RECHT&BEDRIJF -- ARBEIDSRECHT: samenvatting alle stof (incl. jurisprudentie, werkgroepen en colleges)
29 views 1 purchase
Course
Recht en Bedrijf (RR320)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Book
Kern van het arbeidsrecht
Geen lappen tekst, maar een overzichtelijk en goed te onthouden geheel!
Een volledige samenvatting van het vak Arbeidsrecht wat onderdeel uitmaakt van het relatief nieuwe vak Recht & Bedrijf. De samenvatting bevat de verplichte stof uit het boek, jurisprudentie, belangrijke punten uit de werkgro...
Arbeidsverhouding
Bijzondere karakter van arbeidsovereenkomst:
Voor arbeidsovereenkomsten afzonderlijke bepalingen in Boek 7 BW (‘Bijzondere overeenkomsten’), gerechtvaardigd door volgende omstandigheden:
1. In arbeidsrelatie personenrechtelijke element met _______________________
juridische ondergeschiktheid en _______________________
economische afhankelijkheid;
Werknemer in gezagsverhouding t.o.v. werkgever Werknemer economisch afhankelijk van werkgever
Werknemer is juridisch ondergeschikt aan werkgever
=> op continuïteit (duurovk) gerichte juridische
ondergeschiktheidsrelatie vormt kwetsbaarheid
}
Dubbele kwetsbaarheid (alleen bij arbeidsovk (niet bij andere overeenkomsten))
=> rechtvaardigt afzonderlijke behandeling in Boek 7 BW
Bepalingen gefundeerd op beginsel van de ongelijkheidscompensatie
Vanwege structurele ondergeschikte afhankelijke positie van werknemer t.o.v. werkgever
=> wettelijke regels gericht op creëren van (beter) evenwicht tussen contractspartijen:
feitelijke ongelijkheid wordt juridisch gecompenseerd
(Algemeen vermogensrecht biedt niet de bescherming die arbeidsrecht beoogt)
2. Collectiviteiten (vakbonden en ondernemingsraad) belangrijke rol in arbeidsrecht, door hen tot stand gebrachte regelgeving
consequenties op inhoud individuele arbeidsovk’s;
Vakbonden kunnen met werkgevers(organisaties) collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) sluiten.
I
In cao’s voornamelijk toepasselijke arbeidsvoorwaarden neergelegd
=> inhoud van cao’s enorme uitwerking op pakket arbeidsvoorwaarden die op individuele werkgever en werknemer van toepassing zijn
3. Inbedding van arbeidsovk in groter geheel (Arbeidsorganisatie) invloed op wat individuele werknemer en werkgever van elkaar mogen
verwachten:
Arbeidsorganisatie als geheel en voortgang daarvan spelen uitdrukkelijk rol bij vraag wat partijen individueel van elkaar mogen verwachten
= institutionele karakter van arbeidsrecht
1
,Arbeidsovereenkomst Art. 7:610 BW
‘De arbeidsovereenkomst is de ___________
overeenkomst waarbij de ene partij (werknemer) zich verbindt ______________________________
in dienst van de andere partij (werkgever)
1 5
________ _____________
tegen loon gedurende ______________
zekere tijd arbeid te verrichten.’
3 4 2
Schriftelijkheid is GEEN voorwaarde voor arbeidsovk, mondelinge ovk kan ook kwali ceren als arbeidsovereenkomst
Voorwaarden arbeidsovereenkomst: (ovk, arbeid, loon, zekere tijd, gezag)
—————————————————————
1. Overeenkomst;
Malhi/ABN AMRO: ‘Of partijen zich jegens lekaar hebben verbonden volgens HR afhankelijk van hetgeen zij over en weer hebben verklaard en uit
elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en redelijkerwijs mochten a eiden.’
