Alle tentamen stof van AFP lp5 aan Avans Hogeschool Den Bosch. Ik heb zelf met dit tentamen een 7,5 gehaald voor mijn tentamen. Klasgenoten van mij hebben ook gebruik gemaakt van deze samenvatting en waren heel erg tevreden hierover. Het beste te combineren met mijn samenvatting "leerdoelen kt 1" v...
uitleggen hoe de celdeling verloopt;
uitleggen wat de begrippen DNA, RNA en genen zijn;
benoemen welke risicofactoren van invloed zijn op het ontstaan van carcinomen;
uitleggen hoe een carcinoom ontstaat;
de verschillende typen van kanker onderbrengen in verschillende groepen;
uitleggen wat de TNM-classificatie inhoudt;
benoemen welke onderzoeken bij de diagnostiek van kanker kunnen worden toegepast.
Kennisclip 1
Mitose & Meiose
uitleggen hoe de celdeling verloopt;
uitleggen wat de begrippen DNA, RNA en genen zijn;
Mitose: celdeling
in 1 cel 23 paar chromosomen
met mitose dus 46 chromosomen in 1 cel & 92 chromatiden
1. Interfase
- DNA rolt zich op
- Zichtbaar onder lichtmicroscoop
- Chromosoom bestaat uit twee zuster-chromatiden en een centromeer
- Kernmembraan verdwijnt
2. Profase
- DNA rolt zich op
- Celkern verdwijnt
- Spoellichamen zichtbaar aan uiteinde cel
3. Metafase
- Chromosomen gaan naar midden van cel
- Chromosomen liggen op een rijtje in een metavlak
- Trekdraden vanuit spoellichamen
- Hechten zich aan centromeren
4. Anafase
- Zusterchromosomen niet meer verbonden, geen centromeer meer
- Trekdraden halen chromatiden naar eigen spoellichamen
- Beide helften hebben zelfde aantal chromosomen (46)
5. Telofase
- spoellichamen verdwijnen
- nieuwe kern vormt zich om deze chromosomen
- chromosomen ontvouwen
6. Cytokinese (afronding, apart van de fasen van mitose)
- mitose al klaar
- ontstaan van twee cellen uit één cel
Mitose vindt in alle soort cellen plaats, behalve in geslachtscellen (meiose).
Meiose:
- Van 1 cel naar 4 cellen
- Kan alleen bei eicellen bij een vrouw en zaadcellen bij een man
- N is het aantal unieke chromosomen 2n = 46 chromosomen bij mensen (per diersoort anders)
- Bij meiose is er sprake van 4n
Meiose I Meiose II
1. Interfase I 1. Profase II
- DNA rolt zich op
- Zichtbaar onder lichtmicroscoop
- Chromosoom bestaat uit twee
zuster-chromatiden en een
centromeer
- Kernmembraan verdwijnt
- Elk chromosoom is gekopieerd
2. Profase I 2. Metafase II
- DNA rolt zich op
- Celkern verdwijnt
- Spoellichamen zichtbaar aan uiteinde
cel
- Polen zichtbaar aan uiteinde cel
3. Metafase I 3. Anafase II
- Chromosomen gaan naar midden van
cel
- Metavlak
- Homologe chromosomenparen liggen
onder elkaar (2 chromosomen paar +
kopie)
VERSCHILT VAN MITOSE
- Trekdraden ontstaan vanuit polen
- Hechten zich aan centromeren
4. Anafase I 4. Telofase II
- Homologe chromosomen paren uit
elkaar (DUS NIET CHROMATIDEN)
-Trekdraden halen chromosomen naar
eigen pool
- Beide helften hebben zelfde aantal
chromosomen (46)
5. Telofase I
- Elke kant bevat nu één van de
homologe chromosmenparen
- Nieuwe cel vormt zich
- 2x 2n
Informatie uit boek over mitose & DNA
Hoofdstuk 2. Cellen
2.2.3 Nucleus
De nucleus (celkern) is het grootste organel van de cel en stuurt alle stofwisselingsactiviteiten in de
cel aan. Zonder nucleus kan de cel niet lang leven. De nucleus bevat bovendien de erfelijke
eigenschappen van het individu.
De nucleus bestaat uit nucleoplasma (kernplasma), omgeven door de kernmembraan. De
kernmembraan bestaat, net als de celmembraan, uit een dubbele laag fosfolipiden. Opvallend is de
aanwezigheid van veel nogal grote poriën in de kernmembraan, veel groter dan die in de
celmembraan.
In het waterige nucleoplasma zit een netwerk van 46 heel lange chromatinedraden. Elk
chromatinedraad bestaat uit speciale eiwitten, histonen genoemd, met daaromheen een
nucleïnezuur gewikkeld.
Het nucleïnezuur is van een bepaald type en heet desoxyribonucleïnezuur (DNA, A = acid). Als een
cel zich deelt, gaan de chromatinedraden spiraliseren Ze worden dikker en zijn met een microscoop
zichtbaar. In dit stadium worden ze chromosomen genoemd.
In het menselijk lichaam bevatten alle lichaamscellen (behalve de geslachtscellen) 46 chromosomen.
Ze komen in paren voor; de mens heeft dus 23 paar chromosomen.
In het nucleoplasma bevinden zich een of meerdere nucleoli (kernlichaampjes, enkelvoud =
nucleolus), waarin een ander type nucleïnezuur gemaakt wordt: het ribonucleïnezuur (RNA).
De activiteiten in de cel worden vooral bepaald door de talloze biochemische omzettingen in het
cytoplasma, alle beïnvloed door enzymen. De enzymen en overige eiwitten van het cytosol worden
door de cel zelf gemaakt.
Aanmaak van deze eiwitten (eiwitsynthese) wordt door het DNA in de celkern geregisseerd. In het
DNA liggen namelijk alle codes voor de eiwitsynthese besloten.
DNA
Een DNA-molecuul is een lange keten van moleculen en ziet eruit als een touwladder in spiraalvorm.
Beide stijlen van de touwladder bestaan uit afwisselend een suikermolecuul (desoxyribose) en een
fosfaatmolecuul (fosforzuur). Elke sport van de touwladder wordt gevormd door steeds twee
stikstofbasen, die gebonden zijn aan de suikermoleculen.
Er zijn vier stikstofbasen:
Adenine (A)
Thymine (T)
Cytosine (C)
Guanine (G)
Tegenover een A in de ene DNA-keten ligt altijd een T in de andere keten; een C is altijd gekoppeld
aan een G.
De stikstofbasen zitten aan elkaar gekoppeld met een waterstofbrug, een gemakkelijk los te maken
verbinding. Elke halve ‘sport’ wordt een nucleotide genoemd. Er komen dus vier verschillende
nucleotiden in DNA-molecuul voor.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller britbeunis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.