Een hele goede samenvatting die ik heb gebruikt om biologie in VWO 5 hoofstuk 9 te leren waarvoor ik een 9,6 heb gehaald. Alle paragrafen van hoofstuk 9 worden goed samengevat. Dus wil jij ook makkelijk een 9,6 krijgen. Gebruik dan zeker deze samenvatting!
Succes!!
Biologie hoofdstuk 9 Bloedsomloop vwo 5
9.1 hart en bloedsomloop
Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig
harder te laten werken (trainen).
Een menselijk hart bestaat uit een linker en rechter helft. Elke
helft bestaat uit een boezem en een kamer. Een hart heeft
ook hartkleppen, die ervoor zorgen dat het bloed niet
terugstroomt naar de boezem. Tussen de kamers en de slagaders
zitten slagaderkleppen. De hartcyclus bestaat uit drie fasen: het
vullen van de kamers, het leegpersen van de kamers en een korte
pauze.
Als de kamers en de boezems ontspannen zijn heet
dat diastole. Daarna volgt de boezemsystole en daarna
de kamersystole.
De rechter harthelft pompt zuurstofarm bloed door de
longslagaders naar beide longen. Daar wordt het bloed verreikt
met zuurstof en komt het terug in de linker boezem. Dit heet
de kleine bloedsomloop. De grotebloedsomloop begint in de
linkerhelft van het hart (die groter en sterker is omdat
het het bloed door het hele lichaam moet pompen). Vanaf daar
wordt het bloed de aorta in gepompt, door slagaders en aders
heen naar de haarvaatjes bij de organen. Daar geven ze (een deel
van) de zuurstof af en keert het bloed terug naar de rechter
boezem. De kleine en de grote bloedsomloop samen zijn
een dubbele bloedsomloop.
Aders die het bloed direct naar de hartspier pompen
heten kransslagaders en de aders die het terug pompen naar het
hart heten kransaders.
Vissen en insecten hebben een enkelvoudige of een open
bloedsomloop.
Bij een ongeboren baby komt de benodigde zuurstof in het bloed
door wat zijn moeder inademt. De placenta verbind de moeder en
de baby, zonder dat de dezelfde bloedsomloop hebben. Dit is
omdat de druk van het bloed van de moeder te groot zou zijn en
omdat er misschien een verschil is in bloedgroep. Een ongeboren
baby gebruikt zijn longen nog niet, dus daar stroomt ook geen
bloed heen. Er zit een klein gaatje tussen de linker en
rechterboezem, waardoor het bloed van de rechter naar de
linkerhelft kan stromen. Dit gaatje heet het foramen ovale. Door
de verbinding van de longslagader en de aorta (ductus Botalli)
stroomt ook bloed.
Na de geboorte gebeurt het volgende:
, 1. De baby gaat gebruik maken van zijn longen: daar stroomt nu
bloed heen;
2. Het foramen ovale sluit en de linker harthelft wordt sterker;
3. De ductus Botalli sluit binnen enkele dagen;
4. De aders in de navelstreng sluiten na het afbinden;
5. De bloedvaten van de navelstreng verschrompelen.
9.2 bloeddruk
Bij elke systole van het hart persen beide kamers binnen een
halve seconde zo’n 0,07 L bloed de slagaders in. Beide golven
bloed verlaten gelijktijdig het hart, daarbij rekken de wanden van
de slagaders uit. De pompdruk van het hart veroorzaakt tijdelijk
een verhoging van de bloeddruk in de slagaders, de bovendruk.
De elasticiteit van de slagaders dempt de drukverhoging enigszins
en verhoogt de druk na het sluiten van de slagaderkleppen. De
uitrekking van de slagaderwanden kun je voelen als polsslag.
Ontspannen de kamers tijdens de diastole, dan neemt de
bloeddruk weer af tot de basiswaarde: de onderdruk.
De bovenarm is een geschikte plek om bloeddruk te meten. De
bovenarm bevindt zich namelijk dicht bij het hart (en op ongeveer
dezelfde hoogte). Hoe verder het bloed bij het hart vandaan is,
hoe kleiner de bloeddruk is.
Als gevolg van een slecht dieet, ouderdom of genetica kun jeeen
te hoge concentratie cholesterol in je bloed krijgen. Een gevolg
hiervan kan atherosclerose zijn: een aandoening waarbij aders
vernauwen omdat vetachtige stoffen aan de wanden blijven
plakken.
9.3 regeling hartwerking
De sinusknoop: start de elektrische activiteit, de zenuwen om de
sinusknoop heen kunnen het tempo verhogen of verlagen. De
spiervezels in de buurt trekken dan ook samen en leveren weer
een elektrisch stroompje dat de volgende spiervezels samen laat
trekken. Het gevolg is dat beide boezems ongeveer tegelijkertijd
samentrekken. Een computer kan dit vertalen tot een ecg
diagram. De AV-knoop zorgt voor een vertraging in de
bloedstroom, waardoor de kamers later samentrekken dan de
boezems. Van de AV-knoop naar de hartpunt toe loopt een bundel
geleidingscellen: de bundel van His. Vanuit hier verspreiden
signalen naar boven. Zo begint de kamersystole in de punt en
wordt het bloed naar boven in de slagaders gepompt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller davidroks. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.58. You're not tied to anything after your purchase.