100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Rechtsamenvatting + oefenvragen en antwooren. $9.66   Add to cart

Summary

Rechtsamenvatting + oefenvragen en antwooren.

 97 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting over Basisstructuur van Recht, Staats- en Bestuursrecht, Strafrecht, Staatsrecht en Grondrechten, Procesrecht, Privacy en Beroepsgeheim, Arbeidsrecht en Rechtsbijstand. Ook zitten de aantekeningen van hoorcolleges er tussen en een oefentoets met vragen + antwoorden

Preview 4 out of 61  pages

  • No
  • Gedeeltes tussen 1 t/m 19
  • January 20, 2023
  • 61
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Recht samenvatting
Boek: Basisboek recht in de zorg- en welzijnssector

Basisstructuur van het recht
Hoofdstuk 1 Basisstructuur van het recht
Paragraaf 1.1 De basisstructuur van het recht
Recht kan worden gezien als het totaal aan rechtsregels.
o Rechtsregels ordenen de samenleving en het leven van het individu hierin.
o Een kenmerk van rechtsregels is dat nakoming in principe kan worden afgedwongen.

Rechtsregels zijn te herkennen aan het feit dat ze:
o Normen stellen, met vaak een gebod of verbod.
o Uitsluitend menselijk en uitwendig gedrag regelen.
o Algemeen en onpersoonlijk zijn.
- Algemeen omdat een rechtsregel in verschillende situaties gebruikt moet kunnen worden.
- Onpersoonlijk omdat rechtsregels gelden voor iedereen en niet voor 1 iemand.

In plaats van ‘de basisstructuur van het recht’ wordt ook wel gesproken over ‘de rechtssystematiek’
ofwel ‘ de inleiding van het recht’.

Paragraaf 1.2 Objectief en subjectief recht
Het objectieve recht is het totaal van alle rechtsregels.
o Zowel de geschreven als ongeschreven rechtsregels.
o Burgers horen deze regels te kennen, maar doen ze vaak pas als ze in de problemen zitten.
o Het objectief recht moet je niet verwarren met het begrip rechtsobject, dat is namelijk
datgene wat voorwerp is van jouw rechten en plichten.
- Bijvoorbeeld: de eigenaar (rechtssubject) van een gouden pen (rechtsobject), durft de pen
vanwege waarde niet te gebruiken.

Het subjectieve recht is de door het objectief recht erkende bevoegdheid/macht om iets te vragen, te
eisen of te vorderen.
o Bijvoorbeeld: het is mijn recht om betaald te worden voor mijn werk.

Als het persoon niet krijgt waar het recht op heeft, kan de rechter worden ingeschakeld en deze kan
dan met juridische sancties komen.

Mogelijke juridische sancties zijn:
o Iets doen: afgeven waartoe partijen zich verplicht hebben of waartoe ze verplicht zijn.
o Het betalen van schadevergoeding.
o Het ondergaan van straffen.

Paragraaf 1.3 Doel van objectief recht
Een belangrijk doel van rechtsregels is om de samenleving te ordenen en richting te geven aan het
handelen (de functies) van de overheid.
o De functies van de overheid bestaan uit wetgeving, bestuur en rechtsspraak.
o Als de rechtsregels zo duidelijk mogelijk zijn geformuleerd, kunnen er geen
meningsverschillen over ontstaan (rechtszekerheid) en kunnen ze in elke situatie op dezelfde
manier worden toegepast (rechtsgelijkheid).

,Doordat de samenleving aan de hand van rechtsregels geordend worden:
o Kunnen belangtegenstellingen overbrugd worden.
o Hoeven slachtoffers niet voor zichzelf op te komen.
o Kan bepaald gewenst gedrag afgedwongen worden.

Paragraaf 1.4 Ordening van rechtsregels
Om een bepaalde rechtsregel voor een bepaalde situatie te kunnen vinden is het belangrijk dat ze
volgens een bepaalde structuur geordend (gerubriceerd) worden.
o Rechtsregels kunnen geordend worden op rechtsgebied, op thema’s en op het moment van
toepassing.