2. Verplichting tot verrichten van (persoonlijke) arbeid;
—> Element ‘arbeid’:
‘Arbeid’ (volgens HR) = indien bijdrage wordt geleverd aan het primaire doel van de onderneming
(zowel passieve als actieve arbeid, omvang en aard van arbeidsprestatie doen er niet toe)
X Werk van stagiair: in de regel GEEN arbeidsovereenkomst
V Beurspromovendi: WEL arbeidsovk Beurspromovendi
(HR: promoties dragen actief bij aan ‘primaire doel’ van universiteit, universiteit heeft nancieel belang bij realiseren
promoties, haar status daardoor medebepaald, daarbij economisch belang (intellectuele eigendomsrechten)
V Deelnemen aan tv(spel) programma (Gouden Kooi): WEL ‘arbeid’,
indien daarmee invulling wordt gegeven aan ‘primaire doel’ van onderneming
—> Arbeid persoonlijk verrichten:
_________ moet arbeid persoonlijk verrichten, alleen
Art. 7:659 lid 1 BW: ‘Werknemer door een ander met toestemming van werkgever.’
_____________________________________________
Alleen natuurlijke personen Geen toestemming? = Geen arbeidsovereenkomst
(GEEN rechtspersonen)
—> Arbeid moet verplicht karakter hebben:
Werknemer verplicht tot verrichten van arbeid volgt uit: ‘verbindt’ Art. 7:610 BW
(Werkgever heeft instructiebevoegdheid, als instructies/aanwijzingen in formele (organisatorische) sfeer kunnen worden gegeven,
kan dit vermoeden opleveren dat werknemer verplicht is tot het verrichten van arbeid)
=> Als iemand werk kan weigeren = GEEN ‘arbeid’ in de zin van art. 7:610 BW
X Tolk op oproepbasis: GEEN arbeidsovereenkomst,
Tolk namelijk NIET verplicht om aan oproep gehoor te geven, bevoegd om af te zeggen (weigeren)
X Maaltijdbezorger van Deliveroo: GEEN arbeidsovereenkomst (niet voldaan aan element arbeid volgens kantonrechter),
Vrije vervanging, vrijheid niet te komen werken (weigeren)
3. Verplichting tot betalen van loon;
Loon (Huize Bethesda) = verschuldigde tegenprestatie van de werkgever ter zake van de door werknemer verrichte arbeid
3 elementen:
I. Vergoeding;
II. Die door werkgever verschuldigd is aan werknemer;
III. Ter zake van de bedogen arbeid.
Art. 7:617 BW ‘Loon’:
V Lid 1 sub a: geld
(Maar kan ook ander soort vergoeding (HR Huize Bethesda: kost en inwoning (sub c) en klein bedrag vakantiegeld en kerstgrati catie)
X Lid 1 sub b: loon mag NIET bestaan uit alchohol houdende drank en andere voor gezondheid schadelijke genotsmiddelen
X Fooien van klanten (fooien zijn niet verschuldigd door werkgever)
X Onverschuldigde betalingen (extraatje in vorm van eenmalige grati catie) (niet verschuldigd door werkgever)
X Onkostenvergoedingen (niet verschuldigd omdat niet de arbeid vergoedt maar gemaakte onkosten)
(MAAR: wordt meer dan reeële onkosten vergoed, dan kan wel aan element ‘loon’ worden voldaan)
4. Gedurende een zekere tijd;
Heeft geen zelfstandige rol, ook een tijdsduur van minder dan een dag of uur voldoet aan dit element. Aan voldaan als aan andere 3 voorwaarden voldaan.
