100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Onderwijskunde Kleuteronderwijs 1.1 $6.61   Add to cart

Summary

Samenvatting Onderwijskunde Kleuteronderwijs 1.1

1 review
 42 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting voor het eerste opleidingsdeel van het vak onderwijskunde kleuteronderwijs. Deze samenvatting is bedoelt voor 1ste jaarsstudenten in de opleiding kleuteronderwijs.Ik heb deze gebruikt voor mijn eigen examen en ik was geslaagd. - duidelijke opmaak - afbeeldingen ter onderst...

[Show more]
Last document update: 1 year ago

Preview 4 out of 23  pages

  • January 21, 2023
  • January 22, 2023
  • 23
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: kaatverstraete • 10 months ago

Translated by Google

Very complete and clear summary. Recommended!

avatar-seller
SAMENVATTING ONDERWIJSKUNDE
1. INLEIDING

1.1 ONDERWIJSKUNDE

Onderwijskunde: de wetenschap die leren, opleiden en ontwikkelen in onderwijs wil beschrijven, begrijpen
en verklaren.

→ Verbeteren van onderwijssysteem
→ ondersteunen, organiseren en ontwikkelen van leerprocessen

Kern van elke kleuteronderwijzeres: het stimuleren van de ontwikkeling van elke kleuter binnen elk
leergebied: De potentiële kwaliteiten van elke kleuter maximaal tot ontwikkeling brengen.

1.2 DIDACTIEK

Didactiek: de theorie van het leren en onderwijzen m.a.w. didactiek is de wetenschap die zich bezighoudt
met de vraag hoe kennis, vaardigheden en attitudes door een leerkracht kunnen worden aangeleerd aan
kinderen.

In het kleuteronderwijs moeten we het 'onderwijs' zien als 'een proces van begeleiden en leiden, door de
kleuteronderwijzer(es), van de ontwikkeling van de kleuters'.

1.3 DIDACTISCH HANDELEN

Didactisch handelen: het proces van begeleiden en leiden van de ontwikkeling van kinderen

Het begeleiden en leiden van de ontwikkeling van kleuters gebeurt op verschillende manieren. Het varieert
van aanbod tot aanbod, van kleuter tot kleuter, van klas tot klas en van kleuteronderwijzer(es) tot
kleuteronderwijzer(es).

Intermenselijke aspect: ‘begeleiden en leiden’ en ‘omgaan met kleuters’ verloopt niet los van elkaar

KO situeren in sociaal-maatschappelijke context (wisselwerking tussen onderwijs en maatschappij).
Onderwijs is geen eiland in de samenleving
onderwijs → maatschappelijke ontwikkeling (bv. meer inzetten op verkeerseducatie, ecologisch bewustzijn
ontwikkelen)
maatschappij → onderwijsdoelen (bv. erkennen van gevoelens, open houding naar andere culturen)

2. IK WIL LEERKRACHT WORDEN!

2.1 DE LERARENOPLEIDING

Basiscompetenties: geheel van kennis, vaardigheden en attitudes die de startende leerkracht moet bezitten.
→ bepaald door Vlaamse overheid
→ gebaseerd op beroepsprofiel

Beroepsprofiel: omschrijving van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn voor de
beroepsuitoefening.

M.a.w. het beroepsprofiel geeft de kern weer van het beroep en omschrijft de beroepsactiviteiten zoals die
plaats vinden in de praktijk van de ervaren beroepsbeoefenaar. Voor de beginnende of de pas afgestudeerde
leraar worden de verwachte kwalificaties aangegeven als basiscompetenties zodat men kan doorgroeien naar
het beroepsprofiel.

,Een beroepsprofiel is een beschrijving van een beroep waarop een hogeschoolopleiding voorbereidt. De
nadruk ligt daarbij op de competenties (kennis, vaardigheden, enz.) die bij de uitoefening van dat beroep een
rol spelen. Een aantal van deze competenties heeft men nodig om als beginner in het beroep te kunnen
stappen. Deze noemt men de basiscompetenties.

