Dit is een samenvatting van kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing over blok 2: Middeleeuwen. In deze samenvatting staat paragraaf 2.1 (Middeleeuwen), 2.2 (Byzantijnse kunst), 2.3 (Romaans) en 2.4 (Gotiek). Paragraaf 2.5 en 2.6 (Middeleeuwen of renaissance en de rode burcht) staat niet in de samenva...
2.1 Middeleeuwen (500-1500)
VROEGCHRISTELIJKE KUNST
Na de dood van jezus ontstaat het Christendom. Jezus Christus is de zoon van god. God zend Jezus naar de aarde om de
mensen te herinneren hoe zij volgens hem zouden moeten leven. Wie geen zonden begaat, komt na zijn of haar dood in de
hemel terecht. Zondaars, die de regels van het christelijke geloof overtreden, gaan na hun dood naar de hel. Het is volgens
de romeinen niet de bedoeling iemand anders dan de keizer als leider te zien, daarom wordt Jezus door hen ter dood
veroordeeld en gekruisigd. De romeinen verbieden het Christendom, want het verstoord volgens hen rust en eenheid in
hun rijk. Toch verspreid het Christendom zich na Jezus’ dood snel. De eerste Christenen geven hun geloof in het geheim
vorm, dit gebeurt in de catacomben, kilometers lange ondergrondse gangenstelsels, net buiten Rome. Overleden
Christenen worden hier begraven. In de catacomben beelden de gelovigen op muurschilderingen (fresco’s) hun symbolen
en verhalen af, omdat het Christelijke geloof verboden is gebruiken ze geheime symbolen. De romeinse keizer Constantijn is
de eerste machthebber die zich laat bekeren tot het Christendom. Vanaf dan kan het geloof zich verplaatsen naar het
bovengrondse. Het christendom wordt steeds populairder en grote gebouwen worden omgedoopt tot kerk. Het meest
geschikt hiervoor is de romeinse basilica, van oorsprong een openbaar gebouw dat de romeinen gebruiken als markthal of
voor rechtspraak.
Figuur 1: Santa Sabina op de Aventijn (422-432) Rome
Een voorbeeld van een omgebouwde basilica is de Santa Sabina op de Aventijn. De
basilica heeft een lange rechthoekige vorm en een halfronde uitbouw (apsis). Waar bij
de romeinen de zetel van de rechter of keizer nog op een verhoging in de apsis staat,
neemt bij de christenen de bisschop of de priester deze plek in. Later komt in de apsis,
de altaar te staan. De rechthoekige ruimte, bestaat uit een middenschip (centraal
gelegen ruimte van de kerk) en twee zijbeuken. De zijbeuken zijn van het middenschip
gescheiden door arcaden (een zuilenrij met ronde bogen). De grondvorm van de
basilica/basiliek, is de basis van veel kerken.
Arcaden
Middenschip
Zijbeuken
Apsis
Figuur 2: Basilica
MIDDELEEUWEN
Veel mensen uit West-Europa in de middeleeuwen, zijn eenvoudige boeren. Ze moesten hard werken op het platteland en
ziekte en dood liggen altijd op de loer. Om in hun levensbehoeften te voorzien, wordt in die tijd aan ruilhandel gedaan. Het
betalen met muntgeld, zoals de romeinen doen is weer verdwenen. Als je iets naars overkomt, wordt dat in de
middeleeuwen gezien als een straf van god. Niemand betwijfelt daar aan het bestaan van goden de kerk beheerst het leven.
De mens als individu is ondergeschikt aan het christelijke geloof. Plunderingen leiden ertoe, dat er grote christelijke
kloostergemeenschappen ontstaan: plekken waar gelovigen in alle rust en veiligheid hun geloof kunnen belijden. Om zich
helemaal te wijden aan het geloof, leven mannen en vrouwen als Monniken en nonnen in kloosters. Monniken en nonnen
moeten hard werken, zich aan strenge regels houden en leven in armoede, zonder persoonlijk bezit. De dagen bestaan uit
bidden en werken. kunst en wetenschap komen tot bloei in de kloosters, maar staan altijd in dienst van de kerk en van het
geloof. De makers zetten hun naam dan ook niet onder een schilderij of beeldhouwwerk. Het kunstenaarschap is in die tijd
eerder een ambacht. Als middeleeuwse gelovige moet je boetedoen om zonden die je begaan hebt kwijt te raken. Bij
lichtere zonden, kleinere overtredingen, volstaat biechten (om vergeving vragen bij de priester) of bidden. Bij zwaardere
, zonden moet je een bedevaart of pelgrimage ondernemen: een barre tocht die leidt naar een heilige plek. Daar woonde
ooit een heilige of het is de bewaarplek van een relikwie (een stoffelijke rest van een heilige, bijvoorbeeld een vinger of
teen, of heilige voorwerpen zoals een stuk van het kruis waaraan Jezus gekruisigd werd). Dankzij de pelgrimstochten
verspreiden kunst en cultuur zich. Door verbeteringen in de landbouw is er een overvloed aan producten. De handel bloeit
op. Er ontstaan steden. De stad, omgeven door een dikke muur die de bewoners tegen indringers beschermt, is een veilige
plek om te leven. Kloosters vestigen zich steeds vaker in steden. Daar verlenen ze onderwijs en ziekenzorg in ruil voor geld
en goederen. Zo raken kerk en stad met elkaar verbonden.
