Hoofdstuk 1 inleiding in het recht
1.1
De mens is gelijktijdig deelnemer aan verschillende maatschappelijke verbanden
Eigenrichting wil zeggen: in een geschil je gelijk halen door zelf geweld te
gebruiken.
Het recht van de economisch sterkstee geld dan, in het algemeen is eigenrichting
verboden.
De overheid heeft ze zogenoemde monopolie heb de rechtshandhaving met
behulp van dwangmiddelen, zoals het opleggen van een geldboete of een
gevangenisstraf. Toch is het in Nederland toegestaan dat burgers in hoogst
uitzonderlijke gevalleen gebruik maken van eigenrichting om iets op te lossen.
Art 5:44 bw
De rechters zijn lid van de zittende magistratuur. We spreken van zittende
magistratuur omdat rechters blijven zitten als zij aan het woord zijn. De
rechtbank is het eerste gerecht. De rechtbank kent meervoudige kamers met 3
rechtsprekende rechters en enkelvoudige kamers met 1 rechtsprekende rechter.
Als een van de partijen het niet eens is met de uitspraak kunnen ze in hoger
beroep gaan bij 1 van de 4 gerechtshoven, rechts daar noemen we raadsheren.
Als partijen het niet eens zijn met de uitspraak van het hof (dit noemen we een
arrest), onder bepaalde voorwaarde het voorleggen aan de hoge raad dit heet in
cassatie gaan. Een sanctie is een middel om naleven van bijvoorbeeld een
voorschrift af te dwingen of een straf voor een overtreding. Het college van B&W
kan een last onder dwangsom opleggen. Een last onder dwangsom wil zeggen
dat de overtreder voor bijvoorbeeld voor elke keer dat hij de overtreding begaat
een geldbedrag moet betalen.
1.2
Het objectief recht omvat de rechtsregels die door de overheid zijn vastgelegd
om de samenleving te ordenen. Het objectieve recht wordt ook wel aangeduid
met het positief recht of het geldend recht.
Privaatrecht -> burgers en burgers
Publiekrecht -> burgers en overheid
Privaatrecht is het deel van het objectieve recht dat zicht houdt op de
rechtsverhouding van personen onderling. Onder personen valt niet alleen
natuurlijke personen maar ook rechtspersonen. Een rechtspersoon is een
organisatievorm die voor veel handelingen net als een natuurlijk persoon mee
mag doen aan her rechtsverkeer.
Tegenover het privaatrecht staat het publiekrecht, dit heeft betrekking op de
rechtsverhouding tussen burger en overheid. De overheid heeft onterendere de
taak om wetten op gebied van het bestuursrecht uit te voeren. Als een persoon
verdacht wordt van een strafbaar feit te hebben gepleegd, krijgt hij te maken
met het strafrecht. Ook verhoudingen tussen overheid en burger komen soms
voor in het privaatrecht, dit is als de overheid zich gedaagd als een
rechtspersoon denk aan een koopovereenkomst.
Het publiekrecht is dus van toepassing als de overheid overheidshandelingen
verricht.
Het materiele recht bevat regels die rechten verlenen en verplichtingen opleggen
tussen burgers onderling of tussen burgers en overheid. Maar ook overheden
onderling. Dit zijn regels waar iedereen in beginsel dagelijks mee te maken heeft.
, De formele regels geven bijvoorbeeld aan welke rechter bevoegd is. De regels
van het procesrecht worden aangeduid in formeel recht
1.3
Het objectieve recht bestaat uitgeschreven en ongeschreven regels. Objectief
rechts wordt ook wel het positief recht of het geldend recht genoemd
Subjectief recht- recht dat het objectief recht hem geeft.
Het objectieve recht verleent subjectieve rechten. Het is het subjectieve recht
dat geen ander een fiets tegen de wil van de eigenaar mag gebruiken, omdat het
objectieve recht dit bepaalt. Er bestaat dus een duidelijk verband tussen het
objectieve recht en het subjectieve recht. In het Nederlands recht komen
subjectieve rechten toe aan personen. Deze personen, ook wel rechtssubjecten
genoemd, worden verdeeld in twee groepen. De eerste groep is die van de
natuurlijke personen. Natuurlijke personen zijn mensen. De tweede groep zijn
rechtspersonen. Een rechtspersoon is een organisatie vorm die mag handelen
nat als een natuurlijkpersoon mee mag doen aan het rechtsverkeer. Het recht
bevat geschreven en ongeschreven rechtsregels. De geschreven rechtsregels
worden veelal aangeduid met de wet. Ongeschreven rechtsregels hebben net
zoveel kracht als geschreven rechtsregels. Belangrijk is om te weten dat wet en
recht geen synoniemen van elkaar zijn! We vinden in de wet veelal dwingend
recht en regels van aanvullend recht. Het onderscheid tussen dwingend en
aanvullend recht speelt met name een rol in het privaatrecht.
Dwingend recht
De wetgever legt de burgers soms voorschriften op waar ze niet van mogen
afwijken: regels van dwingend recht. Dwingend recht dwingt onvoorwaardelijk,
ook als de betrokkenen dit niet willen. Als toch regels van het dwingend wordt
afgeweken, dan blijft dit zonder rechtsgevolg. Bij nietigheid heeft een
rechtshandeling het beoogd rechtsgevolg niet; dit rechtgevolg wordt geacht nooit
te hebben bestaan.
Aanvullend recht
Naast regels van het dwingend recht zijn er ook veel regels van het aanvullend
recht. De wetgever heeft deze gemaakt voor het geval dat partijen niet zelf een
regeling kunnen treffen, maar laat de burgers vrij om naar goeddunken in
afwijking daarvan een regeling overeen te komen. Treffen de burgers de regeling
niet dan geldt de wettelijke regeling.
Semidwingend recht
Naast de regels van dwingend recht en aanvullend recht kent een wet soms in
een beperkt aantal bepalingen het zogenoemde dwingend recht. Daarin is het
toegestaan dat partijen afwijken van de wettelijke regeling. Binnen bepaalde,
door de wet gestelde grenzen.
1.4
Als je wil weten wat in een concreet geval recht is, moeten er bronnen van
positief recht geraadpleegd worden:
- Gewoonterecht
- Jurisprudentie
- Verdragen
De wet is ongetwijfeld de meeste voornaamste rechtsbron. Het begrip wet kent
twee verschillende betekenissen:
- Wet in formele zin
- Wet in materiële zin
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninaherzig. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.