100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Recht: een verdieping Deel 1 $4.56   Add to cart

Summary

Samenvatting Recht: een verdieping Deel 1

 17 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het eerste deel van de lesstof en gaat over: Hoofdstukken 10, 4 (afdeling 1,2,3), 5 en 13. Belangrijke arresten worden ook benoemd. Deel 2 volgt nog op Stuvia en gaat over: Hoofdstukken 14, 2, 3 (paragraaf 1,2,3), 1 (paragraaf 3) en 15.

Last document update: 1 year ago

Preview 3 out of 24  pages

  • No
  • Hoofdstukken 10, 4 (afdeling 1,2,3), 5 en 13.
  • January 20, 2023
  • January 22, 2023
  • 24
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Deel 1: Recht: een verdieping  Hoofdstukken 10, 4 (afdeling 1,2,3), 5 en 13.
[Deel 2: 14, 2, 3 (paragraaf 1,2,3), 1 (paragraaf 3) en 15 volgt nog op Stuvia.]
Hoofdstuk 10:
6 Kenmerken van het burgerlijk procesrecht:
- Partij-autonomie = art. 1.1 BW bepaalt dat iedereen over zijn burgerlijke rechten moet
kunnen procederen en daarin een grote vrijheid behoort te hebben.
1. Het staat een ieder vrij om ingeval van een geschil een proces te beginnen.
2. De omvang van het geding wordt door partijen bepaald en ook tot welk bedrag.
3. De rechter mag geen uitspraak doen over zaken die niet zijn gevorderd en mag niet
meer toewijzen dan is geëist.
4. Partijen zijn vrij om een begonnen geding op ieder tijdstip vóór de uitspraak te
beëindigen.
- Lijdelijkheid van de rechter = passiviteit van de rechter. De partijen voeren de rechtsstrijd.
 Feiten die de ene partij stelt, en door de andere partij worden erkent of niet betwist,
moeten door de rechter als vaststaand worden aangenomen, art. 149 lid 1 Rv.
 Niet de werkelijke toedracht van het geval (materiele waarheid) staat centraal, zoals bij
strafrecht, maar de toedracht zoals die blijkt uit de door of namens partijen verstrekte
gegevens (formele waarheid).
 Op de volgende punten kan de rechter actief ingrijpen:
 Redelijke termijn: Rechter moet waken tegen onredelijke vertraging van de
procedure, art. 20 Rv. Kan op verzoek van partijen maar ook ambtshalve (=op eigen
initiatief). Ook blijkens art. 6 EVRM.
 Aanvulling van rechtsgronden: volgens art. 25 Rv. mag de rechter vordering eiser
niet afwijzen omdat de vordering juridisch onjuist is onderbouwd. Rechter moet
dus aanvullen/verbeteren. ‘ius curia novit’: het hof kent het recht. Wetten in
materiële zin en regels van ongeschreven recht behoeven niet door partijen te
worden gesteld en bewezen, rechter mag deze actief toepassen.
 Mondelinge behandeling: rechter mag deze bevelen. Geschiedt op de rechtbank in
waarbij beide partijen aanwezig zijn. Art. 88 lid 2 Rv. somt mogelijkheden op die de
rechter tijdens deze behandeling heeft.
- Verplichte procesvertegenwoordiging = partijen kunnen alleen proceshandelingen
verrichten in een civiele procedure als ze vertegenwoordigd zijn door een advocaat.
 Hiermee wordt de doelmatigheid bevorderd. Proces verloop efficiënter.
 Leidt ook tot eerlijke procesvoering. Voorkomt ongelijkheid tussen partijen.
 Werk van de rechter wordt vereenvoudigd . Advocaten doen voorwerk.
Bij kantontaken geldt geen verplichte procesvertegenwoordiging, art. 79 lid 1 Rv. Zij kúnnen
zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde, art. 80 lid 1 Rv.
- Proces verloopt schriftelijk = de stukken die worden geproduceerd door partijen vormen
samen het procesdossier, die ter beschikking van de rechter staat.
- Procedure is niet kosteloos = kosten komen in beginsel geheel ten laste van partijen,
verliezer wordt veroordeeld in kosten van het geding, art. 237 lid 1 Rv. Dit geldt voor kosten
rechterlijk apparaat (griffierechten) en voor kosten van bv. advocaten, deurwaarders en
getuigen.
- Zo nodig toevoeging = art. 18 lid 2 Gw  Wet op de rechtsbijstand, art 2 hiervan bepaald dat
er een raad voor rechtsbijstand is, deze kan een toevoeging verlenen aan iemand die een
aanvraag doet voor door de overheid gefinancierde rechtsbijstand. Betreft alleen kosten voor
eigen rechtsbijstand, indien zaak wordt verloren moet diegene zelf betalen.

