Staatsrecht
• Recht dat ziet op
o Inhoud en functioneren van de instellingen van de staat
o Bevoegdheden om regels vast te stellen en besluiten te nemen
o Regulering/beperking staatsmacht (grondrechten)
Staat
• Samengevat:
o Een organisatie die met voorrang boven andere organisaties
effectief gezag uitoefent over een gemeenschap van mensen
op een bepaald grondgebied
• Elementen die aanwezig moeten zijn om van een staat te spreken:
o Gemeenschap van mensen (vaak gemeenschappelijke cultuur
en taal, maar niet noodzakelijkerwijs)
o Rechtsgemeenschap (door dwang te handhaven rechtsregels)
o Territoriale grenzen
o Effectief gezag -> er is maar een baas op straat: de overheid en de
politie zijn de enigen die geweld mogen uitoefenen
o Niet noodzakelijk, maar vanuit volkenrechtelijk perspectief nog
van belang: erkenning door andere staten
• Beschikt over soevereiniteit:
o De oppermacht die de staat uitoefent, oftewel het hoogste
gezag
o Link website in ppt week 1 deel 2
Politiestaat
• Dictatuur
• Staat waarin de burgers geen enkele rechten hebben en de overheid
volstrekte willekeurige bevoegdheden uitoefent, zonder ook veel
parlementaire controle
• Ook hierin geldt staatsrecht:
o Vaak regels over:
▪ Macht van president
▪ Inhoud en functioneren van de instellingen van de staat
▪ Bevoegdheden om regels vast te stellen en besluiten te
nemen
o Soms ook op papier
▪ Regulering/beperking staatsmacht (grondrechten)
,Rechtsstaat
• 5 kenmerken om hiervan te kunnen spreken
1. Legaliteitsbeginsel
2. Scheiding/spreiding van machten’
3. Onafhankelijke rechterlijke macht
4. Grondrechten
5. (Democratiebeginsel) → bij democratische rechtsstaat
Legaliteitsbeginsel
• Overheid mag alleen ingrijpende maatregelen nemen als er een
wettelijke grondslag is
• Parlement is erbij betrokken geraakt
• Rechtszekerheid
Scheiding of spreiding der machten
• Niet de bedoeling dat alle macht in een land in handen is van 1
persoon/instelling
• Kans op machtsmisbruik en willekeur
• Verdeling van de staatsmacht model Montesquieu
o Wetgeving → wetgevende macht
o Uitvoering → uitvoerende macht
o Rechtspraak → rechtsprekende macht
• Bij ons:
o Wetgeving → regering en Staten-Generaal(1e en 2e Kamer
oftewel het parlement)
o Uitvoering→ regering (Koning en ministers)
o Rechtsspraak → rechters en OM
Onafhankelijke rechterlijke macht
• Regering wordt gecontroleerd door de rechter
• Regering moet niet kunnen doen waar ze maar zin in hebben
Grondrechten
• Fundamentele rechten waar de burger een aanspraak kan doen
tegenover de overheid
• Bijv. vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst
Democratiebeginsel
• Burgers moeten invloed kunnen uitoefenen op het beleid van de
regering
Staatsvorm Nederland
• Constitutionele monarchie met parlementair stelsel
• Of gedecentraliseerde eenheidsstaat
, Staatsrecht subdisciplines
• Voorbeelden:
o ‘Politiek’ staatsrecht
o Decentralisatierecht
o Grondrechten
• ‘politiek’ staatsrecht
o Hoofdrolspelers: parlement & regering
Confederatie/statenbond
• Bestuurseenheid van samenwerkende onafhankelijke soevereine
staten
Federatie
• Staatsvorm niet volkenrechtelijke identiteit waarbij de onderdelen of
deelstaten een grote mate van interne autonomie behouden, maar
belangrijke bevoegdheden zijn toebedeeld aan centrale gezag
Organieke wet
• Wet die uitvoering geeft aan de grondwet
• Kieswet, gemeentewet…
, Hoorcollege week 2
De regering
• Koning + ministers
• Samengesteld orgaan
Koning
• Staatshoofd van het Koninkrijk ende afzonderlijke landen
• Staatshoofd
o Persoon die het hoogste gezag vertegenwoordigt of belichaamt
in een land
o Kan lid zijn van de regering, maar hoeft niet per se
• Functie
o Benoeming en ontslag ministers
o Medeverantwoordelijk voor alle beslissingen van de regering
Kabinet der Koning
• Zorgt voor de ambtelijke ondersteuning van de Koning bij de
uitoefening van zijn staatsrechtelijke taken
• Vormt de schakel tussen de koning en de ministers
• = heel wat anders dan het politieke kabinet(ministers en
staatssecretarissen)
Ministers
• Baas? Koning of parlement
• Ministers zonder portefeuille
o Arie Slob → minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en
Media
o Sigrid Kaag → minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking
o Tamara van Ark → minister voor Medische Zorg
o Sander Dekker → minister voor Rechtsbescherming
▪ Geen minister van maar voor
▪ Wonen n op een ministerie
▪ Enige verschil is dat minister zonder portefeuille niet aan het
hoofd staat van een departement
De Minister-President
• =premier
• Rutte
• ‘de eerste onder zijn gelijken’
• Voorzitter van ministerraad
• Vertegenwoordigt NL in Europese Raad
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jb1999. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.96. You're not tied to anything after your purchase.