5. In dienst van de andere partij (werkgever):
Gezagsverhouding
(soms lastig vast te stellen juristen, artiesten, economen, medische specialisten, hoogopgeleide IT-specialisten: grote vrijheid in vormgeven van arbeid)
=> Rechtspraak: Instructies hoeven NIET feitelijk te worden gegeven, voldoende dat de mogelijkheid daartoe bestaat
Instructiebevoegdheid NIET ten aanzien van inhoud van arbeid, maar ten aanzien van werkdiscipline
_______________________________________________________________
Geen voorkeur, beide kunnen rol spelen
l l
Formeel gezagscriterium (ziet op werkdiscipline, inbedding in organisatie) Materieel gezagscriterium (ziet op werkinhoud, instructierecht)
= Formele gezagsverhouding betrekking op de vraag of werkrelatie een = Materiële gezagsverhouding ziet op inhoud van werk zelf
‘normale’ organisatorische inbedding heeft gekregen => mogelijkheid dat werkgever instructies kan geven mbt inhoud werk
=> Alles wat niet op de inhoud ziet van het werk, maar organisatie eromheen:
inrichting werktijden, wijze van beloning, vakantieregelingen etc Vb. Artiesten: uit enkele omstandigheid dat werktijden van zanger
contractueel zijn vastgesteld, kan niet worden afgeleid dat er een
Vb. Top-specialist, Sekswerkers: bepaalde vrijheid en vrijblijvendheid gezagsverhouding is. 2
=> vrijheid van beroepsuitoefening hoeft niet in de weg te staan van => Ten minste vereist dat:
gezagsverhouding. Er kan sprake zijn van zodanige inbedding in opdrachtgever enigerlei zeggenschap heeft over wijze waarop zanger
organisatie dat alsnog sprake van gezagsverhouding werkzaamheden op overeengekomen tijden dient te verrichten.
fi fi fl fi fi
, Wettelijke bewijsvermoedens
= om werker te helpen
• Wel of geen arbeidsovereenkomst tot stand gekomen?
Art. 7:610a BW Rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst
Vermoeden van AARD van ovk: wel / geen arbeidsovk tot stand gekomen?
= bewijsrechtelijk voordeel, maar met beroep op art. 7:610a BW ontstaat NIET een arbeidsovereenkomst
Stap 1: Werker kan zich op dit beroepen indien aan 1 van 2 voorwaarden voldaan:
—————————————————
- Werker gedurende 3 opeenvolgende maanden wekelijks tegen beloning arbeid verricht; of
- Werker gedurende 3 opeenvolgende maanden ten minste 20 uur per maand tegen beloning arbeid verricht
=> ‘In dienst van’ wordt vermoed aanwezig te zijn,
Werker hoeft andere elementen (zoals gezagsverhouding) van Groen/Schoevers NOG NIET te bewijzen !
Voldoet werker aan art. 7:610a BW?
Stap 2: Dan werkgever aan zet: moet voldoende stellen dat geen sprake van arbeidsovereenkomst
Slaagt werkgever voldoende te stellen dat geen arbeidsovk? Dan bewijsvermoeden ontkracht
Stap 3: Dan blijft gewone bewijsvoering (andere elementen) voor werker over
• Als vaststaat dat arbeidsovereenkomst overeengekomen
Art. 7:610b BW Rechtsvermoeden omvang arbeid
Vermoeden van de OMVANG van de arbeidsovk: wat voor soort arbeidsovk tot stand is gekomen?
