de eerste
verklaring de wederpartij hebben bereikt.
- Vb -> er is een eerste verklaring gedaan via de post. Dan is een intrekking
alleen nog mogelijk via de e-mail of telefonisch.
9.1 Wat is een verbintenis
Verbintenis: Een vermogensrechtelijke relatie tussen 2 of meer personen, waarbij de
ene persoon (schuldeiser) het recht heeft op een bepaalde prestatie die de andere
persoon (schuldenaar) verplicht is te verrichten.
9.2 Bronnen van verbintenis
Bronnen van een verbintenis: Art. 6:1 BW
- De wet is de grondslag voor een verbintenis. Bronnen
verbintenis
- Er kunnen geen verbintenissen buiten de wet ontstaan.
Drie soorten verbintenissen: Onrechtmatige
Overeenkom
daad Rechtmatige daad
- Onrechtmatige daad: Art. 6:162 BW Art. 6:162 BW
Art. 6:213 B
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijnkobessen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.