Angiografie -> met behulp van een contrastvloeistof kunnen hartholten en bloedvaten doormiddel
van röntgenfoto’s zichtbaar gemaakt worden.
Magnetic resonance imaging (mri) -> scan met behulp van magnetisch veld
Echografie: ultrageluidstrillingen.
Echografie of echoscopie -> ultrageluidstrilling.
Doppleronderzoek -> met hoogfrequente geluidsgolven wordt de stroomrichting en -snelheid van
het bloed in de bloedvaten geregistreerd.
Endoscopie -> alle onderzoeken waarbij gebruik wordt gemaakt van een optische sonde (flexibele
staaf met camera).
Elektrocardiogram (ecg) -> hartactiviteit gemeten met elektrische signalen.
Elektro-encefalo-gram (eeg) -> hersenactiviteit gemeten met elektrische signalen.
Elektromyogram (emg) -> spieractiviteit gemeten met elektrische signalen.
de anatomische houding ->
~ de persoon staat rechtop
~ houdt het hoofd rechtop
~ armen gestrekt naast het lichaam
~ handpalmen naar voren gekeerd
~ voeten iets gespreid
, Doorsnedes ->
~ frontaal: verdeeld voor en achter
~ transversaal: verdeeld boven en onder
~ saggitaal: verdeeld links en rechts
plaatsaanduidingen
ventraal -> aan de buikzijde dorsaal -> aan de rugzijde
anterior -> aan de voorkant posterior -> aan de achterkant
centraal -> in het midden perifeer -> aan de uiteinden
craniaal -> aan de kant van de schedel caudaal -> aan de kant van de staart
superior -> hoger/boven inferior -> lager/beneden
lateraal -> aan de zijkant mediaal -> naar het midden
proximaal -> aan de kant van de romp distaal -> ver van de romp
sinister -> links dexter -> rechts
internus -> inwendig externus -> uitwendig
Sinister en dexter worden altijd benoemd vanuit het gezichtspunt van de afgebeelde persoon
bij plaatsaanduidingen van bepaalde organen wordt de wervelkolom vaak als referentiepunt
gebruikt. De wervels worden van boven naar beneden als volgt aangeduid ->
~ c1 tot en met c7 -> 7 cervicale wervels (halswervels)
~ th1 tot en met th12 -> 12 thoracale wervels (borstwervels)
~ L1 tot en met L5 -> 5 lumbale wervels (lendenwervels)
, Richtingaanduiding
flexie -> buiging extensie -> strekking
supinatie -> buitenwaartse draaiing waardoor pronatie -> binnenwaartse draaiing waardoor
handpalm/voetrand naar boven draait. handpalm/voetrand naar beneden draait.
abductie -> beweging van de middellijn af. adductie -> beweging naar de middellijn toe.
exorotatie -> buitenwaartse draaiing rond een endorotatie -> binnnenwaartse draaiing rond
lengteas. een lengteas.
opponeren -> duim naar pink. reponeren -> duim terug in normale positie.
anteflexie -> buiging naar retroflexie -> buiging naar lateroflexie -> buiging opzij.
voren. achteren.
dorsale flexie -> buiging naar palmaire flexie -> buiging naar plantaire flexie -> buiging naar
hand/voetwreef. handpalm. voetzool.
Het lichaam wordt vaak globaal ingedeeld in -> hoofd, romp en ledematen.
Deze drie lichaamsdelen vertonen onderling grote functionele en anatomische verschillen.
Het hoofd is de observatiepost van het lichaam. Doordat je op twee benen loopt en staat, is het
hoofd hoog geplaatst.
Het hoofd bevat ook hersenen en is daardoor ook de commandopost van het lichaam.
De romp is een ruimte die vooral organen bevat die zich bezighouden met de vegetatieve functies,
zoals voedselopname, ademhaling, uitscheiding en transport. Je vindt er het spijsverteringsstelsel,
het ademhalingsstelsel, het urinewegstelsel en de belangrijkste delen van het circulatiestelsel.
De ledematen zijn vrij massieve, uitstekende delen van het lichaam. Ze bestaan voornamelijk uit
pijpbeenderen, omgeven door skeletspieren. Ze zijn doormiddel van gewrichten ten opzichte van
elkaar beweeglijk.
De ledematen worden verdeeld in de bovenste extremiteiten (schoudergordel, armen en handen) en
de onderste extremiteiten (bekkengordel, benen en voeten).
Lichaamsholten zijn ruimeten die omsloten zijn door bepaalde bouwelementen van het hoofd of de
romp.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mokk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.30. You're not tied to anything after your purchase.