2.2 ACCENTEN IN HET ‘LERAAR ZIJN’

• Eigen activiteiten als leraar analyseren
• De noden van zijn leerlingen aanvoelen en er adequaat op reageren.
• Bekwaam zijn om in een open discussie met de verschillende partners die bij het onderwijs zijn
betrokken, richting te geven aan de uitbouw van het onderwijs.
• De nodige conclusie trekken en ze in zijn toekomstig handelen verwerken.

2.3 BASISCOMPETENTIES

1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
Hierin wordt van mij verwacht dat ik voor elke les de juiste werkvormen vind, de doelen kan kiezen en deze
kan omzetten in leeractiviteiten. De beginsituatie, structureel opbouwen van de les, doelgericht en
leermiddelen inzetten voor je les en evaluatie van de les.
2. Opvoeder
Positief klimaat creëren. Leerlingen stimuleren tot mondigheid, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid. De
leraar kan lerende ondersteunen. Maatschappelijke gebeurtenissen opvolgen en vertalen naar pedagogische
context. Aandacht hebben voor fysieke en geestelijke gezondheid.
3. Inhoudelijk expert
Weten waarover je praat. De leraar beheerst de kennis en vaardigheden met betrekking tot de leergebieden
of vakgebieden van zijn expertise. Verworven kennis en vaardigheden gebruiken. Gepaste en correcte
onderwijstaal gebruiken.
4. Organisator
Gestructureerd werken. Een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren. Eigen werk plannen en relevante
administratieve taken uitvoeren.

Je krijgt bv. op het examen ‘2.6.3. zorg dragen voor het algemene welbevinden van de kleuters’, waarna je
hierbij voorbeelden moet kunnen geven, wat hieronder te begrijpen valt. Zoals bv. het creëren van een
sfeervol onthaal aan elk kind, het verzorgen van de eigen relatie met kinderen die het moeilijk hebben,

3. ONDERWIJS IN VLAANDEREN

3.1 VLAANDEREN: EEN AUTONOME REGIO IN EEN FEDERALE STAAT

3 gemeenschappen : cultuur- en persoonsgebonden aangelegenheden
3 gewesten : grondgebonden aangelegenheden
→ 1 Vlaams parlement en 1 Vlaamse regering, bevoegd voor onderwijs
Vlaams minister van Onderwijs : Ben Weyts

Eerste staatshervorming in 1970 → cultuurgemeenschappen: een gemeenschap van mensen met dezelfde
cultuur/taal.

Tijdens de derde staatshervorming in 1988 krijgen die gemeenschappen de bevoegdheid over het onderwijs.

Pas in 1993 werd België een federale staat. Anders dan voorheen, hebben Vlaanderen en Wallonië nu formeel
een eigen rechtstreeks verkozen regering en parlement.




2

,3 beleidsniveaus:
• De centrale staat → federale regering en nationale parlement
• 3 gemeenschappen: de Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschap (onderwijs, welzijn, cultuur,…)
• 3 gewesten: het Vlaamse, Waalse en Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (economie, landbouw,
leefmilieu,…)

3.2 ONDERWIJS INGERICHT DOOR VERSCHILLENDE ONDERWIJSNETTEN

principe van onderwijsvrijheid → iedereen vrijheid om een school of andere onderwijsinstelling op te richten.

3 onderwijsnetten/onderwijskoepels:
• Het gemeenschapsonderwijs
• Het gesubsidieerd officieel onderwijs
• Het gesubsidieerd vrij onderwijs

Het schoolbestuur is de overheid, een (natuurlijke) persoon of een groep van personen die het initiatief
genomen hebben om een instelling voor onderwijs op te richten, uit te bouwen en in stand te houden.

Officieel onderwijs → georganiseerd door of in opdracht van de overheid: de Vlaamse overheid
(Gemeenschapsonderwijs) , de provincies, of de steden en gemeenten (gesubsidieerd officieel onderwijs).
Ze moeten de keuze aanbieden tussen lessen katholieke, orthodoxe, protestantse, anglicaanse, joodse of
islamitische godsdienst, of zedenleer.

Vrij onderwijs → scholen die niet door een overheid zijn opgericht
Het vrij onderwijs bestaat hoofdzakelijk uit confessionele scholen, die aan een godsdienst zijn gebonden. De
katholieke scholen vormen de grootste groep.

Ook scholen die specifieke pedagogische methoden toepassen, zoals de methodescholen.