In welke situaties:
Geen duidelijke omvang overeengekomen Structureel meer gewerkt dan overeengekomen
Oproepkracht op basis van ‘nulurencontract’ of
‘min-max contract’ (aantal uren uctueert sterk per week)
vb. Werknemer meent contract te hebben voor onbepaalde tijd, werkgever meent bepaalde tijd
Werkgever moet voldoen aan informatieplicht Art. 7:655 BW, indien informatieplicht geschonden bewijsplicht op werkgever
3
fl
, Kwali catie van overeenkomst:
Voor vaststellen rechtspositie van een persoon die voor ander arbeid verricht, belang om te weten of:
Werkzaam krachtens arbeidsovereenkomst Werkzaam als zelfstandige Sui generis (ovk ‘van eigen aard’)
Arbeidsovk ‘entreebiljet’ van arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht, Meestal op basis van: Geen bijzondere wettelijke regeling
Werknemer dan namelijk toegang tot beschermende regels in: - Ovk van opdracht (Art. 7:400 BW e.v.) => algemene overeenkomstenrecht
- Aanneming van werk (Art. 7:750 BW) (Boek 3 en 6 BW)
Titel 7.10 BW:
- Doorbetaling loon bij ziekte
- Vakantiedagen
- Ontslagbescherming
Andere wetten:
- Arbeidstijdenwet
- Wet arbeid en zorg
- Wet minimumloon
- Minimumvakantiebijslag
Bovenwettelijke aanspraken:
=> Cao aanvulling op wettelijke bescherming
Werknemersverzekeringen:
- Werkloosheidswet
- Ziektewet
- Wet WIA
Soms onduidelijkheid wat voor type ovk, uit concrete omstandigheden van het geval type ovk a eiden
TOT 6 november 2020:
toetsingskader van Groen/Schoevers
Groen (verbonden aan Groen Belastingadviseurs C.V.) (gedroeg zich als zelfstandige) geeft les bij onderwijsinstelling Schoevers.
Factureerde gewerkte uren, geen inhoud van loonbelasting etc, arbeidsvoorwaardenregeling (vakantiebijslag, betaling bij ziekte) niet op Groen toegepast
—> Schoevers beëindigt ovk, Groen zegt dat kan niet zomaar want het is een arbeidsovk: Is er sprake van een arbeidsovereenkomst?
Rb, Kantonrechter en HR:
Bij beantwoorden van de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst (in de zin van Art. 7:610 BW),
is zowel de partijbedoeling als feitelijke uitvoering van de overeenkomst van belang.
Hebben de partijen de totstandkoming Mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij feitelijk aan ovk uitvoering hebben gegeven en
van een arbeidsovereenkomst beoogd? aldus daaraan inhoud hebben gegeven
(komt ondermeer tot uiting in een formele en materiële gezagsverhouding tussen partijen)
Toetsen ogv vier handvatten:
——————————-
}
1. Partijbedoeling Voor beantwoorden van kwali catievraag:
2. Elementen van Art. 7:610 BW bezien vanuit alle 4 handvatten in onderling verband en samengang getoetst
de partijbedoeling en feitelijke uitvoering
3. Evidente gezagsverhouding
= holistische weging van gezamenlijke omstandigheden,
4. Maatschappelijke positie waarbij in beginsel alle omstandigheden even zwaar wegen
Herwaardering toetsingskader,
Relativering van ‘partijbedoeling’
VANAF 6 november 2020: X/Gemeente Amsterdam
Toetsingskader Groen/Schoevers VS. Toetsingskader X/Gemeente Amsterdam
Toetsen ogv vier handvatten: Twee fasen:
1. Partijbedoeling Fase 1: Uitlegfase
2. Elementen van Art. 7:610 BW bezien vanuit Partijbedoeling van belang
de partijbedoeling en feitelijke uitvoering Fase 2: Kwali catiefase
3. Evidente gezagsverhouding Feitelijke uitvoering (partijbedoeling niet van belang)
4. Maatschappelijke positie
=> GEEN onderscheid tussen uitlegbare en kwali catiefase: => HR maakt strikte scheiding tussen uitlegfase en kwali catiefase
Voor beantwoorden van kwali catievraag alle 4 handvatten in (Maar bij kwali catie niet alleen kijken naar Art. 7:610 BW, in fase 1
onderling verband en samengang getoetst partijbedoelingen immers inbegrepen en bestaat er een samenhang
4
= holistische weging van gezamenlijke omstandigheden, tussen fase 1 en 2)
waarbij in beginsel alle omstandigheden even zwaar wegen
fi fi fi fifi fi fi fl
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RechtsgeleerdheidftKatja. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.21. You're not tied to anything after your purchase.