,Fundamentum petendi: de opvatting dat in geschillen met een overheidsorgaan de burgerlijke
rechter alleen bevoegd is als die rechtsverhouding zuiver privaatrechtelijk is. Gold tot 1915.

Arrest Guldemond/Noordwijkerhout: Guldemond was eigenaar van stuk grond, hij maakte hierin een
vaarsloot. Deze sloot sneed het openbare voetpad in tweeën. 9 Jaar later maakte gemeente
Noordwijkerhout deze sloot dicht met zand. Guldemond stapte naar rechter, HR oordeelde dat de
burgerlijke rechter bevoegd was omdat vordering gebaseerd was op regel van het burgerlijk recht.

In arrest Guldemond/Noordwijkerhout werd de bevoegdheid van de burgerlijke rechter uitgebreid
door de Hoge Raad. Hierdoor ging het alleen nog maar om de vraag of de eiser zijn vordering
baseerde op een regel van burgerlijk recht, als dit zo was, dan was de burgerlijke rechter bevoegd;
objectum litis.

Arrest Alkmaar/Noord-Holland: NH heeft van de Staat vergunning gekregen om de provincie te
voorzien van elektriciteit. Alkmaar betrekt deze elektriciteit en levert deze door aan haar inwoners.
Alkmaar verdient hieraan, NH zegt stroomlevering aan Alkmaar op om de stroom rechtstreeks te
leveren. Alkmaar dagvaardt NH voor burgerlijke rechter en vordert dat ze blijven leveren. HR boog
zich over de vraag of stroomlevering een publieke taak was of dat het gaat om schuldvordering. Dit
laatste was het geval en deze vallen onder bevoegdheid burgerlijke rechter, art. 112 lid 1 Gw.

In het Schellen en deuropeners-arrest heeft de HR beslist dat de eiser bij de burgerlijke rechter niet-
ontvankelijk is in zijn vordering als de wet een andere rechtsgang heeft aangewezen. Mits die andere
rechtsgang deugdelijk is. Dit is het geval als de rechtsgang met voldoende waarborgen is omringt.

! H8 van de Awb sluit voor een aantal besluiten beroep bij de bestuursrechter uit. Hiermee kunnen ze
dan wel terecht bij de burgerlijke rechter  vangnetfunctie burgerlijke rechter/restrechter, Vb:

Arrest Vwo-examen Frans: een vwo-leerling zakte op examen, omdat een vraag in het
correctievoorschrift fout was, maar achteraf was haar antwoord wel goed. Zij begon een kort geding
tegen de Staat. Dit kon volgens H8 Awb niet bij bestuursrechter dus ging ze naar de voorzieningen
rechter. Deze wees vordering af en het hof verklaarde haar niet-ontvankelijk. HR gaf haar gelijk.

Digitaal procederen: in art. 33 Rv is bepaald dat verzoeken en mededelingen aan een gerecht
elektronisch kunnen worden gedaan indien het betreffende procesreglement daarin voorziet. Uit lid
2 volgt dat een dagvaarding elektronisch kan worden ingediend als voldaan is aan een aantal
voorwaarden uit het Besluit elektronisch procederen.

De dagvaarding (= conclusie van eis):
Hiermee begint het burgerlijk proces (of met een verzoekschrift, volgt nog). Het hangt namelijk af van
welke door de wetgever is voorgeschreven.
Als niet apart vermeldt staat welke procedure, of als de term ‘vordering’ wordt gebruikt, gaat het om
een dagvaardingsprocedure.

Dagvaarding is het geschrift waarin de eiser de gedaagde oproept om op een bepaalde dag voor de
rechter te verschijnen, ook bevat het een omschrijving van de vordering.
De dagvaarding wordt opgesteld door de advocaat van de eiser.
Betekening: art. 46 Rv  de dagvaarding moet door een deurwaarder aan de gedaagde in persoon of
aan een van diens huisgenoten worden overhandigd.
Als de gedaagde niet op de dagvaarding heeft gereageerd, zal de rechter de vordering in beginsel
toewijzen; het vonnis wordt dan bij verstek gewezen.

