Reinforcer = Stimulus die volgend op een respons de kans op herhaling van diezelfde respons
verandert.
- Positieve reinforcer = plezierige stimulus die door toedienen de kans op een bepaalde
respons vergroot.
- Negatieve reinforcer = onplezierige stimulus die door toedienen de kans op een bepaalde
respons verkleint.
Toedienen positieve reinforcer toename respons.
Toedienen negatieve reinforcer afname respons.
Stimulus voor behaviouristen = meetbare verandering in de omgeving.
Response voor behaviouristen = meetbare verandering in gedrag.
Reinforcement = proces waarbij reinforcer (stimulus) de kans op een bepaalde respons vergroot.
Reinforcement gaat altijd over toename van een respons!
De termen positief & negatief bij reinforcement gaan over het toedienen vs. Wegnemen van
een positieve vs. negatieve reinforcer.
met als doel een toename van een bepaalde respons!
Toedienen positieve reinforcer toename respons = positieve reinforcement.
Wegnemen negatieve reinforcer toename respons = negatieve reinforcement.
Positieve reinforcement
Toename van het (gewenste) gedrag door het
toedienen van een plezierige stimulus.
- Vb. als je aardig bent voor je zusje dan krijg je
een snoepje.
Negatieve reinforcement
Toename van het (gewenste) gedrag door het
wegnemen van een onplezierige stimulus.
- Vb. ik stop pas met zeuren als je aardig bent
voor je zusje.
Straf
Afname van het (ongewenste) gedrag door het
toedienen van een onplezierige stimulus.
- Vb. als je niet aardig bent voor je zusje dan krijg
je een tik.
Omissie of positieve straf
Afname van het (ongewenste) gedrag door het wegnemen van een plezierige stimulus.
- Vb. als je niet aardig bent voor je zusje dan mag je een week lang geen TV kijken.
Discussie
Wat is het verschil tussen klassiek en operant conditioneren?
- Klassiek: reflexmatige R
Hoe nieuwe stimuli (S) onvrijwillige responsen (reflexen) kunnen controleren, als gevolg van
leren.
- Operant: vrijwillige R
Hoe vrijwillige responsen (R) veranderen door de consequenties (gevolgen) die zij hebben
(S = reinforcers).
Vb. vechten met je broer of zus (R) tik van je ouders (S) niet meer vechten (R)
Oefening klassiek conditioneren
Jan Peter (18) studeert in Utrecht. Hij woont nog bij zijn ouders in Zeeland maar wil graag in
Utrecht wonen, ook omdat hij vanwege treinvertragingen vaak te laat is op de werkgroep op
maandagochtend.
Hij is sinds jaren bang voor honden nadat hij gebeten is door een Duitse herder. Wanneer hij op
straat loopt en hij komt een hond tegen begint hij te trillen en te zweten en loopt dan een blokje om
om maar zo ver mogelijk bij de hond uit de buurt te blijven. Onlangs heeft hij een schitterende
kamer aangeboden gekregen in Wittevrouwen, maar die heeft hij geweigerd omdat de buren een
hond hebben. Als hij ergens een hond hoort blaffen stopt hij zijn oren dicht en kan hij zich niet
meer concentreren op zijn studie. Jan Peter is bang voor alle soorten honden, groot en klein.
Het proces generalisatie zorgt ervoor dat de
angst voor de ene specifieke hond wordt
overgedragen op andere honden (en andere
soorten honden). M.a.w. nadat conditionering
heeft plaats gevonden zullen stimuli die op de
geconditioneerde stimulus lijken de
geconditioneerde respons oproepen, zelfs als zij
zelf nooit gekoppeld worden aan de
ongeconditioneerde stimuli. (Jan Peter is bang
voor Mechelse Herders, Bouviers, en ook
kortharige chihuahua’s of dwergpoedels).
, HIGHER ORDER CLASSICAL CONDITIONING
Klassiek conditioneren heeft al
plaatsgevonden. Geconditioneerde stimulus
(bel) wordt gepaard met nieuwe neutrale
stimulus. Deze nieuwe neutrale stimulus zal na
higher order conditioning ook de
geconditioneerde response geven en is
daarmee ook een geconditioneerde stimulus.
Voorbeeld cake: kind is al klassiek
geconditioneerd (dwz zien van cake (NS) wordt
geassocieerd met eten van cake (UCS) en dus
speeksel aanmaak. Zien van cake wordt dus
CS). Deze CS1 wordt gepaard met het horen
van het woord ‘cake’ (nieuwe NS) en zo wordt
het woord cake de CS2.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller verenijbijvank. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.23. You're not tied to anything after your purchase.