Het IGH heeft in de zaak Jurisdictional Immunities (2012) tussen Italië en Duitsland uitspraak
gedaan over de verhouding tussen jus cogens normen en de immuniteit van Staten. Er wordt
gesteld dat de regels omtrent de immuniteit van Staten procedureel van aard zijn: ze
bepalen alleen of een hof of een Staat jurisdictie heeft. Dit staat volgens het Internationaal
Gerechtshof los van een inhoudelijke beoordeling van een gedraging als schending van een
internationale norm (van jus cogens), zelfs wanneer deze een mogelijke schending van jus
cogens behelst.
Ook wordt gesteld dat het Internationaal Gerechtshof in zijn uitspraak een ouderwets idee
hanteert van het internationaal recht. Het behandelt internationaal recht als het recht
tussen staten, maar doet geen recht aan de opkomst van mensenrechten en het belang van
ius cogens normen. Hier ben ik het niet mee eens, ik ben van mening dat het Internationaal
Gerechtshof rekening houdt met de mensenrechten en het belang van ius cogens.
Staatsimmuniteit vindt haar basis in het principe ‘par in parem non habet imperium’. Dit
betekent dat er onder gelijken geen overmacht is. In beginsel hebben staten geen
rechtsmacht over elkaar of elkaars eigendommen, elke staat is soeverein. Ook geldt voor
staten dat ze immuniteit hebben voor overheidshandelingen, ook wel acta iure imperii. Dit
houdt in dat staten immuniteit bezitten voor hun overheidshandelingen en er mag niet
worden gehinderd in het uitvoeren van hun functies in andere landen. Het genieten van
immuniteit geldt voor officiële handelingen, maar kan ook gelden voor privé handelingen
tijdens hun ambtsperiode.
Staatsimmuniteit kan wel worden ingeperkt op het moment dat mensenrechten worden
geschonden, ius cogens is hierbij ook van belang. Ius cogens is een omstreden concept,
aangezien de staten niet hun toestemming hebben gegeven om gebonden te zijn. Wel is
duidelijk dat de regels die genocide, piraterij, slavernij, rassendiscriminatie, agressie en
onrechtmatig gebruik van geweld verbieden, ius cogens zijn. Uit het arrest Warrant volgt dat
ondanks de immuniteit van een gezagsdrager, hij wel vervolgd kan worden voor ernstige
schending van belangen. Immuniteit van jurisdictie betekent dus niet dat je straffeloosheid
hebt. Daarnaast worden in dit arrest andere alternatieven geboden als je niet terecht kan bij
de rechter van het andere land, in dit geval Italië.
Al met al kan worden geconcludeerd dat het Internationaal Gerechtshof in zijn uitspraak
geen ouderwets idee hanteert van het internationaal recht. Het behandelt internationaal
recht als het recht tussen staten en doet wel recht aan de opkomst van mensenrechten en
het belang van ius cogens normen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jb1999. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.