, Eisen dagvaarding, art 111 Rv:
1. Naam + woonplaats eiser en, afhankelijk van soort procedure, naam advocaat/gemachtigde.
2. De eis met de grond(en). Eis is petitum en grond is fundamentum petendi.
3. Aanwijzing van het gerecht dat van de zaak moet kennisnemen (met adres).
4. De dag en het uur waarop de gedaagde bij de rechter moet verschijnen: roldatum.
5. De verweren die de gedaagde voordat de procedure begon tegen de eis heeft aangevoerd,
en de gronden daartoe, lid 3.
6. Bewijsmiddelen die de eiser op verzoek kan overleggen (facturen/foto’s), namen van
getuigen die hij kan laten horen door de rechter.

Het verzoekschrift:
Zaken die met een verzoekschrift moeten beginnen staan in art. 261 e.v. Rv.
In de wet staat dan het woord ‘verzoek’ of ‘verzoekschrift’.
Oorspronkelijk was verzoekschrift bedoeld voor gevallen waarbij een rechterlijke uitspraak nodig is.
- De procedure begint met het door verzoeker indienen van het verzoekschrift, art. 278 Rv.
- De verweerder kan op het verzoekschrift reageren door het indienen van een verweerschrift,
art. 282 Rv.
- De rechter kan een mondelinge behandeling gelasten, art. 279 Rv.
- Ten slotte doet de rechter uitspraak in beschikking, art. 261 e.v. Rv. Dit wort ook zo genoemd
in hoger beroep en cassatie.

De procedure bij de burgerlijke rechter:
Het geding is bij de rechtbank aanhangig vanaf de dag van de dagvaarding, art. 125 Rv.
Als de dagvaarding binnenkomt bij de rechtbank schrijft de griffier de zaak in op de rol. Op de
roldatum wordt een rolzitting door een enkelvoudige kamer van de rechtbank gehouden; rolrechter.

Als de advocaat van de gedaagde niet verschijnt, zal de rolrechter verstek verlenen: rechter
constateert dat gedaagde niet op zitting is verschenen. De rechter zal vervolgens het vonnis wijzen.
Hij wijst daarin de vordering van de eiser toe, tenzij die onrechtmatig of ongegrond is, art 139 e.v. Rv.

Als de (advocaat van de) gedaagde wel verschijnt, dan begint het ‘op tegenspraak’ gevoerde geding:
hierin voert de gedaagde verweer tegen de vordering van de eiser.

Vaak zal de advocaat van de eiser op de roldatum alvast schriftelijke bewijsstukken (= producties) in
kopie overdragen. Op deze eerste roldatum bepaalt de rechter een volgende roldatum. Op die dag
kan de advocaat van de gedaagde op de dagvaarding reageren. Dat gebeurt schriftelijk in de
conclusie van antwoord, art. 128 lid 2 Rv. Hierin brengt de gedaagde al zijn verweren tegelijk naar
voren, vermeldt de bewijsmiddelen waarover hij kan beschikken voor zijn verweren en, indien
gewenst, de namen van getuigen die de rechter kan laten horen.

De rechter beveelt binnen 2 weken na indienen van de conclusie van antwoord een mondelinge
behandeling, tenzij de zaak daarvoor ongeschikt is, art. 131 Rv. Partijen kunnen daar hun stellingen
mondeling toelichten, art. 87 Rv. De rechter kan partijen vragen om inlichtingen en overleggen over
het vervolg van de procedure. Ook kunnen getuigen en deskundigen gehoord worden en kan de
rechter een schikking beproeven, als deze tot stand komt, eindigt de procedure, art. 89 Rv.

Als er geen mondelinge behandeling is, of als het geen schikking heeft opgeleverd, wordt de
procedure voortgezet. De rechter bepaalt nu welke proceshandelingen verricht moeten worden, at.
91 Rv. Vaak is dat het wijzen van een vonnis. Hij kan ook besluiten om partijen eerst nog tot een
volgende conclusiewisseling toe te laten. De advocaat van de eiser zal dan op een volgende roldatum
op de conclusie van antwoord reageren in de ‘conclusie van repliek’. De advocaat van de gedaagde
kan daarop weer reageren met de ‘conclusie van dupliek’, art. 132 Rv. Daarna alsnog vonnis.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninekruiper. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.56  1x  sold
  • (0)
  Add to cart