Gezondheid, Voeding en Bewegen GZW1024 (GZW1024)
All documents for this subject (27)
Seller
Follow
rosannedekurver
Content preview
Wat houdt de evolutietheorie in? (korte introductie)
Biologische evolutie: verandering in kenmerken die overgeërfd worden in een populatie van
de ene op de andere generatie. Er zijn drie kenmerken:
- DNA en genen
- Het gaat om populaties en niet om individuen
- Het gaat om reproductie (als er geen reproductie is zal een eigenschap verloren
gaan)
In de evolutietheorie van Darwin wordt uitgelegd hoe planten, dieren en zelfs de mens zijn
ontstaan uit een voorouder en zich dankzij natuurlijke selectie aan hun omgeving hebben
aangepast.
Er zijn drie evolutionaire basisprincipes
- Variatie
- Selectie
- Erfelijkheid
Variatie: twee individuen van dezelfde soort kunnen sterk op elkaar lijken, maar zijn nooit
precies hetzelfde. In de natuur komen kleine verschillen binnen een soort heel veel voor.
(lengte en oogkleur). Volgens Darwin zijn variaties noodzakelijk voor het optreden van
evolutie.
Selectie: variaties geven aanleiding tot selectie. Afhankelijk van de omgeving waarin een
soort leeft, zijn sommige eigenschappen namelijk gunstig en andere juist nadelig. Een
individu dat voornamelijk gunstige eigenschappen bezit heeft een grotere kans om veel
nakomelingen te produceren dan een individu met veel nadelige eigenschappen. Darwin
noemde dit de ‘survival of the fittest’.
Erfelijkheid: planten en dieren kunnen eigenschappen aan elkaar doorgeven -> dit zorgt
voor veranderingen in de genen van een individu en dus veranderingen binnen een soort.
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/de-basisprincipes-van-de-evolutietheorie/
Hoe is voeding veranderd in de loop van de evolutie?
Jagers en verzamelaars: het jagen en verzamelen bestond uit het jagen van vlees, het
verzamelen van plantaardig voedsel, de verwerking van het voedsel en een intensieve
samenwerking tussen groepen. Mensen moesten vaak grote afstanden afleggen om voedsel
te vinden.
Verzamelen van plantaardig voedsel: vroeger bestond het dieet voor 70% uit planten. Dit
omdat deze makkelijk te vinden waren en er vaak veel op dezelfde plek te vinden waren.
Omdat planten een dikke celwand hebben maakt dit het verteren ervan complex en ook
geven planten niet veel energie. Een extra moeilijkheid was het herkennen van wat eetbaar
was en wat niet, te kunnen vinden en het extraheren van voedingsstoffen. Om het
energietekort aan te vullen moesten er ook nog andere bronnen gebruikt worden om aan
voedsel te komen.
Jagen op vlees: vlees is rijk aan voedingsstoffen, hierdoor werd het energietekort goed
aangevuld. Nadeel is echter dat het veel tijd in beslag neemt en daarnaast ook nog gevaarlijk
en moeilijk is.
Bewerken van voedsel: het eten van planten en vlees was moeilijk. Dit omdat de tanden hier
niet zomaar doorheen kwamen. Een oplossing hiervoor was het bewerken van voedsel.
Later werd voedsel ook gekookt omdat het zo minder tijd kostte om het voedsel te kauwen
en te verteren. Zo was er dus meer tijd om te jagen. Ook werden hierdoor grote tanden en
kauwspieren overbodig.
1
,Intensieve samenwerking: omdat het moeilijk was om eten te vinden en om te jagen werd het
eten altijd gedeeld. Dit is een kenmerk voor de jagers en verzamelaars. Vrouwen zochten
doorgaans naar planten en mannen gingen jagen. Dit kwam omdat vrouwen vaak voor
kinderen moesten zorgen of zwanger waren. Hierdoor was het voor hen niet mogelijk om te
gaan jagen.
Om deze manier van leven te kunnen behouden moesten de jagers-verzamelaars grote
afstanden afleggen en dus rondtrekken. Hier is de mens op geëvolueerd op verschillende
vlakken:
- Langere benen: mensen liepen op twee benen en hadden ook langere benen, dit
maakt het voor hen minder inspannend om te lopen. Het is wel moeilijker om in
bijvoorbeeld bomen te klimmen.
