Stofwisseling II – Samenvatting
week 1 2023
Inhoudsopgave
Module 1 – Endocrinologie .................................................................................... 2
Hoorcollege Inleiding endocrinologie..................................................................2
Kennisclip Calciumstofwisseling.........................................................................8
Endocrinologie casussen – werkgroep..............................................................10
Kennisclip Gonadale systeem en hypogonadisme bij de man..........................15
Hoorcollege Hypofysefuncties en -ziekten........................................................23
Kennisclip adenohypofyse voorkwab................................................................27
Kennisclip neurohypofyse achterkwab.............................................................29
Kennisclip Schildklierhormoonsynthese............................................................29
Kennisclip Schildklierhormoonregulatie en -functies........................................31
Hoorcollege Schildklier anatomie en pathologie...............................................33
Kennisclip Bijnierschorsfunctie.........................................................................38
Hoorcollege Bijnierziekten................................................................................ 40
,Module 1 – Endocrinologie
Hoorcollege Inleiding endocrinologie
Hormoon:endocriene werking
Een hormoonklier geeft een stof af aan het bloed die het lichaam activeert.
Weefsels met goede receptoren (sleutel-slotprincipe!) zullen reageren op dit
hormoon door veranderingen te ondergaan in cellen, bijvoorbeeld fosforylering.
Neurotransmitters: paracriene werking
Door een lokale afgifte in een synaps zal er met een receptor die lokaal aanwezig is
een reactie plaatsvinden.
Adrenaline, dopamine, serotonine (zijn soms ook hormonen!!!)
Hormooninteractie: hormonen worden via de bloedbaan getransporteerd. (a) vrije
wateroplosbare hormonen of (b) eiwitgebonden vetoplosbare hormonen. De vrije fractie is
biologisch actief. Er zijn twee soorten hormonen:
a. Eiwitten en peptiden (wateroplosbaar)
b. Cortisol, vitamine D, T4 (vetoplosbaar)
De uitwisseling tussen vrije fractie en gebonden is snel, om toch een goede
hormoonrespons te valideren
Hormoon-receptorinteractie: er is een sterke binding mogelijk en deze is specifiek,
waardoor er weinig kruisreacties plaatsvinden. Echter wel uitzonderingen op deze
regel:
- Cortisol op mineralocorticoïde receptor (normaal: bloeddruk joger door
aldosteron)
- Bèta-HCG op LH op TSH receptor van belang tijdens de zwangerschap
Resultaat van de binding wordt bepaald door …
Hormoon en receptor hebben beide invloed op de reactie van cellen op
hormonen. Zo hebben twee verschillende hormonen een ander effect.
Insuline > insulinereceptor > glucose opname in cellen
Cortisol > glucagonreceptor > glucose stijgt, minder ontsteking,
longrijping
, Classificatie van hormonen: is gebaseerd op de chemische structuur.
1. Aminozuur derivaten
Thyroxine
Adrenaline
Noradrenaline
melatonine
2. Peptide hormonen: ketens van aminozuren
TSH/FSH/LH
ACTH, GH, prolactine, ADH, oxycotine
3. Lipide derivaten
Signaalmoleculen= eicosanoïden: prostaglandines
Steroïdhormonen uit cholesterol: testosteron, oestradiol, vitamine D
Hormoontransport gaat via bloed. Er is een verschil tussen wateroplosbare en vetoplosbare
hormonen als het gaat om transport en reacties.
Eiwitoplosbare hormonen kunnen niet de celwand door, maar binden in de celwand
aan een transportsignaal, waardoor er reactie plaatsvindt.
In de cel zal het de celkern binnendringen doordat er binding is aan een
membraanreceptor
Vetoplosbare hormonen binden niet aan een transporter in de celwand, maar kunnen
door de bilaag en binden intracellulair aan een receptor, waardoor er reactie
plaatsvindt.
Binden in cytoplasma (cortisol) of de nucleus (T3)
Concentraties van hormonen zijn enorm laag (1 suikerkorrel in een zwembad staat er
ongeveer gelijk aan!)
Hier zie je hoe verschillende hormonen intracellulair binden aan verschillende receptoren die
zich op allerlei plaatsen bevinden(links). Er is een verschil in hoe water- of vetoplosbare
hormonen zich door het plasmamembraan en de cel transporteren, ook zie je dat
verschillende hormonen een andere intracellulaire cascade kunnen activeren(rechts).
Pulsatiliteit en circadiane ritmes hebben veel invloed op de hormoonafgifte.
Groeihormoon is vooral in de nacht afgegeven, op pulsatiele wijze
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller keetgeneeskunde02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.