2.2 Byzantijnse kunst (500-1453)
Keizer Constantijn vestigt de hoofdstad van het romeinse rijk. De stad die dan nog Byzantium heet, vernoemt hij naar
zichzelf: Constantinopel. Constantinopel heet nu Istanboel. De interieurs van vele kerken zijn versierd met prachtige
mozaïeken (een techniek om met steentjes en stukjes glas een afbeelding te creëren). De stukjes steen en glas worden vaak
onder een flauwe hoek in cement geplaatst, wat een glinsterend effect geeft aan het geheel.
Figuur 3: Christus Pantocrator (1260)
Het Byzantijnse rijk staat bekend om zijn iconen die de orthodoxe christenen gebruiken bij hun
gebeden. Op figuur 3 zie je Christus. Hij is volgens vaste regels geschilderd. De heerser maakt
met zijn rechterhand altijd hetzelfde zegende gebaar en draagt in de linkerhand een met
edelstenen versierde bijbel. Christus draagt vaak een purperrood onderkleed met
daaroverheen een blauwe mantel. Het rood verwijst naar het goddelijke. Het blauw staat in dit
geval voor de aarde en geeft aan dat hij met zijn komst op aarde een menselijk lichaam heeft
aangenomen. Je ziet links en rechts boven zijn hoofd delen van letters. Daar stond ooit IC en
XC, samen de afkorting voor Jezus Christus. De kring van licht boven zijn hoofd, de aureool,
geeft aan dat het hier om een bovenaards persoon gaat. Het goud in de afbeelding
symboliseert het goddelijke: het is de voorstelling van het hemelse licht.
Figuur 4: Hagia Sophia (532-537)
Keizer Justinianus laat de Hagia Sophia niet ontwerpen door architecten, maar door
wiskundigen. Eeuwenlang blijft de Hagia Sophia de grootste kerk van Europa.
Gewone mensen hebben in die tijd geen toegang tot deze kerk. Alleen geestelijken
en de keizer met zijn gevolg mogen naar binnen. De sobere bakstenen buitenkant is
een omhulsel voor de prachtige binnenkant. De koepel van de Hagia Sophia heeft
een bijzondere constructie: hij wordt gedragen door vier pilaren op de hoeken van
een vierkante ruimte. Hierdoor kunnen ondersteunende muren weggelaten worden.
Aan de zijkanten van de centrale koepel zie je twee lagere, halfronde koepels. Deze
vangen een deel van de druk van de grote koepel op. Alles is symmetrisch rondom
de koepel gebouwd. Er is hier sprake van centraalbouw. Bij het in gebruik nemen
van de Hagia Sophia als Moskee, worden de mozaïeken onder een witte pleisterlaag
bedekt. De Hagia Sophia is vandaag de dag geen kerk of moskee meer, maar een
museum.
Figuur 5: Keizerin Theodora
Het is meteen duidelijk dat Theodora de
belangrijkste persoon is. Ze is groter dan de andere
figuren, heeft de meeste juwelen, staat onder een
koepel en is voorzien van een aureool. Bovendien
staat ze ongeveer in het midden en zijn de ogen van
de andere figuren op haar gericht. Aan de mantel
van Theodora kun je zien dat geprobeerd is
ruimtesuggestie aan te brengen: donkere steentjes
geven schaduw aan. Lichtbruine steentjes licht. Toch
is de plasticiteit (suggestie van ruimtelijkheid op plat
vlak door aanbrengen van licht en schaduw) in deze
afbeelding minimaal. Door de zwarte contouren
(omtreklijnen) doet de afbeelding plat aan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isakramer37. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.