In totaal zijn er 4 rechtsgebieden:
1. Burgerlijk recht (civiel recht/privaat recht)
2. Strafrecht
3. Bestuursrecht (administratief recht)
4. Staatsrecht
1. Burgerlijk recht (civiel recht/privaatrecht)
Een privaatrechtelijke rechtsregel heeft als belangrijk kenmerk dat de rechtsrelatie tussen burgers
onderling centraal staat.
o Met burgers wordt ook de overheid bedoelt, als ze zich in dezelfde situatie bevinden.
o In een rechtsrelatie gaat het om rechten en plichten.
o Afhankelijk van het onderwerp kunnen rechtsregels binnen het burgerlijk recht van elkaar
worden onderscheiden.

Het burgerlijk recht wordt opgesplitst in:
o Natuurlijk personenrecht (personen- en familierecht)
o Rechtspersonenrecht
o Vermogensrecht
Natuurlijk personenrecht
In het natuurlijk personenrecht gaat het om de rechtsregel die de positie bepaalt:
o Van het persoon zelf.
o Van de persoon in relatie tot zijn familie.
o Van de persoon in relatie tot zijn levenspartner.

Rechtsbevoegdheid is iets anders dan handelingsbekwaamheid.
o Iets mogen is iets anders dan iets kunnen.
o Bij handelingsbekwaamheid gaat het om de wettelijke geschiktheid om voor zichzelf
rechtshandelingen te verrichten.

Rechtspersonenrecht
In het rechtspersonenrecht gaat het om een organisatievorm, waardoor de organisatie net als een
natuurlijk persoon aan het rechtsverkeer kan deelnemen.
o De organisatie heeft ook rechten en plichten en kan als rechtssubject gezien worden.

Vermogensrecht
In het vermogensrecht staan de op geld waardeerbare rechten en plichten centraal.
o Het vermogen is uit verschillende recht opgebouwd, bijvoorbeeld het eigendomsrecht.
o Het betreft vaan een stoffelijk object, een zaak.
o Rechten die een zaak betreffen, behoren tot het goederenrecht.

, o Personen kunnen op grond van een overeenkomst rechten en plichten ten opzichte van
elkaar hebben, dit noem je het verbintenissenrecht.


Natuurlijk personenrecht
Burgerlijkrecht / Rechtspersonenrecht
Goederenrecht
Privaatrecht
Vermogensrecht
Verbintenissenrecht
2. Strafrecht
In de rechtsregels die tot het strafrecht gerekend worden, vallen vaak als eerste de geboden of
verboden op.
o De rechter wil hiermee voorkomen dat de burger voor eigen rechter gaat spelen.
o Naast rechtsregels met geboden en verboden bevat het strafrecht ook rechtsregels die de
uitgangspunten van het strafrecht omschrijven, de algemene bepalingen.
o In deze bepalingen worden onder andere de straffen benoemd die opgelegd kunnen worden.
o Als een rechtssubject zich niet aan de rechtsregels houdt kan hier tegen worden opgetreden,
er zijn rechtsregels die omschrijven onder welke omstandigheden en voorwaarden dat mag
gebeuren, dit noem je de procedureregels.

3. Bestuursrecht / Administratief recht
Het bestuursrecht of administratief recht bevat de meest recente ontstane rechtsregels.
o Het bestuursrecht hoort bij een actief optredende overheid.
o De rechtsregels die tot het bestuursrecht behoren, geven het juridische kader voor de
actieve overheidsbemoeienis met het maatschappelijke leven.

4. Staatsrecht
Belangrijke thema’s die binnen het staatsrecht geregeld worden, zijn:
o De staatsorganen: zoals koning, ministers, Staten-Generaal en hun bevoegdheden.
o De grondrechten die door de overheid geëerbiedigd moeten worden.
o De wijze waarop burgers invloed kunnen uitoefenen op de samenstelling van de
staatsorganen: het gaat dan om het kiezen en gekozen worden.