- Grotere botten en gewrichten: omdat we op twee voeten lopen ipv op vier voeten is
de druk groter en dit vergt dus ook grotere botten en gewrichten
- Koel blijven: het was moeilijk om koel te blijven in de tropische warmte, maar door
tweebenigheid is dit toch vergemakkelijkt, er wordt namelijk een groot deel van het
lichaam niet verwarmt door de zon. Ook koelen we af door middel van zweten
- Vooruitstekende neus: de vooruitstekende neus is zo geëvolueerd om te zorgen dat
de longen niet zouden uitdrogen. De binnenstromende lucht kan hierdoor worden
bevochtigd en dit zorgt ervoor dat we niet uitdrogen.
- Knutselen: de mens maakt al erg lang gereedschap, door de lange duim, korte
vingers en sterke duimspieren zijn we instaat om voorwerpen goed vast te pakken.
- Darmkanaal en de hersenen: door een voedzamer dieet verruilde de vroege homo
een groot spijsverteringskanaal met grote hersenen. Ook door de intensieve
samenwerking ontstonden er cognitieve vaardigheden, men moest namelijk kunnen
communiceren met elkaar en elkaar kunnen begrijpen.
- De kindertijd: deze tijd komt alleen bij de mens voor, het duurt voor mensen veel
langer om volwassen te worden dan bij bijvoorbeeld chimpansees. Een verklaring
hiervoor is dat de hersenen van de mens complexer zijn en deze dus ook langer
moeten groeien.
- Vette lijven: de moeder had veel energie nodig om te kunnen zorgen voor de
kinderen en ook de grotere hersenen hebben meer energie nodig. Omdat er in
periodes veel tijden van schaarste was beschikte de mens over veel vet. Dit is een
efficiënte manier om veel energie op te slaan, ook kon het de mens beter warm
houden.
De neolithische revolutie
- Mensen gingen dieren domesticeren
- Van jagers-verzamelaars naar jagers-intensief verzamelaars: door dit intensieve
verzamelen en door het houden van dieren bleven mensen steeds meer hangen in
een bepaald gebied omdat ze meer spullen hadden. Ook werden er potten en
schuren gemaakt voor de opslag van voedsel, hierdoor konden ze niet meer
rondtrekken en ontstonden er sedentaire nederzettingen.
- Er ontstond een landbouwsamenleving -> er kwamen meer kinderen omdat er meer
voedsel was, ook ontstonden er nieuwe werkvormen. Hierdoor verslechterde de
gezondheid wel. Mensen werkten meer op een dag, aten een minder gevarieerd dieet
en er ontstonden infectieziekten.
Industriële revolutie
- In de industriële revolutie moesten mensen veel en zwaar werk verrichten, hierdoor
was er dus ook veel meer energie nodig -> veranderingen in de technologie hebben
ervoor gezorgd dat veel werkzaamheden minder zwaar zijn geworden -> hierdoor zijn
we als mensen ook veel meer sedentair gedrag gaan vertonen.
2
, - Ook heeft de industriële revolutie invloed gehad op fysieke activiteiten als lopen -> er
werden namelijk auto’s en vliegtuigen gemaakt, maar ook wasmachines en
verwarmingen. Hierdoor is het energieverbruik van mensen flink afgenomen.
- Industrieel eten: kijken naar hoe het eten zo efficiënt en goedkoop mogelijk gemaakt
kan worden -> er werden bijvoorbeeld vetten, suikers en zout toegevoegd. Dit zorgde
voor goedkoop, maar toch calorierijk eten. Ook is er een grote productie van
vleesproducten ontstaan.
- Na de industriële revolutie werd er steeds meer voedsel bewerkt en gemodificeerd
om de houdbaarheid, de aantrekkelijkheid en het gemak te behouden.
Ook door verandering van de omgeving is ons eetgedrag veranderd:
- Van reuk naar zicht: door verandering van de omgeving is ook het zicht verandert.