3.3 ONDERWIJSNETTEN EN KOEPELS

3 onderwijsnetten → binnen elk net 1 of meer onderwijskoepels. Die koepels ondersteunen en
vertegenwoordigen schoolbesturen.

In het officieel onderwijs zijn er 2 netten:
• Het gemeenschapsonderwijs (GO) is het officieel onderwijs dat de openbare instelling GO! onderwijs
van de Vlaamse Gemeenschap organiseert in opdracht van de Vlaamse overheid
• Het gesubsidieerd officieel onderwijs (OGO) omvat het gemeentelijk/stedelijk onderwijs (SB = de
gemeentebesturen/de stedelijke besturen) en het provinciaal onderwijs (SB = de provinciebesturen).

In het vrij onderwijs is er 1 net:
• Het gesubsidieerd vrij onderwijs (GVO). Een privépersoon of privé-organisatie organiseert een school in
het GVO.

De grootste groep, de katholieke scholen, zijn vertegenwoordigd door de koepel Katholiek Onderwijs
Vlaanderen (KOV).

Daarnaast zijn er in het vrij onderwijs 4 organisaties. Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers (OKO):
• Federatie van Onafhankelijke Pluralistische Emancipatorische Methodescholen (FOPEM)
• Federatie Steinerscholen
• Raad van Inrichtende Machten van het Protestants-Christelijk Onderwijs (IPCO)
• Vlaams Onderwijs OverlegPlatform (VOOP)



3

, Sommige scholen van het vrij onderwijs zijn niet aangesloten bij een koepel (vnl. enkele methodescholen).

Niet gesubsidieerd onderwijs → klein aantal scholen in Vlaanderen dat niet erkend is voor de overheid. Dit
zijn de zogenaamde privé-scholen.



3.4 ONDERWIJSNIVEAUS EN LEERPLICHT

Het basisonderwijs → kleuter- en lager onderwijs, het secundair onderwijs en het hoger onderwijs (Bachelor -
Master).

Het buitengewoon (basis en secundair) onderwijs en de permanente vorming.

Het geïntegreerd onderwijs (GON) is de samenwerking tussen gewoon basisonderwijs en buitengewoon
onderwijs. Dit onderwijs is bedoeld om kinderen met een handicap of met leer- en opvoedingsmoeilijkheden
de lessen of activiteiten te laten volgen in een school voor gewoon onderwijs, mits hulp vanuit het
buitengewoon onderwijs.

Leerplicht → begint op 1 september van het jaar waarin een kind 5 jaar wordt (vroeger was dit 6 jaar)

De leerplicht loopt tot 18 jaar
Voor jongeren die vóór 1 juli 18 worden, loopt de leerplicht tot de dag van hun 18de verjaardag.
Voor jongeren die na 30 juni verjaren, loopt de leerplicht tot 30 juni van het jaar waarin zij 18 worden.

Verantwoordelijkheid ligt bij de ouders → school of thuisonderwijs

Toegang tot onderwijs kosteloos
maximumfactuur → kleuter = 50€ , lager = 95€

Kinderen tussen 2,5 en 3 jaar kunnen op 7 instapdata instappen in het kleuteronderwijs (1 sept, na herfst, na
kerst, 1 feb, na carnaval, na Pasen en na hemelvaart)

1 februari worden alle leerlingen geteld.

3.5 EINDTERMEN EN ONTWIKKELINGSDOELEN

Vlaamse overheid financiert → in ruil kwaliteitsvol onderwijs.

Doelen vastgelegd in Eindtermen (LO, SO) en Ontwikkelingsdoelen (KO en BuO)

Eindtermen: minimumdoelen: een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden die alle leerlingen van de
leerlingenpopulatie verwerven tijdens het leerproces en anderzijds een minimum aan attitudes die de school
nastreeft bij de leerlingen.

Eindtermen kunnen leergebiedgebonden en leergebiedoverschrijdend zijn.

Eindtermen moeten aan het einde van het basisonderwijs bereikt zijn → resultaatsverplichting. De inspectie
gaat na of de eindtermen bij de leerlingen bereikt zijn.

Minimumdoelen op vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de school bij de kleuters moet
NASTREVEN.

Inspanningsverplichting




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunavandesteen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.61  2x  sold
  • (1)
  Add to cart