H1 samenwerken en onderhandelen
Speltheorie = theorie over de manier waarop mensen beslissingen nemen, waarbij ze rekening
houden met de keuzes van anderen
Simultaan spel = spelers nemen tegelijkertijd een besluit
Sequentieel / dynamisch spel = ene speler maakt zijn actie kenbaar aan de andere speler, waarna de
andere speler een actie kiest
Eenmalig spel = spel heeft 1 ronde
Herhaald spel = spel heeft meerdere rondes waarbij de acties van de spelers van voorgaande rondes
van invloed kunnen zijn op de te volgen strategie
Coöperatief spel = spelers zijn in staat om afspraken te maken om hun strategieën te coördineren en
kiezen voor de beste strategie voor iedereen
Niet-coöperatief spel = iedere speler kiest zijn eigen beste strategie
Opbrengstenmatrix / payoff-matrix = tabel met mogelijke uitkomsten van een spel
Best response-methode = methode bepaalt voor iedere speler wat zijn beste strategie is gegeven alle
mogelijke strategieën van de overige spelers
Nash-evenwicht = combinatie van strategieën van de spelers die leidt tot een resultaat waarbij geen
van de spelers een reden heeft om zijn strategie te veranderen, gegeven de strategie van de ander
Gevangenendilemma = simultaan spel waarin een evenwicht ontstaat waarbij de uitkomst voor beide
spelers niet optimaal is
Dominante strategie = speler kiest altijd voor dezelfde strategie, ongeacht welke keuze zijn
tegenspeler ook maakt
Gedomineerde strategie = strategie die een slechter resultaat oplevert dan de andere mogelijke
strategieën, welke strategie de ander ook kiest
Individuele belang = streven naar de meest gunstige strategie voor jezelf
Optimale uitkomst = uitkomst met het hoogst gezamenlijke resultaat
Gezamenlijk belang = streven naar een uitkomst die voor beide partijen gunstig is
Niet-optimale uitkomst = uitkomst die tot stand komt, terwijl er een beter resultaat te behalen is
Collectieve belang = belang van alle spelers samen
Nul-som-spel = uitkomst van een spel heeft een constante waarde
Niet nul-som-spel = er is een combinatie van strategieën om meer winst of verlies te maken. Er is
ruimte voor afspraken en overleg
Contract = document waarin de gemaakte afspraken zijn afgelegd
Tit for tat-principe = als je je niet aan de afspraak houdt, kun je van de andere partij een koekje van
eigen deeg terug verwachten
Zelfbinding = van te voren de concurrent laten weten welke keuze jij maakt, ongeacht de keuze van
de tegenstander. Een afspraak maken waar je je aan houdt
Prijzenoorlog = concurrenten gaan de strijd aan door middel van prijsverlagingen. De bedoeling is om
de concurrent te elimineren. Als dat niet lukt, is de consument de enige winnaar
Sociale normen = ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen
, Beslissingsboom = chronologisch overzicht van mogelijke uitkomsten bij een sequentieel spel
Verzonken kosten = specifieke investeringskosten die bij terugtrekking niet op een andere manier te
gelden kunnen worden gemaakt. Het zijn gemaakte kosten voor niets
Berovingsprobleem = verzwakking van de onderhandelingspositie van een speler doordat hij
verzonken kosten heeft gemaakt
Reputatieschade = gevolg van een schending van een afspraak en kan moeilijkheden veroorzaken bij
een herhaald spel
Extern effect = bijkomstig gevolg van productie of consumptie
Positief extern effect = externe effect heeft een positieve invloed op degene die met het effect te
maken heeft
Negatief extern effect = er is een negatieve invloed van productie of consumptie
Maatschappelijke kosten = de kosten die het gevolg zijn van negatieve externe effecten
Maatschappelijke opbrengsten = opbrengsten als gevolg van positieve externe effecten
Maatschappelijke kosten en -opbrengsten beïnvloeden:
Boetes bij overtreding
Extra belasting voor producenten die negatieve externe effecten veroorzaken
Subsidies voor producenten die positieve externe effecten bevorderen
Zuiver collectieve goederen = niet uitsluitbare en niet rivaliserende goederen
Quasi-collectieve goederen = individuele goederen die door de overheid worden geproduceerd
Rivaliserend goed = het gebruik van 1 persoon gaat niet samen met het gebruik van een ander
Uitsluitbaar goed = kan worden uitgesloten voor mensen
Individuele goederen = door de markt geproduceerd en kunnen individueel worden afgenomen
Collectieve goederen = de consumptie of het gebruik door de een staat de consumptie of het gebruik
van de ander niet in de weg. Wordt geproduceerd door de overheid en betaald met belastinggeld
Gemeenschappelijke hulpbronnen = goederen waar je onbeperkt gebruik van kan maken en er niet
voor hoeft te betalen, omdat niemand eigenaar is van de hulpbronnen
Free rider-gedrag/ meeliftgedrag = het profiteren van een voorziening zonder eraan mee te betalen
H2 samenwerken en onderhandelen
Arbeidvoorwaarden = alle afspraken rondom een baan
Individuele arbeidsovereenkomst = contract waar de afspraken tussen de werkgever en werknemer
in staan
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joellavandermeer17. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.