Eerst was er veel bos, maar door klimaatverandering werd het landschap een stuk
opener. Dit heeft ervoor gezorgd dat onze hersencapaciteit groter werd (we konden
meer kleuren zien en we zochten naar slimmere oplossingen voor het zoeken naar
voedsel), ook zijn hierdoor onze kaken verandert en hebben we meer kauwkracht
gekregen.
- In de savanne stonden veel minder bomen en was er dus ook veel minder fruit,
hierdoor gingen mensen meer lopen en dit heeft ervoor gezorgd dat we nu in staat
zijn op zo goed te lopen op twee benen.
- Ook hadden mensen een langer uithoudingsvermogen dan dieren. Ze waren niet
sneller, maar konden het wel langer volhouden. Dit heeft te maken met de
zweetklieren van de mens en het feit dat we ons voortbewegen op twee i.p.v. vier
benen. Dit zorgde ervoor dat mensen dus zo goed konden jagen op dieren.
Ook moest er worden gelet op 5 factoren op voedsel te verzamelen:
1. Motivational state
2. Beschikbaarheid van de energiebron
3. Toegankelijkheid van de energiebron
4. Competitie vaststellen die er is voor de energiebron
5. Moet je samenwerken om de energiebron te verkrijgen of niet?
Hoe is beweging veranderd in de loop van de evolutie?
De jager-verzamelaar leidde een redelijk actief leven. Hij moest grote afstanden afleggen,
voor kinderen zorgen, jagen op voedsel, planten verzamelen, voedsel verwerken en
gereedschap makken. De omgeving waarin deze mensen leefden zorgde dus voor veel
minder sedentair gedrag. Mensen moesten vaak rondtrekken voor voedsel en plekken om te
leven.
Tijdens de neolithische revolutie veranderde dit beetje bij beetje. Mensen bleven meer op 1
plek hangen en vertoonden dus waarschijnlijk al iets meer sedentair gedrag. Na de
industriële revolutie heeft hier een hele grote verandering plaatsgevonden. Er werd natuurlijk
gebruik gemaakt van auto’s, maar ook veranderde er veel in de technologie zoals
computers. Dit zorgde er allemaal voor dat wij hedendaags veel meer zitten en veel minder
energie verbruiken dan vroeger.
Physical Activity Level (Leonard)
- Basaal metabolisme = Calorieverbruik in rust (RMR)
- = total energy expenditure/ basaal metabolism
Total energy expenditure
- Chimpansee 1400 kcal
- Jagers-verzamelaars 2000-3000 kcal
3
, Hoe is gezondheid veranderd in de loop van de evolutie?
Evolutionaire mismatches: In de loop van de tijd matcht natuurlijke selectie organismen aan
bepaalde omstandigheden. Door de steeds snellere innovatie is de interactie tussen onze
genen en onze leefomgeving zodanig beïnvloed dat we met diverse gezondheidsproblemen
te maken hebben gekregen. Die ziekten zijn mismatch aandoeningen, en zij te definiëren als
aandoeningen die voortkomen uit het feit dat ons paleolithische lichaam slecht of
onvoldoende aan bepaalde vormen van modern gedrag en hedendaagse omstandigheden is
geadapteerd.
Een mismatch wordt veroorzaakt door te sterke, te zwakke of te nieuwe prikkels. De meest
voorkomende en de krachtigste processen die leefomgevingen zodanig veranderen dat zich
evolutionaire mismatches voordoen, vallen binnen het kader van de culturele evolutie.
Technologische en economische veranderingen hebben ervoor gezorgd dat we andere
besmettelijke ziektes oplopen, ander voedsel eten, andere medicijnen nemen, ander werk
verrichten enz. Andere oorzaken van mismatch aandoeningen zijn migratie en het feit dat we
steeds ouder worden. Echter is het moeilijk om mismatch aandoeningen te herkennen,
omdat we niet weten welke factoren in de leefomgeving eraan ten grondslag liggen.
Welke invloed hebben voeding en beweging op de gezondheid van de moderne mens?
Doordat mensen steeds meer bewerkt voedsel eten en steeds minder bewegen gaan ziektes
als obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten een steeds grotere rol spelen in de wereld.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosannedekurver. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.42. You're not tied to anything after your purchase.