Publiekrecht
De overheid neemt plaats in zowel het strafrecht, bestuursrecht en het staatsrecht in.
o De 3 rechtsgebieden worden samen het publiekrecht genoemd.
o In het publiekrecht dient de overheid het algemeen belang.

Rechtsregels kunne ook geordend worden op thema’s.
o Deze ordening biedt geen duidelijkheid met betrekking tot rechtsgebieden, omdat
verschillende gebieden zich binnen 1 thema kunnen bevinden.

Rechtsregels kunnen ook geordend worden op moment van toepassing:
o Rechtsregels dit tot het materieel recht gerekend worden, bepalen ‘de spelregels van het
maatschappelijk gedrag’.
- Bijvoorbeeld: rechten en plichten tussen ouder en kind, burger mag niet stelen.

o Rechtsregels die tot het formeel recht behoren, bepalen ‘de spelregels van het procederen’.
- Ze geven aan via welke weg de rechter bewandeld kan worden om onder zijn druk alsnog het
recht te innen, schadevergoeding of straf te krijgen.

, De rechtsregels van het privaatrecht en publiekrecht zijn op te splitsen in 2 categorieën.
o Het materieel recht en het formeel recht.
o Het staatsrecht bevat alleen materieel recht, omdat het eigenlijk alleen staatsorganen
beschrijft en bevoegdheden toekent.

Materieel recht
Privaatrecht
Formeel recht (burgerlijk procesrecht)

Rechtsregels Strafrecht Materieel recht

Formeel recht (strafprocesrecht)

Publiekrecht Bestuursrecht Materieel recht

Formeel recht (administratief procesrecht)

Staatsrecht Materieel recht

Paragraaf 1.5 Aard van rechtsregels
Om de aard van een bepaalde rechtsregels aan te geven worden termen als dwingend, aanvullend en
semidwingend recht gebruikt.
o Bij dwingend recht gaat het om rechtsregels waarvan burgers niet mogen afwijken.
o Als de aard van een rechtsregel slechts aanvullend is, geldt deze rechtsregel alleen als de
partijen zelf geen regeling hebben getroffen, dit noem je aanvullend recht.
o Als er van een rechtsregel mag worden afgeweken en daarbij aangegeven wordt via welke
vormen er dan moet worden afgeweken, is er sprake van semidwingend recht.

Paragraaf 1.6 Rechtsbronnen
Rechtsregels hebben een begin, een oorsprong waaruit de regels voortkomen (rechtsbron).

De rechtsbronnen van geschreven rechtsregels zijn de wet en het verdrag.
a De wet (wetgeving in materiele zin):
o Rechtsregels die gemaakt zijn door de wetgever zijn hierin te vinden.
o De wet is voor burgers de meest bekende rechtsbron

a Het verdrag:
o Bevat rechtsregels die resultaat zijn van een overeenkomst tussen verschillende landen of
organisaties.
o Als Nederland partij is bij een verdrag, mogen de Nederlandse rechtsregels niet in strijd zijn
met de internationale rechtsregels van het verdrag.

De rechtsbronnen van ongeschreven rechtsregels zijn de gewoonte en de jurisprudentie.
a De gewoonte:
o Als de gewoonte echt ingeburgerd is en door veel mensen als objectief recht ervaren wordt.
o Ongeschreven gewoonten worden ook vastgelegd in richtlijnen, codes, protocollen en
standaarden, deze regels noem je dan ‘pseudowetgeving’.

a Jurisprudentie (recht dat de rechter spreekt):
o Gaat om rechtsregels die door rechters gevormd zijn naar aanleiding van een conflict dat
aan de rechter is voorgelegd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TTessaT. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.66  6x  sold
  • (0)
  Add to cart