1700-1800
Tijd van pruiken en revoluties.
Republiek der zeven verenigde Nederlanden, Stadhouder Willem V was de baas en er is geen
koning in een republiek.
Doordat hij niet in staat is gezag uit te oefenen over alle gewesten vinden patriotten (groep
burgers) dat de burgers weer aan de macht moeten zijn.
Ze begonnen een publieke strijd door pamfletten en spotprenten door het land te
verspreiden waardoor ze groter werden.
Door een Franse vrijheidsbeweging (ze waren er mee eens) komt er in 1795 een einde aan
de republiek der zeven verenigde Nederlanden en wordt het de Bataafse republiek. Dit
noemen ze de Bataafse revolutie.
De patriotten zijn kritische burgers die vinden dat de republiek weer echt dat wordt waarbij
burgers macht hebben. (eind van de achttiende eeuw)
De Frans-Duitse oorlog was van 1870 t/m 1871.
Gewapende oorlog met als doel van Duitsland gebieden veroveren van Frankrijk.
Eindresultaat: overwinning voor Duitsland en zijn bondgenoten.
Sociale kwestie 1870-1918
Sociale vraagstuk over de slechte leef- en werk omstandigheden van de arbeiders. Dit was
een gevolg van de industriële revolutie en leidde tot de eerste vormen van sociale
wetgeving. Dit is nu kenmerkend voor onze verzorgingsstaat.
De arbeiders hadden het namelijk heel slecht, lage lonen, gevaarlijk, lange werk dagen.
Kinderen en vrouwen moesten mee werken vanwege lage lonen.
Er waren geen uitkeringen en er was een grote armoede. Dit door de werkloosheid vanwege
het vervangen van machines. Hierdoor steeg de sociale kwestie.
Wetten die hierdoor opkwamen:
Samuel van houten 1837-1930 was een liberaal (vrijheid maken), maakte het kinderwetje
van van houten in 1874. Hierdoor stopte de kinderarbeid
In 1900 kwam de leerplicht voor kinderen van 6-12 jaar.
Socialisten zijn mensen die gelijkheid en sociale rechtvaardigheid willen hebben. Ze wilde
geen vrije markt.
Liberalen willen graag macht van de staat die beperken en streefden naar zoveel mogelijk
vrijheid. Ze wilde wel een vrije markt.
Bekende socialist was Domela Nieuwenhuis. (1846-1919)
, De eerste wereld oorlog = de grote wereld oorlog.
Duur: 1914 -> 1918
4 redenen voor de 1e wereldoorlog zijn:
1. Modern imperialisme = rees om koloniën.
Duitsland had geen koloniën, maar wilde dit wel.
2. Militarisme = Het verheerlijken van het leger.
Rees tussen grote landen, wie hadden de beste wapens?
3. Nationalisme = Eigen volk is het beste.
Politieke overtuiging waarbij je heel erg trots bent op je eigen volk.
4. Bondgenootschappen = samenwerking tussen landen.
Engeland-Frankrijk-Rusland, geallieerde
Duitsland-Oostenrijk/Hongarije, centrale
Oorlogen hebben indirecte en directe redenen.
Al langer bezig de druppel
Langlopende oorzaken:
1. Spanning tussen Duitsland en Frankrijk.
2. Spanning tussen Rusland en Oostenrijk-Hongarije
3. Zorgen voor Groot-Brittannië in de (economische) groei en expansiedrift van
Duitsland. O.a. kolonie wens van Duitsland
4. Het karakter van keizer Willem II
Willem II is de 1ste keizer van Duitsland.
Keizers:
Frans-Jozef = Oostenrijk-Hongarije
Nicolaas II = Rusland
Koning:
George V = Engeland
Frans-Jozef had geen kinderen meer dus neef Franz-Ferdinand werd kroonprins.
Servische mannen, socialisten, wilde Franz-Ferdinand weg van O-H. Alle Servische mannen
wilde niet meer, op 1 na. Hij heet Gavrilo Princip, hij schiet Franz-Ferdinand neer.
O-H eist onderzoek, Servië wilt dat niet.
Hierna ontstond het domino effect:
1. O-H mobiliseert Servië Rusland steunt Servië
2. O-H verklaart Servië de oorlog
3. Duitsland verklaart Rusland de oorlog
4. Frankrijk mobiliseert
5. Duitsland verklaart Frankrijk de oorlog
6. Duitsland trekt België binnen, gevolg
7. Groot Brittannië verklaart Duitsland de oorlog.
Resultaat: 1ste wereld oorlog.
Von Schliefen plan is het binnenvallen via België-Frankrijk 2 kanten te vechten zodat ze niet
via 1 kant binnen vielen. Dit is NIET gelukt. (Duitsland)
Loopgraven oorlog is een vrijwel stilstaande oorlog door loopgraven.
Vrede van Versailles = 1ste wereld oorlog einde op 11/11 om 11:00 uur.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller farmingsimulator. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.